Taboe in het Theemeubel

Over Taboe in het Theemeubel

Taboe in het theemeubel gaat over de briefwisseling van voor en tijdens de politionele acties in het naoorlogse Nederlands-Indië

Taboe in het theemeubel is de werktitel en waarschijnlijk definitieve titel van mijn volgende boek. Na de tweede wereldoorlog vertrok mijn vader, Klaas Bruinsma, naar het toenmalige Nederlands-Indië. Als wachtmeester heeft hij daar ruim drie jaar, samen met 150.000 anderen zoals hij, gestreden voor een menswaardig bestaan voor de medelandgenoten. Zo zagen zij het.

Mijn moeder, Janke Venema, en hij schreven elkaar bijna dagelijks.

De brieven werden in bamboe manden bewaard in het theemeubel. Mijn vader maakte het theemeubel en gaf het mijn moeder als verlovingscadeau. De brieven lagen daar jaren achter slot en grendel in het linker onderkastje.

Het is altijd intrigerend geweest, geen woord werd erover gesproken waardoor de kast veel meer een kluis voor een mysterie werd dan een drager voor het theeservies. Ik heb altijd gedacht dat ik iets met de brieven moest doen. En naarmate mijn moeder ouder werd en naar steeds kleinere kamers verhuisde, het theemeubel uiteindelijk te groot werd, vroeg ik haar of ik dat mocht. En na meer dan 65 jaar taboe zei zij, ja, het is goed, ik vertrouw je.

Deze blog gaat over het boek Taboe in het theemeubel in wording. De correspondentie van een jong ouderpaar. Hun sterke mooie liefde, hun verlangen weer bij elkaar te zijn, hun twee jonge kinderen en de opvoeding waar mijn moeder alleen voor staat. Hun geloof, maar bovenal hun liefde. Zij schrijven dagelijks. Het schrijven houdt hen bijeen, het is hun houvast. Mijn moeders brieven zijn niet bewaard gebleven, enkele uitzonderingen daargelaten. Mijn vaders brieven beslaan plus minus 7000 kantjes, dicht beschreven, dubbelzijdig schuinschrift op iets doorschijnend dun papier.

Lees ook mijn korte beschouwing over Taboe in het theemeubel op de website van het onderzoeksprogramma Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950  bij het programmaonderdeel Getuigen en tijdgenoten.

Het onderzoek gaat vooral over hoe het zo allemaal kon gebeuren zoals het gebeurd is. Het onderzoek wordt uitgevoerd door NIOD, KITLV en NIMH en Indonesische onderzoekers en is september 2017 van start gegaan.

Ik heb Taboe in het theemeubel aangemeld en de blogs worden opgenomen in de bibliotheek van het NIOD.

‘Waardevol aanvullend onderzoeksmateriaal’ zowel de blogs als de brieven volgens het NIOD.

De brieven worden opgenomen in het archief van het NIOD.  In maart 2018 breng ik de brieven van 1946 tot en met juli 1948 naar hun eindbestemming. De brieven vanaf augustus 1948 tot en met december 1949 blijven nog in het Theemeubel tot ook die gelezen en verwerkt zijn.

Met mijn broers en zusters heb ik besproken of de meest gevoelige, meest intieme brieven er misschien uitgeselecteerd moesten worden. De passages die ik niet in de blogs verwerk. Mijn moeder gaf toestemming, ik vertrouw je zei ze. Daar heb ik de grenzen aan afgemeten van wat wel en wat niet in Taboe in het theemeubel komt.

We zijn het eens. Het is goed dat niet alles via de blogs vrijkomt maar mijn ouders verhaal, hun geschiedenis in de brieven is een geheel. Het tekent een tijdsbeeld en hoort als geheel bijeen te blijven.

Wat is het waardevol dat dit bijzondere verhaal nu op deze manier op deze plek bewaard blijft, als het ware thuiskomt bij Getuigen en tijdgenoten.

<b>Theemeubel</b>“></a><a itemprop=

Theemeubel

Bekijk de blog

Vooruitblik op Taboe in het theemeubel vanuit Keerkring of rondwaren in tijd

Dozenvol dun, grauw luchtpostpapier, achter slot en grendel, taboe. Met kast en al verhuisd naar de aanleunflat van mijn moeder, eenieder kan erbij als hij wil. De sleutelbos ligt in een van de lades.

<b>Mysterieuze sleutelbos, meer sleutels dan er sloten op het theemeubel zijn</b>

Mysterieuze sleutelbos, meer sleutels dan er sloten op het theemeubel zijn

Mijn moeder wil de brieven voor ze sterft, in ieder geval de hare, opstoken. Dat zal nog moeilijk gaan daar in dat flatje, misschien doet ze het op haar balkonnetje. Dat zal heel wat stof doen opwaaien tussen de geraniums. Ik zie de geblakerde flarden liefde en schande zo voorbij dwarrelen. Medebewoners graaien ernaar.

Wij lachen samen smakelijk bij deze voorstelling. Zij vertelde mij dat ze zich schaamt voor haar onwetendheid en naïviteit, ten opzichte van zijn weten, ervaring en god mag weten wat nog meer.

Het theemeubel kon niet mee naar het verzorgingshuis en nu liggen de brieven met bamboe mandjes en al, in afgesloten plastic bakken, bij mij in de kast. Grauwgrijs, stinkend en wel, naar jarenlange afweer, eenzame opsluiting en kettingroken.

Als kind dacht ik dat ik iets met deze brieven wilde of moest doen. Maar nooit gevraagd. Ik vroeg mijn moeder, mag ik jullie brieven meenemen, misschien wil ik er ooit iets mee doen. Heb je de jouwe opgestookt of is alles er nog?

Zij zei, dat weet ik niet meer, ga maar kijken, ik vind het een goed idee, ik vertrouw je.

Mijn oudste zus zei, beschouw het als een opdracht van ons als gezin aan jou. Niet als een schouderlast, niet als een juk, maar als een volgende ronde.’

Actualiteit van toen is springlevend, wat doet oorlog met je?

Historie en mijn ouders op jonge leeftijd daar middenin. Wat een wonder dat ik dit mag lezen. Dat het openbreken van het taboe zoveel puzzelstukken over ons gezin en mijn eigen jeugd in elkaar doet schuiven. Puur en alleen door zo dichtbij te mogen komen.

Van vóór, tijdens en na de politionele acties. De actualiteit van toen is nu nog steeds springlevend. Regelmatig duikt het onderwerp op in het nieuws. Het is verre van een afgesloten hoofdstuk. Bovendien is de thematiek oorlog, liefde en het persoonlijk beleven van dit alles van alle tijden en toen is daarin niet anders dan nu.

Werd mijn vader wie hij was door wat hij meemaakte in Indië

Werd mijn vader wie hij was door wat hij tijdens zijn jaren in Indië meemaakte? Werd hij daardoor de vader die hij was? Dit is dé vraag die achter Taboe in het theemeubel schuilt.

Al lezende ontdek ik dingen, al lezende wordt de vraag stukje bij beetje beantwoord. Al lezende schrijdt het inzicht voort en weer terug en weer verder. De waarnemingen, de herkenning in verschillende verhaallijnen probeer ik tegelijk met mijn ouders stemmen te vangen en weer te geven.

Geloof, hoop en liefde in tijden van guerrillaoorlog

Een verslag, een tijdsbeeld, strijd in geloof maar nooit in hoop en liefde. Mijn jonge ouders. Mijn moeders brieven zijn verloren gegaan, het beeld is uit mijn vaders brieven alleen en uit de antwoorden die hij geeft op haar vragen.

Wat vind je ervan? 

Alle groene tekstdelen zijn links naar sites met meer informatie, klik erop en je komt daar.

Wat vind je ervan? Welke wending zou jij nemen? Welke invalshoek zou jij kiezen? Welke richting zou jij opgaan als jij dit boek zou schrijven? Heb je suggesties, wil je iets kwijt? Reageer dan onderaan de individuele blogs of bel of mail me. Je vindt me ook op LinkedIn, twitter of facebook.

Ik stel je reactie zeer op prijs!

Wat vooraf ging

Klaas Bruinsma zat tijdens de oorlog bij het verzet in het noorden van Friesland. Hij en zijn zwager doken, om aan de dwangarbeid in Duitsland te ontkomen, regelmatig in de schuilplekken die Klaas had gemaakt in beide ouderlijke huizen, van hem en zijn verloofde Janke Venema. Beide ouderparen hadden met regelmaat onderduikers.

Zijn schoonouders hadden een radio waarmee naar berichten uit Engeland geluisterd werd. Zijn eigen vader stond bij een razzia een keer voor de trap en zei jimme hoeve net nei boppe seker? waarop de Duitsers prompt naar boven stoven. De onderduikers konden daardoor net op tijd in de schuilplek beneden wegkruipen.

Klaas zorgde voor extra voedselbonnen. De Duitsers hadden van alle kerken de kerkklokken weggehaald om tot kogels om te smelten. Klaas en zijn zwager hebben de klok terug gestolen en bij een boer onder de mestvaalt verstopt. Onder dreiging van het fusilleren van dorpsgenoten moest de schuilplaats vrijgegeven worden. Uiteindelijk is de verblijfplaats van de klok na de oorlog achterhaald, de klok hangt nu weer op zijn plek.

Na hun trouwen op 10 juli 1945 vertrekt Klaas met zijn verzetsmaten voor God en Vaderland naar de Koninklijke Militaire Academie in Breda om zich als Oorlogsvrijwilliger te melden. Hij verbleef in de kazerne te Breda en ging van daar in militaire opleiding in de eeuwige blubber van Tilshead, Engeland.

In het voorjaar van 1946 kwam Klaas als sergeant, wachtmeester van een kanonnierseenheid, stukscommandant terug. Korte tijd leidt hij anderen op tijdens de oprichting van het 6e Regiment Veldartillerie (6-RVA) in de kazerne te Wezep. 3 October 1946 vaart hij op de Tegelberg naar Indië. Op 27 october komt hij te Priok, Batavia, aan. Hij keert uiteindelijk, ruim drie jaar later, in december 1949 met de Van Oldenbarnevelt terug.

Met korte tussenpozen tijdens de opleiding in Breda en de korte opleidingstijd in Wezep zijn mijn ouders, de onderduikperiodes tijdens de oorlog niet meegerekend, vijfeneenhalfjaar van elkaar gescheiden geweest.

De brieven in het theemeubel

Oud-Indiërganger bij VOMI

Checkpoint Charly

Reünie

Onderzoek en beginnen

Bekijk de blog

Terug naar Boeken