Blog 63: Dagelijks geweld, zware jongens ruimen we zelf op, niet over praten snoes, waarom ging ik naar Indië? (eerste helft december 1947)

September 26, 2016 Hilma Bruinsma No comments exist

Over oorlogsmisdaden in Indië BUITENHOF, 25 september

met Anne-Lot Hoek en Peter Romijn 

Terwijl ik me klaarmaak om met de hond naar buiten te gaan vang ik een opmerking over oorlogsmisdrijven in Indië op. Ik val halverwege in bij Buitenhof waar Peter Romijn en Anne-Lot Hoek aan tafel zitten. Pas de laatste tijd komen er publicaties uit die expliciet over oorlogsmisdaden in het na-oorlogse Indië gaan. Een onderwerp dat tot voor kort geschuwd werd. Excessen, OK maar structureel geweld tot en met oorlogsmisdaden aan toe? Niet dat het niet bekend zou zijn maar het echt onderzoeken en beschrijven? De mantel der verdoezeling afgelegd?

Deze maand komt het boek De brandende kampongs van generaal Spoor van Rémy Limpach uit.

Hoe vaak beschreef mijn vader al dat de kampong nadat de patrouille klaar was met doorzoeken in de fik gestoken werd? Vorig jaar verscheen Soldaat in Indonesië van Gert Oostindie, gebaseerd op brieven en dagboeken van mannen die het meemaakten.

 

 

Beide boeken komen ter sprake evenals het artikel dat Anne-Lot Hoek deze maand publiceerde in het NRC Iedereen wist het, maar niemand kon het zeggen.

Ik zit middenin het schrijven van blog 63 van Taboe in het theemeubel, waarin mijn vader een niet mis te verstane ontboezeming doet over het opruimen van gevangenen. Hij vertelt het haast tussen neus en lippen door maar mijn moeder mag het er verder met niemand over hebben. Val ik bij toeval (bestaat het?) middenin deze uitzending van Buitenhof?

Mijn blog 63 zou eerst beginnen met een ander boek dat ik onlangs las. De Tolk van Java van Alfred Birney

Alfred Birney beschrijft in zijn boek De tolk van Java het werk van de spionnen. Tolk is een onschuldige benaming voor verkenner en ondervrager, lees spion. Op de omslag staat ‘Autobiografische mokerslag die de clichés over Nederlands-Indië verpulvert’.

Op z’n zachtst gezegd gaat de vader van Alfred Birney niet zachtzinnig te werk wanneer het om informatie vergaren gaat en hij is dat later ook niet met zijn eigen kinderen. Birney put onder andere uit de memoires van zijn vader. Het enorme loyaliteitsconflict tussen Indiërs en Nederlands-Indiërs, kies je als geborene in Indië voor de Indiërs of als Nederlands-Indiër voor de Nederlanders? Wat de keuze ook is, Birneys vader is altijd voor een van de partijen een ‘verrader’ en ondergaat zelf als zodanig martelingen.

De keuze leidt hoe dan ook tot grof geweld. Het voortdurende geweld doorklieft het boek én de familiegeschiedenis. Hij wordt zelf genadeloos gewelddadig en kan daar niet meer mee stoppen, ook niet wanneer er al lang geen noodzakelijk kwaad als reden aan te voeren is voor zover dat dan een reden kan en mag zijn.

 

’k Heb er wat van gezegd ook, maar weinig succes

Mijn vader beschrijft de praktijken van de spionnen, bestempelt ze als nodig en verafschuwt ze tegelijkertijd. -Brrrr, niks voor mij- en in januari 1948, blog 58 (toen de brieven uit november en december 1947 nog kwijt waren en ik al in januari 48 bezig was) schrijft hij daarover: -de gevangenen zijn door de spionnen verhoord. Ik kan er niet tegen maar voor de meesten is het een sadistisch vermaak om die kerels af te rossen. ’k Heb er wat van gezegd ook, maar weinig succes.-

 

Zware gevangenen sturen wij niet meer door

In deze blog 63 gaat hij nog een stap verder. -Die gevangene die er in Soekamelang tussenuit kneep heeft daarmee zijn leven gered. Het was een zware en zware gevangenen sturen wij niet meer door, maar ruimen we zelf op. De enige manier om er later geen last meer van te krijgen. Het mag niet maar het is algemeen gebruik. Niet over praten snoes.-

Geweld is dagelijks kost waar mijn vader met vele anderen mee te maken heeft. Stilzwijgend goedgekeurd door de legerstaf. In deze smerige guerrillaoorlog. Praktijken die na de oorlog in het dagelijkse leven ondanks alle zwijgzaamheid hoe dan ook doorklinken. Overduidelijk of onderhuids. Onvermijdelijk. Wat De tolk van Java vooral laat zien is een nuchtere kijk op oorlogsgeweld, op persoonlijk niveau. Overrompelend tragisch. Overrompelend volgbaar. Overrompelend begrijpelijk.

Zo gewelddadig als Birney’s vader was de mijne niet maar af en toe een pak slaag, dat was er wel. Een neef van ons noemt mijn vader wreed. Dat was hij zeker maar minder grijpbaar en minder zichtbaar dan bij Birney’s vader. Het speelde zich bij ons vooral af op geestelijk niveau, in de vele ge- en verboden. Het zat in de verborgen onmacht om liefde en emoties te tonen en in de vanzelfsprekendheid van zijn onbetwistbare gelijk en zijn wil is wet, in zijn starre privé dictatuur.

Ik heb De tolk van Java nageplozen op de locaties waar Birneys vader was, onze vaders zaten in ver uiteen liggende gebieden, mijn vader zat in West-Java, Birneys vader in Oost-Java. Het tolkenwerk zal overal wel op het zelfde zijn neergekomen.

Mijn vader probeert eind 1947 en begin 1948 nog zoveel mogelijk in de geweldsluwte van het doen van karweitjes te blijven. Alles beter dan patrouilles lopen, waar gevaar en geweld in een klein hoekje liggen. Niet alleen om zijn weerstand tegen het geweld maar ook om zichzelf te beschermen zodat hij veilig naar zijn vrouw en kinderen terug kan keren. Hoe lang kan hij dit volhouden? Tot december 1949 wanneer hij eindelijk naar zijn Kanne kan? We zullen het zien.

 

Dodelijk ongeval, net of die dingen je niet meer raken

Dag lievelingen. Heb je een goede dag Nan, ben je gelukkig, moedig en gezond?

Het nieuws dat wij in het voorjaar van 48 niet naar huis gaan heeft me een duw gegeven Nan. Niet voor mijzelf maar voor jou vooral. Ik was wat in de put en schrijven ging niet. Maar nu lees ik in je brieven tussen de tranen dat jij er ook niet vast op rekende en weer gelukkig en vol goede moed was. Dan kan ik ook weer verder schat.

Ik ben nu de hoogste in rang hier, Toean Bazar, de rest is allemaal op pad. Ik werd bij een ongeluk hier vlakbij geroepen. Een zwaarbeladen drietonner van het leger hier had een kind dat plotseling was overgestoken overreden. Het kind was op slag dood. Ik kon niet zien of het een jongen of een meisje was want er lag een oude deken over. De brokken vlees lagen er naast. De chauffeur kon er niets aan doen, hij had ook niet te hard gereden.

De vader van de kleine zit bij de veldpolitie. Vreselijk om zo een kind te verliezen en een moment sta je erbij stil maar het is net of die dingen je niet meer raken. Als zoiets vroeger thuis gebeurde stond je er heel anders tegenover en bleef het je wekenlang bij. Nu zie je het, het gebeurt, je staat erbij, die kleine stumper, je gaat weg en denkt er verder niet meer aan. Ik kon verder niets doen en ben weggegaan.

 

Draadjes aan lampen solderen, we hebben geen fittingen, karweitjes liggen me beter dan sawatrappen

Weer allerlei karweitjes. Wij hebben geen fittingen meer. Ik heb twee draadjes aan de lampen gesoldeerd en de lampen zo aan de draden gehangen. Een eenvoudige methode maar alleen kijken en niet aankomen anders vallen ze zo naar beneden. Ik heb er tien gemaakt en moet er nog tien. Mooi werk. We kunnen deze natuurlijk niet buiten gebruiken, dan krijgen we kortsluiting.

Er is een motor voor Paboeran gekomen om stroom op te wekken maar we hebben bijna geen enkele lamp meer. En zonder lamp kan ik geen licht maken, zelfs Edison kan dat niet. Nog aan een petroleumvergasser (lamp) geprutst, ik kreeg hem niet aan de praat maar zag wel zo zwart als roet van de vuiligheid die eraf kwam.

Samen met de djongos met half blote body’s op het dak om de gaten te repareren. Lekker fris in de regen. We hebben het dicht gekregen maar vraag niet hoe.Je zult wel denken is hij daarvoor naar Indië gegaan. Maar het moet ook gebeuren en die karweitjes liggen mij beter dan sawatrappen. Toch ontkom ook ik er niet aan.

 

Ik was wat benauwd skotti

Ik moest in de nacht op patrouille en kon daarvoor niet slapen. Ik was wat benauwd skotti. Volgens de spionnen moesten wij vijftien kerels oppakken maar we kwamen terug met één steekwapen en een foto van Soekarno. Vijf kilometer tippelen door kampongs en smalle sawadijkjes. Onze spionnen op hun blote kakkies lopen er zo overheen, ook over de boomstammetjes die als vlonders over de talloze bevloeiingskanaaltjesdienst doen . Voor ons met de gladde, bespijkerde schoenen is het een hele toer om droog te blijven en toch is er deze keer niemand de sawa’s ingedoken. Het was een mooie nacht.

 

Er mist geen enkele brief van jou, nummer 300!

Ik heb al jouw brieven ontvangen, er mist geen nummer tussenuit. Ik doe om het laatste stapeltje straks een touwtje, nr 300! en dan gaan ze mijn kist in. Je zult wel zeggen, doe ze maar weg. Maar ik kan ze niet missen poppi.

Nog even en Zuske past niet meer in de wieg. Fijn Jank die eerste pogingen van Zuske om te gaan staan. Nog een paar maandjes en ze dribbelt ook al over de vloer. Dan krijgt Pim een echt speelkameraadje. Dan kom jij er vast nog wel eens aan te pas wanneer zij beiden aan een pop trekken.

Ze mogen straks op mijn schouders en dan zo in bed duikelen en op mijn knieën paardjerijden tot jij zegt nu ophouden heit want anders kunnen ze niet slapen. Wat moet dat heerlijk zijn die zachte koeskes van onze hummels, Zuske op je arm te hebben en die kleine handjes van haar op je gezicht te voelen. Even met onze kleine jongen ravotten. Dat moet ik allemaal opsparen voor later maar dan zal ik er ook dubbel van genieten.

Pim, onze kleine boer heeft het druk bij pake in het bûthús (stal) en als pake zijn pijp kwijt is steekt hij tussen de tanden van onze zoon? Dat belooft wat! Betteke trekt zich op haar pootjes wanneer mem haar de handen toesteekt en heeft plezier voor drie, zichzelf, mem en beppe. Dan voel ik mij rijk en stroomt het geluk naar binnen, mijn vrouwke en kinderen!!!

 

Laat je niet meer op je kop zitten

Zo, ruzie met moeder?  -Maar het kan me niks meer schelen, ik doe toch zo zoals ik het wil doen?- Goed zo, laat je niet meer op je kop zitten en alles voorkauwen. Je kunt en wil je moeder niet kwijt raken maar je neemt zelf de touwtjes in handen en houdt ze vast. Een stijve knuffel schat. Als je het naar jouw inzien goed doet laat je er dan niet van afbrengen hoor. Toch weet ik wel dat je vaak moet schipperen maar hou het vast hoor.

Je weet niet wat het voor mij betekent wanneer je schrijft -schat ik heb goede moed en ben gelukkig, hou vol!- Dan weet ik dat het echt goed is want jij kunt niet liegen. Natuurlijk ben je tegelijk ook onwennig, dat blijven we tot wij DV weer bij elkaar zijn. Hoe kun je gelukkig zijn en moed hebben en ook verteerd worden door heimwee? Steeds de gulden middenweg houden kunnen wij niet. Vaak wordt het ons te machtig en kunnen wij niet meer.

 

Sinterklaas

Hoe was Sinterklaas, was Pim ook bang voor Sint en de Pieters, of zijn ze niet geweest? Heb jij nog een pakje van mij op tijd gekregen?

Wij vierden het ook hoor. De opper heeft wat blikjes melk en chocola gekocht, daar maakten we lekkere chocolademelk van, speculaas erbij uit de kantine en erbij zingen, zie de maan..

Natuurlijk krijgen onze kinderen later met St. Nicolaas wat en jij ook. Dan verstop ik het zo goed dat jij het niet kunt vinden en mij smeekt om te vertellen waar het is. Brrr, vind er niks aan, jij pop? Zal blij zijn wanneer oud en nieuw achter de rug is.

 

Als zij vinden dat het je beter past dat je in de put zit….

Je diepe heerlijke liefde voel ik en daar leef ik op. Dat is alles voor mij. Ik kom er niet uit schat. Niemand weet hoe gevoelig jij bent, hoe diep jij alles beleeft, zelfs je moeder niet en de anderen al helemaal niet. Ik weet het alleen en kan het nog niet diep genoeg peilen. Wat geeft het lieveling wat anderen van je verwachten?

Dat ze vinden dat ze het aan je moeten kunnen zien dat je het moeilijk hebt? Trek het je niet aan meiske, ik weet wat het voor je is en dat is genoeg. Waarom zou je geen plezier maken en anderen met je gouden hart ook nog een zonnestraaltje geven? Als zij vinden dat het je beter past dat je in de put zit, och laat hen dan maar.

Ja liefste, jij bent ook veranderd maar zo heerlijk dat ik het niet beschrijven kan. Alles is nog zoals in het begin maar rijker en dieper. Jouw hartelijke brief en het alles met jou uitpraten heeft mij weer opnieuw gemaakt.

Fijn dat je plezier hebt aan het naaiwerk en dat het mooi opschiet. Ik zal in Bandoeng kijken of ik aan machinenaalden kan komen.

 

Genieten van mijn huisgezin, als er niks anders is wijd ik mij aan de kwast

Als ik straks thuis kom worden we niet meteen gedemobiliseerd. Een week of vier, vijf kan ik heerlijk genieten van mijn huisgezin. Ik wil anders niets doen dan bij mijn lievelingen zijn. Daarna word ik voor een dag of vier opgeroepen. Dan wordt het hemd van mijn lijf gevraagd en daarna ga ik met groot verlof, dus afzwaaien.

Ik wou dat ik thuis zo’n huis had als de villa waar wij nu inzitten. Je kunt met de jeep om de tafel rijden zo ruim. Ik moet de ramen nog dichtmaken zodat we niet door de muskieten opgevreten worden.

Als ik naar buiten kijk lijkt het wel op thuis. Er lopen 40 sapi’s, Indische koeien, met kalveren. Ze hebben een andere vorm en kleur, bruin en bonkig en het zijn helaas geen melkkoeien, anders had ik nu zitten melken voor een glas lekkere melk.

Nederland moest een melkpijpleiding naar hier aanleggen, iedere dag verse melk. Ik wil later zelf een koe hebben hoor.

 

Waarom ging ik naar Indië? Ik had thuis moeten blijven, deze tijd zal mij zwaar aangerekend worden

Jank vrouwke, je zet me vast. Ik kan mij niet meer verdedigen. Je hebt gelijk. Ik meldde mij na de capitulatie opnieuw aan voor dienst en waarvoor? Nan ik weet het niet. Ik zit vast en denk dat het verkeerd is geweest, ik had thuis moeten blijven bij mijn vrouw en kind en het kindje dat wij toen verwachtten, die mij zo lief zijn. God weet hoe lief ik je heb, ik kan je geen goede verklaring geven. Ik begrijp het zelf niet. Wel voel ik vaak dat het goed is maar toen? Ik begrijp je niet verkeerd en voel ten volle wat ik je aangedaan heb. Ik begrijp ook dat het zo moeilijk te vergeten is, het Waarom? komt telkens weer op.

Dit mag geen verwijdering tussen ons brengen, je moet mij zo blijven liefhebben schat en mij steeds weer helpen. Mijn zorgzame allesgevende vrouwke, ik heb je zo lief en heb je zo nodig Jank! Niet meer Jank, ik weet niet waar ik er mee heen moet. Begrijpen kunnen we het nooit, misschien later, heel veel later. Nan ik weet het niet meer. Het heeft mij ook niet dichter tot god gebracht maar verder van hem af en als het niet verandert zal deze tijd mij zwaar aangerekend worden.

Help mij Jank!!!

 

Versplinterde idealen, jij bent mijn ideaal

Wij hadden een mooie preek van onze eigen Ds. Jense. Het ging over versplinterde idealen. Hoeveel idealen van jonge mensen worden er in deze tijd versplinterd. In Holland en in het leger is weinig idealisme meer, het wordt door de druk der tijden de kop ingedrukt.

De meesten leggen zich futloos neer bij de sleur van de dag en het geen uitzicht hebben op de toekomst.

Johannes de Doper, vol idealen en vuur was ook teleurgesteld in de komst van Jezus, al zijn grote verwachtingen werden de bodem in geslagen. Zijt gij de Christus of verwachten wij nog een ander vroeg hij. En Jezus antwoordde, verkort, ik weet het niet uit m’n hoofd, de blinden van alle jonge mensen die voor het leven staan worden de ogen geopend en de doden worden opgewekt. Hij geeft ons het grote ideaal om zalig te worden. Al is er nog zoveel strijd, ellende, geen uitzicht, angst en vrees in de wereld, het grote ideaal blijft.

Ook onze idealen zijn weg Nan. Jij bent mijn ideaal en ik verlang net zomin naar Christus wederkomst als jij Jank, zoals je schreef. Dat maakte je angstig maar dat anderen, moeder bijvoorbeeld, die al ouder zijn ernaar verlangen ligt voor de hand. Zij heeft haar leven gehad en verwacht daar niets meer van.

Wij daarentegen staan voor het leven met onze kleine kinderen. Al lijkt het soms nog zo somber, wij verwachten nog veel van het leven.

De berichten van de radio en kranten zijn somber, al dat dreigende in de wereld is om bang van te worden. Ik maak mij er niet meer sappel om. Het loopt wel naar het eind van de wereld maar dat kan net zo goed nog 100 of 1000 jaar duren. De laatste grote wereldoorlog zal tussen ongeloof en geloof zijn, de wereld tegen de kerk, satan tegen Jezus waar hij als overwinnaar uit komt. Al denkt de hele wereld dat het afgelopen is.

Dat jij denkt dat alles schijn is en dat je niet bij gods kinderen hoort is heerlijk, want dat is juist een teken dat je er wel bij hoort.

Wij kunnen ons niet voorstellen dat het leven met de wederkomst van Jezus zo oneindig veel heerlijker zal zijn dan ons eigen leven. Wij hebben god nodig maar nog niet op die manier.

Lieveling, laat dat je niet verontrusten, dat is de natuurlijke reactie van alle jonge mensen die voor het leven staan. Toch moeten wij hem in onze zwakte steeds zoeken en onze kinderen klaar maken voor zijn komst. Wij moeten nog veel leren Nan voor wij kunnen zeggen dat we klaar zijn voor zijn komst.

Nu hou ik op met preken.

 

Vader en moeder bij ons in huis?

Zo?? Mijn vader en moeder hebben het al voor elkaar, later onderdak bij ons. Niet gek bekeken poppi maar ik voel er net zo weinig voor als jij. Wij hebben nog nooit samen met onze kinderen gewoond en ik ben niet van plan om, als het enigszins kan, bij mijn ouders in te wonen.

En er moet al helemaal geen ander werk zijn wil ik aan een schilderszaak in Raard beginnen. Je weet hoe ik erover denk. Het is misschien wel moeilijk straks om iets anders te vinden maar ik laat mij niet in de luiers leggen. Misschien kan ik een betrekking krijgen, lukt het niet van regeringswege dan wordt het waarschijnlijk toch de kwast en als er echt niks anders is zal ik mij daar aan wijden en proberen een behoorlijk bestaan voor ons te veroveren.

Heerlijk vrouwke hoe jij ’s avonds met Pim bidt, ik zie mijn schatten zo op hun knieën voor mij bidden. Pim zo eerbiedig met z’n brabbeltaaltje, het is ontroerend mem. Als jij om Jezus wil zegt weet hij precies wanneer hij amen moet zeggen, hij wacht daarop. Jij helpt mij heerlijk schat, meer dan je weet en ik jou ooit kan schrijven.

Vaak kan ik niet bidden. Ik ben geen christen Jank, soms moet ik er net als jouw vader niks van hebben. Toch probeer ik het telkens weer. Dan draag ik alles aan god op en bid voor mijn dierbaren. Ik wil mij nog niet helemaal aan hem overgeven. Ik ben zo dankbaar dat jij door het gebed steeds weer kracht krijgt. Hou vol Jank.

 

Vaak raken christelijke jongens het spoor bijster

Voor veel jongens is het ontzettend moeilijk en vaak zijn het de jongens met een christelijke opvoeding die het spoor bijster raken. Het is vaak de bekrompen en eenzijdige opvoeding die opbreekt. Het is hen wel bijgebracht wat er in de bijbel staat maar niet hoe de wereld is en hoe zij zich daarin moeten gedragen. Die jonge kerels moeten hier vast in hun hoeven staan.

Gelukkig valt het meestal wel mee hoor. De meesten worden er beter van, zelfstandiger en het kleine wereldje krijgt voor hen een veel grotere gezichtskring. Zo is het schat, ze worden er beter of slechter van. Diegenen die er beter van worden blijven in hun hart toch hetzelfde.

 

Fittingen, patrouille, schiet op alles wat op de lijn loopt

Heb fittingen gemaakt van dik koperdraad met behulp van een plankje, een zaag, mijn bajonet en een hamer. Primitief maar het ging, ik heb er al zes klaar. De draadjes aan de lampenpit alleen werkte niet goed. Morgen kan ik in het hokje van de gunfitter, daar is een werkbank en beter gereedschap, vandaag had de opper de sleutel van het hok per ongeluk meegenomen.

 

Ik schoot er een paar keer overheen

Vannacht is het spoorlijntje van de P&T landen tussen ons kamp en Paboearan over maar liefst 600 m opgebroken. Ik moest er met zeven jongens op af. Ik had opdracht van de kapitein om op alles te schieten wat daar op de lijn liep.Toen we er aankwamen liepen er een paar kerels met pikolans (draagstokken).

 

Pikolan, uit collectie van het Tropenmuseum

Ik schoot er een paar keer overheen, waarop ze in dekking gingen. Ik heb ze door de jongens op laten halen. Het waren gewone kooplui die langs de pasars trekken.

Eerst even eten, straks weer verder. Rijst met banjak hete ingrediënten, soep, gebakken eitje, vruchten en koffie. Smaakte best.

Verderop was een kampong en wij dachten een hele slag te slaan omdat we veel breekijzers en houwelen vonden. Maar die bleken van P&T te zijn. Wel vonden we nog een stel krissen en een speer. Die namen we toch maar mee. Er zat niets voor mij bij behalve een handvat voor mijn eigen krisje.

 

In het begin in een nieuw kamp weet je niet waar de foute groepjes zitten

Er was geen kerel te zien en wij vonden verder niets verdachts. De vrouwen wisten van niets en hadden zoals altijd niets gehoord of gezien. Er moeten hier en daar foute groepjes zitten maar wij weten nog niet waar. Dat is in de beginperiode in een nieuw gebied altijd weer moeilijk.

De boeven kregen er natuurlijk lucht van dat het spoorlijntje onze foerageverbinding was met Paboearan en dat daar verder alles over vervoerd wordt. Met de auto is het niet te bereiken. Ze hebben een behoorlijk stukje werk geleverd en er gaan een paar dagen mee gemoeid om het weer in orde te krijgen. Er is meteen een begin mee gemaakt.

De broodjes en aardappelen heb ik door een paar koelies over laten brengen naar de plek vanwaar de motorlorrie onder begeleiding van een soldaat verder kon.

 

7 DD, steek de pluim in je zak!!!!

Het is 7 december en precies twee jaar geleden dat de 7 december EM Expeditionaire Macht werd opgericht. Er was een toespraak van de kapitein. Wij (7 DD) kregen een pluim van de generaal en hij hoopte dat wij zo door gingen. Steek in je zak!!!!

Grote woorden van plicht, trouw, vaderlandsliefde enz. Je weet het wel schat. Een luitenant en opper kregen een pluim omdat zij een partij wapens in beslag hadden genomen. Ik hou niet van die pluimstrijkerij maar toch heeft de 7 DD geen gek figuur geslagen.

 

Verschillende onderdelen zijn ten noorden van Tjikampeh bezig de TNI af te sluiten en op te rollen, zie ook blog 62. Dat gebied moesten we een tijdje geleden prijsgeven maar het wordt nu met man en macht heroverd. Wij moesten twee chauffeurs leveren. Wij waren bang dat de TNI-troepen naar ons gebied zouden uitwijken. Maar de grensstrook is helemaal afgesloten door de infanterie.

 

Film in de oude dorpsbioscoop

De filmwagen is net aangekomen. De beide heren van de film liggen zolang bij ons op de kamer. Als er straks stroom is gaan we plaatjes zien. Het betekent hier heel wat voor ons. Heb er zelf ook zin in. Jammer dat het weer op zondag is maar de kerkdiensten gaan er wel om door hoor. We zijn hier en niet thuis.

Het regent pijpenstelen, de film kan niet op het voetbalveld vertoond worden. De oude dorpsbioscoop bekeken, het is een groot afdak waar wel 300 man onder passen. Er is alleen geen elektriciteit en de vloer is erg smerig. Heb de elektricien opgesnord en wat dorpsjongens aan het vegen gezet. Stoelen en banken gesleept. Het ging allemaal vlot en de bios was piekfijn in orde.

 

Hele bevolking kijkt mee naar de film

Snel eten, scheren en wassen en net op tijd voor de voorstelling klaar. De hele bevolking was vertegenwoordigd, het krioelde van de kinderen want die willen net als overal er met de neus bovenop zitten. Het was wel een herrie maar daar is weinig aan te doen. Je kunt honderd keer diam (stil!) roepen, zonder succes. Toch wel een gezellige bende.

Toen de kapitein met z’n gasten P&T dames en heren arriveerde kon het beginnen. Eerst oud wereldnieuws, toen een paar aardige tekenfilms en daarna de hoofdfilm. Het was een Franse film, Paniek. De film deed z’n naam wel eer aan. Moord, sensatie, verleidelijke liefde, geheimzinnigheid. Wel aardig maar weinig opbouwend ook voor de bevolking. Zij zien de film natuurlijk aan als voorbeeld van het westerse leven.

Na afloop de boel meteen weer opruimen anders blijft er weinig van over. Om 23.00 uur was ik klaar en ging ik meteen slapen. Daar ging m’n zondagmiddag lekker praten met mijn vrouwke.

 

Pech met het licht, wonder dat het huis niet afbrandde

We hebben een partij originele lichtpalen gehaald voor de buitenverlichting (in bruikleen). Draden gespannen, lampen opgehangen. Nu is het wachten op de lampenpitten. De lichtleiding voor binnen weer aangepast en gecontroleerd. Alles leek in orde maar we hadden toch kortsluiting. Het lichtnet werd zo heet dat de isolatie smolt en de verbindingsstukken roodgloeiend werden. Een wonder dat het hele huis niet is afgebrand.

Morgen een nieuwe leiding aanleggen. Ik heb me gek geprakkiseerd wat de oorzaak kon zijn maar ik kom er niet uit. Ook de elektricien kan het niet ontdekken. Toen hij de boel weer aansloot smolt de boel. Ik ben bang dat ik een verkeerde aansluiting heb gemaakt en de hele leiding naar zijn grootje heb geholpen. Maar zeker weet ik het niet want bij controle was alles goed.

Wij zitten goed maar de officieren zitten vanavond in het donker.

 

Iets te horen krijgen over geknoei

De C-batterij had ook een blunder. Ze waren in het veld. Met Paboearan was afgesproken dat ze bij zouden springen wanneer er groene lichtkogels werden afgeschoten. Witte lichtseinen waren veilig. Laten ze nu groene afschieten terwijl er niks aan de hand is! Paboearan schoot meteen te hulp en vroeg ons om 15 man versterking om hun kamp te bewaken. De kapitein en de mannen waren onderweg toen het bericht kwam dat het niet hoefde. Ze hebben de tocht voor niets heen en terug gemaakt.

De C-batterij en ik zullen er nog wel over het geknoei met licht te horen krijgen maar ik kan er tegen hoor.

 

Zware gevangenen ruimen wij zelf op, algemeen gebruik, spion op de fiets, witte spatborden zwart geverfd

Die gevangene die er in Soekamelang tussenuit kneep heeft daarmee zijn leven gered. Het was een zware en zware gevangenen sturen wij niet meer door, maar ruimen we zelf op. De enige manier om er later geen last meer van te krijgen. Het mag wel niet maar het is algemeen gebruik. Niet over praten snoes.

 

Hardhandige wijze verhoren, witte spatborden zwart verven

De laatste dagen hebben we elf gevangenen. Ze worden door onze drie Javaanse spionnen op hardhandige wijze verhoord. Niet best wanneer je in hun handen valt. De inlichtingen komen nu los en zo langzamerhand krijgen we een idee van de toestand hier. Er zit nog veel tuig dat niet openlijk tegenwerkt maar zo’n beetje tijdelijk verzet pleegt. Al met al mogen we niet mopperen.

Een eigenaardig geval schat. Onze spionnen gebruiken onze nieuwe fietsen op hun patrouilles. Het vreemde was dat zodra de fietsen werden gezien de bevolking bang werd en zich terug trok en de spionnen zo nergens inlichtingen konden krijgen.

Er zijn hier nieuwe fietsen genoeg. Die van ons hadden echter witte achterspatborden. De bevolking was gewaarschuwd, zodra de witte spatborden ergens werden gezien wist men meteen dat de matta matta’s van de blandas eraan kwamen (matta = oog, matta matta = spion). Heb de witte spatborden zwart geverfd.

 

Wedana, situatieschets en tong op de schoenen

De Wedana van Bandoeng kwam hier een redevoering houden. Hij maakte gebruik van de versterker op de geluidswagen die wij bij dergelijke dingen en bij propaganda en acties gebruiken. Op een km afstand kun je nog verstaan wat er gezegd wordt. Mijnheer zat rustig bij de officieren op de veranda en sprak het volk dat op het voetbalveld verzameld was toe. Ze luisterden aandachtig. Wij verstonden er geen klap van en hadden meer aan de plaatjes die gedraaid werden.

Wedana aan het woord?

Heb een kaartje van de directe omgeving voor jou gemaakt [niet tussen de brieven gevonden]. Ons gebied is een stuk kleiner dan het vorige maar het is nog een hele lap hoor, 30 km lang en 15 km breed ongeveer. Paboearan ligt aan de grote spoorlijn Bat-Cheribon, daar ligt ook Soekamelang aan. In Paboearan ligt ongeveer de helft van onze batterij, zij patrouilleren het zuidelijke deel van ons gebied. Het hele gebied krioelt van smalle spoorlijntjes, kali’s, binnenwegen, kampongs en plantages. We zitten op dezelfde hoogte als het vorige gebied maar we zijn meer naar het westen opgeschoven.

Er is f 45,- uit mijn portefeuille gestolen, de rotzak had nog f 2,- laten zitten en heeft jouw geld dat in het binnenvak zat gelukkig niet gevonden. Het onderzoek heeft niets opgeleverd, ik heb alles ondersteboven gehaald maar tida ada. Ik was er eerst beroerd van maar het is weer over.

Heb mee gevoetbald, brrr wat ben ik een stumper op dat gebied, mijn tong hing na een kwartiertje op de schoenen en mijn hart sloeg tot in de keel, het was ook banjak warm in de volle gloeiende zon. Toch wel gezellig even getrapt, ben van plan het vaker te doen dan komen m’n stijve botten weer wat los. Na een half uurtje waren wij allemaal bekaf.

 

Glas snijden, lampenpitten en mee gestunte ruiten

Heb lampenpitten van 110 volt zo aangesloten op ons 220 volt zodat ze toch 110 volt verbruiken. Ze doen het nog niet omdat de fittingen te lang zijn en ik kan die pas aanpassen wanneer de stroom eraf is en dat kunnen wij niet zelf doen.

Grote schoonmaak gehouden op onze kamers. Een paar gevangenen hebben het spinnen rag weggehaald, tafels en stoelen afgesopt en de vloeren gedweild. Alles stond op z’n kop, het is nu weer keurig in orde.

Heb de ruiten die ik meegestunt had uit Soekamelang in de ramen gezet, ze zijn te kort. Ik maak het verder af met bitik, gevlochten bamboe en vliegengaas.

Heb het raampje in de cel verzegeld. De gevangenen hadden als ze een beetje link waren geweest allang kunnen ontsnappen. Nu zullen ze er wel vanaf blijven. Heb het met prikkeldraad afgezet en dat staat onder stroom. Ik kreeg nergens houvast omdat er geen houten kozijn was, dit was de enige oplossing en het volstaat.

Voor de ramen van de officieren had ik een glassnijder nodig. Ik stuurde de djongos erop uit en die kwam met de eigenaar van de glassnijder terug. Hij wilde zelf snijden, kan ik me voorstellen. Een goede vulpen leen je ook niet uit. Hij sneed alleen drie van mijn vijf ruiten te klein af. Hellig was ik. Wil je vader vragen of hij er een voor mij heeft? Dan kan ik mijzelf redden.

 

Klaar voor verlof in Bandoeng, staf met die rotorganisatie 

We kregen bericht dat de verlofgangers om 18.30 uur klaar moesten staan om naar Pamanoekan te rijden en van daaruit ’s ochtends vroeg verder naar Bandoeng. Haasje repje mandiën, scheren, eten en inpakken. Bij aankomst bleek er geen slaapplaats voor ons te zijn. Nog later bleek onze eigen batterij een wagen te moeten leveren voor ons vervoer naar Bandoeng. De pantserwagen waar wij mee gekomen waren moest weer terug omdat de luitenant mee was gereden en hij moest weer terug. We zaten te dubben, rijden wij mee terug naar ons eigen nest en dan morgenvroeg opnieuw op reis of blijven en niet slapen.

Krijg het heenenweerenhierendaar op de staf met die rotorganisatie. Wij reden maar mee terug. Je hebt verlof of je hebt het niet. Om 4.30 uur opstaan en vijf uur rijden om weer uit te komen bij de plek waar vandaan wij nu weer vertrekken om nog andere feestgangers op te pikken.

In de tussentijd was de foeragewagen hier aangekomen met twee brieven van jou die K. meteen weer met de foeragewagen mee terug gaf. Wij zijn de foeragewagen gepasseerd maar hoe kon ik weten dat er brieven voor mij waren? Morgen ga ik ze ophalen en al moet ik de hele staf wakkerschoppen, ik krijg ze mee want ik zit daarna een hele week zonder. Jij zult er niets van merken, ik schrijf gewoon door. Ik heb 20 postbladen gekocht. Nog even mijn eten voor morgenochtend van de kok afhalen daarna ga ik maffen.

Dikke túten voor mijn schatten XXX

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *