Blog 39: hospitaal deel VII, Geboorte Betsche, eindelijk ontslag (april 47)

July 18, 2013 Hilma Bruinsma No comments exist

Het heerlijke grote nieuws, geboren Betsche, alles wel. En eindelijk ontslag

Geboortekaartje Betsche

Ik weet niet wat ik schrijven moet. Ik ben dolblij, innig gelukkig en heb razend verlangen naar memmi en kinderen. Pim en zusje.

Mijn lieveling, ik zal proberen weer normaal te doen en van voren af aan beginnen. Ik doe het niet gek hoor schat, uiterlijk merken ze niks aan me, maar inwendig schat, ‘k weet niet. Hoe kan mijn vrouwke het begrijpen.

Ik was vanochtend opgehouden met schrijven schat, het wou niet. Ik heb wat aan de radio geprutst, net zolang draaien tot er leven in kwam. Vanmiddag om half vier kwam er een stapeltje post, alles voor mij. Snel zoeken naar jouw brieven en toen zag ik het telegram, het was of ik door de grond zonk, ben naar m’n bed gewaggeld en scheurde het telegram open, wat zou het zijn? Dat moment was erg lieveling.

 

Betsche, alles wel, dat seintje van jou schat bewaar ik mijn leven lang

Geboren, Betsche, alles wel, Janke. ‘k Moest het eerst verwerken pop, de lange spanning was geweken, de angst is veranderd in diepe blijdschap. Ik heb gedankt vrouwke maar het wou niet, ik kon geen woord uitbrengen en mijn gedachten werkten niet, het was of ik huilde en lachte tegelijk. Ik dacht anders niet, m’n vrouwke, ons kindje, een dochter.

Die twee woorden zeggen alles, alles wel, wat een rijkdom. Het brengt nieuwe zorgen vooral voor jou maar die wegen niet op tegen al het geluk dat zusje meebrengt. Samen danken we en bidden dat alles wel mag blijven. Wat heb ik dat kleine meisje lief. Mem krijg ik gauw een foto. Wat zijn wij gelukkig Janke.

 

Telegram naar huis en wachten op nieuws

Ik heb direct getracht een telegram te sturen toen ik een beetje bekomen was, maar dat ging vandaag niet meer. Ik vroeg de portier om inlichtingen, maar die kon of wou me niet helpen. ’t Kantoor van het hospitaal was gesloten. Ik kreeg ondank m’n blijdschap de hel in. Ik heb de hoofdzuster gevraagd of zij een zuster naar het postkantoor wilde sturen met een telegram. Zij was onmiddellijk bereid om mij te helpen, maar laat dat pokkending nou ook gesloten zijn.

Wachten tot morgenvroeg, dan heb je het morgenmiddag misschien.

’t Is nu etenstijd, brood met suiker, het smaakt me lekker. Het is nu allemaal anders, veel lichter en lang zo donker en zwaar niet meer. Wel een erg diep verlangen nu even bij mijn vouw te wezen, samen danken, even in jouw ogen het geluk zien, je laten voelen hoe blij en gelukkig ik ben, even naast jou in bed zitten met m’n arm om je heen, even die kleine schat zien. Ons zusje, even Pim koesen, zal hij het fijn vinden mem, natuurlijk.

Hoe ziet ons zusje er uit. Zul je alles precies schrijven schat. Is het erg zwaar geweest Jank, erger dan met onze jongetjes? Hoe ben je nu vrouwke, zal je heel voorzichtig zijn? Heeft het lang geduurd? Hoe was het met moeder? Heb je genoeg drinken voor de kleine schat en wil ze drinken? Gaat het beter dan in het begin met Pim? Heeft ze al haar? Hoe blij ben je schat?

Wat verlang ik nu naar een brief met dit alles memmi, toch mag je de eerste tijd niet schrijven, je moet eerst weer aansterken. Morgen weer verder. Alles van heit.

Gister eerst een telegram verzonden  aan mijn liefste jonge moedertje, wanneer kreeg je het? De jouwe is op 3 april om 8.50 uur verzonden en was 3 april 21.00 uur Javatijd ontvangen, ongeveer twee uur ‘s middags Hollandse tijd. Dat is dus best vlug, vijf uur. Van kantoor naar mij heeft het veel langer geduurd. Het moest natuurlijk met de veldpost en daar bleef het liggen tot er een facteur kwam van 6 RVA, die het verder bezorgde. Daar hapert dus nog wel wat. Wat een gezwam om een telegram hè.

Maar dat seintje van jou schat bewaar ik mijn leven lang. ‘k Moet je even koesen en even it lytse famke vasthouden. Pim is nu groot, die krijgt een hand, nee hoor ook túten.

Ik moet nog een stapeltje brieven van jou beantwoorden schat, dat kan ik mooi de komende dagen doen daar ik geen brieven van jouw verwacht. ‘k Verlang ernaar alles te weten, ik moet nog even geduld hebben. Jouw brieven zijn heerlijk maar van het grote nieuws vertellen ze nog niet, dat kan ook nog niet. Ik kan nog wel wachten hoor en als jij dit leest heb ik allang weer brieven van jou.

 

 

Geen jubel maar grafzang met Pasen, leve Lou Bandy

Goedemiddag lievelingen van mij, hoe is het met mem en onze lieve nieuwe schat? Als je deze brief krijgt is Pasen allang voorbij, toch wil ik je een echt gelukkig Pasen wensen. Wij kunnen nu echt diep dankbaar zijn. Vanmorgen begon ik met moed de nieuwe dag, die getuigt van Christus opstanding, nieuw onvergankelijk leven. Om tien uur ging ik naar de kerk, maar dat is me deerlijk tegen gevallen.

Het begon direct al, in plaats van jubel, werd van de gezangen, die mij allemaal vreemd waren, maar toch mooi, een grafzang gemaakt. Zo laag en somber, ik kon onmogelijk meezingen, meer een zuchten uit een afgrond. Van de preek weinig of niets gehoord. Ds. vertelde een heel verhaal dat ook in de bijbel staat, maar de rijkdom van Christus opstanding kwam niet tot zijn recht.

Ik was ontmoedigd schat en straal onwennig van jou. ‘k Was blij dat Ds. amen zei. Toen ik weer op zaal was speelde de radio vrolijke wijsjes, wat een verschil, van verpeste gezangen die je in plaats van dichter, verder van Pasen brengen en Lou Bandy, zoek er de zon op, wat met deze dag helemaal niets te maken heeft. Het contrast was scherp.

Zegt Pasen mij dan niets? Moet ik niet blij zijn dat Christus ook voor mij is opgestaan? Ik voel het niet. ‘k Was ondanks de blijdschap over ons geluk een beetje verdrietig. Nu is het weer beter hoor vrouwke van mij.

Gister niet geschreven, de post  ging toch niet weg en het wou niet zo best, je weet wel hoe dat komt hè?

Waar was ik ook weer gebleven? O ja, heb gister vijf eieren voor de zusters beschilderd. Had een zuster gevraagd eieren voor mij te kopen. Ik ga vanavond een heerlijk spiegeleitje bakken, het is toch Pasen? De rest van de dag heb ik aan thuis liggen denken.

Ben ik weer, het is zes uur, ik heb een wandelingetje gemaakt en even in de cantine met jongens van zaal 11 gekletst. Ook even naar zaal 11, de zusters vroegen of ik nu al terugkwam, ze vonden het best leuk dat ik weer twee keer per dag kom voor bestraling.

Het is heerlijk weer, Pim kon hier mooi buiten staan in de box en zusje in de wagen, heit en mem erbij in ligstoelen, hè ja dat zou heerlijk zijn. Hier lopen ook verscheidene met hun meisje of hun vrouw, ‘k heb dan verlangen naar jou schat. Nu heb ik alles weer opgebiecht.

 

 

Brief 2 april

Mijn allerliefste wyfke en bern. Gisteravond kreeg ik jouw brief van 2 april, het was een heerlijke, moedige brief. Je schreef misschien hebben we morgen wel een zusje, het kwam zo uit. Gelukkig duurt het niet zo lang meer voordat ik een brief krijg waar alles in staat.

Natuurlijk had mijn vrouwke alles in orde en bovendien zo gezellig mogelijk gemaakt. Je denkt overal aan schat. Moest mijn foto erbij? Was ik toen dicht bij je? Toch maak ik me nog bezorgd, je schreef dat er niemand was die je helpen kon. Hoe is het gegaan schat, kon moeder het alleen af? Is het niet te veel voor haar geweest? Ze was al niet zo best. Ook schreef je god zorgt voor ons en daar heb ik ook voor gebeden.

’t Is vandaag de 9e dag, ben je nu voor het eerst weer op? Is ons kleine meiske lief of huilt ze veel? Hoe vindt Pimmie zijn nieuwe zusje of gaan de rillings hem over de rug? Pim is nu baby af en ús grutte jongen.

O, nu thuis te zijn in plaats van hier in het hospitaal. Niet mopperen Klaas, je weet dat alles goed is. ’t Had ook anders gekund.

 

 

Jankes grammofoonplaat en de eerste brieven met nieuws

Gisteren kreeg ik ook jouw grammofoonplaat. Ik heb nog geen grammofoon kunnen vinden maar volgens een patiënt moet er wel eentje in het hospitaal zijn. Straks ga ik er weer op uit, ik moet jou horen. Heb het plaatje aan alle kanten bekeken en kan niets van jou ontdekken en toch praat je tegen mij. Hoe moet ik je mijn dankbaarheid voor alles duidelijk maken?

Dat grote heerlijke wonder nog eens samen helemaal te beleven. En als je dan in die diepe donkere oogjes kijkt, word je stil. Dat is niet alleen natuur maar gods heerlijke schepping en het blijft zijn eigendom. Wij moeten het hem weer opdragen in de doop en de heerlijke, zware taak op ons nemen zijn kinderen in zijn naam op te voeden en van Jezus te leren. Wij kunnen alleen maar danken en bidden dat hij ons wijsheid en kracht wil schenken voor die moeilijke levenstaak.

Ook ik heb vaak gedacht hoe het komen zou als wij elkaar moeten missen. Ik kan me een leven zonder jou niet indenken. Als god mij dan niet genadig is kan ik het niet verder.

 

 

Het zou jou breken wanneer ik niet terugkom

We zien het altijd zo dat het toch moet en het enige dat me de moeite van leven nog waard is, zijn onze kinderen. Ik weet dat het jou breken zou wanneer ik niet terug kwam.  Maar ook weet ik dat mijn dappere vrouwke verder vechten zou en al haar leven en liefde zou geven aan onze kinderen. Ik ben gerust vrouw. ’t Maakt mij verdrietig en diep, heel diep gelukkig tegelijk. Dank hiervoor Janke!!!

Ik leef niet naar onze trouwtekst he? Die moet steeds dieper tot me doordringen. Jij krijgt het moeilijk vrouwke, ook met mij. Je weet hoe lief ik je heb maar toch zul je ontzettend veel geduld met mij moeten hebben, ik ben een egoïst. Ik weet me alles nog te herinneren, die vele dingen die jou verdriet deden, waar jij om huilde. Je zult vaak gedacht hebben, is dat nu mijn man, heeft die me wel zo lief als hij zegt? Ik zal steeds weer afzakken en als mijn vrouwke mij niet helpt zoals ze steeds gedaan heeft, zal ik steeds dieper zakken. Wat jij voor mij bent Jank, kun je nooit weten, wat jij mij schenkt is zo heerlijk en maakt mij zelfs hier in dit land gelukkig.

Ik heb liefde vaak verkeerd beschouwd, jij hebt het me geleerd dat het niet nemen maar geven is. Jij schakelt jezelf uit en leeft voor ons. Mijn innigste wens is, jou alles wat ik geven kan te schenken. Hij alleen kan ons weer bij elkaar brengen en moge dat spoedig zijn.

Eerst weer op een grammofoon uit, ik heb gehoord dat de hoofdzuster van zaal 11 er een heeft, jammer dat ze er niet is.

 

Gisteravond jouw stem gehoord, hoe het was kan ik je niet schrijven

Dag mijn heerlijk vrouwke en liefste kinderen. Eerst een innige zoen voor jou en een koes voor onze lammetjes. Gisteravond jouw stem gehoord, hoe het was kan ik je niet schrijven. Ook weet ik niet wat je allemaal gezegd hebt, ik hoorde alleen de stem van mijn liefste, die tot mij sprak. Jank, ik heb gehuild, voor de eerste keer in Indië. De laatste keer was het in de auto toen ik wegging van alles wat mij dierbaar is.

Ik kan er niet over schrijven, je weet hoe het was. ’t Was zo fijn, het ging door alles heen en ik kreeg zo’n verlangen naar jou. ‘k Had er naar uitgekeken, maar dat het zo zou zijn wist ik niet. Hoe moet ik jou bedanken, je moet het voelen. Je hebt me verdrietig gemaakt en innig gelukkig. Ontvang alles wat ik heb van mij terug.

Gisteravond vroeg ik de hoofdzuster naar een grammofoon, even denken zei ze en er was er één op deze zaal. Zij vroeg de patiënteigenaar en toen was het klaar. De veer was stuk, maar dat hinderde niet, hij draaide de schijf met zijn vinger.

Toen hij begon te draaien zat ik in spanning. Ik hoorde moeder praten en ik zei nee, de andere kant. En toen kwam jouw stem en kon ik mij niet meer goedhouden, ondanks de jongens en zuster die er omheen stonden. t Was Fries en ze verstonden er weinig tot niets van.

 

Jouw stem

 

Voor mij was jij het en ik vergat alles. ‘t Was heel duidelijk en jouw stem was wel wat vreemd, maar hoe zou ik die niet herkennen?

Toen kwam moeder en ook van haar weet ik niets meer, daarna vader en toen kwam jij weer. Het was zooo mooi schat, je hebt me zoiets moois gegeven, iets van jou zelf. Ik ga straks de grammofoon zelf vragen en dan luister ik ook naar wat je zegt.

Daar ben ik weer. Ik heb niet veel nieuws. Ik heb zoveel vragen maar die weet je wel en die worden straks weer door jou heerlijk brieven beantwoord. Ik kan me voostellen dat je je vaak machteloos voelt, mij hier nutteloos in het hospitaal te weten, terwijl jij mij en ik jou zo hard nodig heb. Ik weet dat jij voor mij blijft bidden en ik tracht het voor jouw te doen, ook hieruit wil ús heit ons weer helpen. Houd moed hoor schat! Alles zal reg kom.

Zit jouw brieven na te snuffelen. Als ik eerst maar weer alles weet krijg ik weer goede moed, het is nu een beetje weg maar dat kun je wel begrijpen. Ik heb je nodig. Dat zijn geen klaagliederen over Pim’s buien lieveling. Daar moet je later ook voor bij mij komen, niet dat ik dan de boeman wordt maar om het samen op te lossen, net zoals we dat nu doen.

 

 

Brief op 20 april

20 april, Mijn liefste schat, die mij weer zo gelukkig gemaakt heeft. Jouw heerlijke brief heb ik vrijdagavond om half 10 ontvangen

Je weet niet hoe heerlijk het was, hoe gelukkig ik was weer alles van jou te weten. Alles was weer goed en ik heb gedankt. Ik ga straks jou brief beantwoorden. Ik ben net terug uit de kerk. Het ging over het ongeloof van Thomas, ook ik ben zoals hij, eigenzinnig en het niet willen aanvaarden en geloven. Ook ik zonder mij af en vraag waarom moet mij dit allemaal overkomen en vergeet dat alle dingen medewerken ten goede, wanneer we maar eenvoudig geloven in Christus. Ik zal weer mijn best proberen te doen vrouwke en we vragen samen om gods hulp, waar we niet zonder kunnen. Heeft hij ons niet alles gegeven.

Ik zie het nu niet meer zo donker. Jij hebt me weer gelukkig gemaakt en nieuwe moed gegeven.

Heerlijk dat ons Bettekind, ons meiske, zo goed bij mem drinkt. Ik heb gelachen schat. Ons hummeltje is niet zo mooi als Pim, ze is wat grover en dus lijkt ze op mem! Ik weet nog hoe Pim er de eerste dagen uitzag, ons kleine mormeltje. Als deze kleine foele rakker niet zo mooi is, maar op mem lijkt, ben ik er niet zo bang voor dat ze niet mooi zou zijn! En anders is ze toch ons kindje, onze kleine lieveling.

Fijn dat je mijn pakket kreeg maar het grootste en belangrijkste pakket moet nog komen.

 

 

Dankbaar zonder gods naam

Zopas las ik onze advertentie in het dagblad, heerlijk was dat. Ik heb het meteen uitgescheurd en in mijn zakagenda gedaan. Hij was prachtig vrouwke. Het kaartje heb ik nog niet ontvangen.

Mei tankberens dogge wy to witten de berte fan ús famke en suske Betsche.

K. Bruinsma, J. Bruinsma – Venema, Wijnsen Auke

Batavia – Raard 3 April 1947

(Met dankbaarheid laten wij de geboorte van ons meisje en zusje weten.)

 

Velen zullen de naam god wel missen. En wie zou die dankbaarheid toekomen? Je hebt het uitstekend gedaan schat.

Ik begrijp het dat je onwennig bent van onze oudste maar ik geloof niet dat hij in die korte tijd van je afwent. ‘t Baasje zal vast blij zijn wanneer hij memmi straks weer ziet en zijn armpjes uitsteken.

Heb ik je niet geschreven schat dat je je geen zorgen moet maken hoe het allemaal komen zou als zusje kwam. Er wordt altijd een oplossing gevonden, dat zie je nu ook weer. Ook ik had me daar zorgen over gemaakt maar ben nu gerust, nu ik van jou hoor dat alles best gaat.

Ik weet hoe gelukkig je bent met onze kleine schat. Zei ik niet dat jij de liefste moeder zou worden?

Fijn dat je weer even op mocht al merkte ik dat het je niet beviel. Dat was de achtste dag zeker schat? Heeft zusje een goede stem? Laat ze maar lekker brullen tot het weer tijd voor haar is. Dat is moeilijk voor jou hè memmi?

Weet jij ook niet alles te schrijven, toch weten we het van elkaar schat. Je hebt me door jouw brieven weer opgeknapt, beter dan dokter met al zijn pillen en spuitjes en kuren.

 

 

Ruzie met de massagezuster en eindelijk met ontslag

Ik kan alle oefeningen weer doen behalve met gestrekte knieën vooroverbuigen, dan schiet het weer in mijn rug. Sinds zuster mij masseert heb ik daar weer meer last. Zij zou het met dokter bespreken, zij denkt dat het iets anders is dan ischias, en dan moet ik geopereerd worden.

Nou dat is er niet bij, ik denk dat ik het van mijn spit heb overgehouden. Verder ben ik zo lekker als een kip en dat komt door jouw brieven.

Ik krijg nu alleen nog een paar pillen per dag voor het bloed geloof ik, wat ze met de spuitje bederven maken de pillen weer goed, net als de boeren die zich ziek eten aan aardappelen ‘mei bred spek’ (gebraden spek) en het weer goedmaken met sûpengroattenbrij (karnemelksepap).

Ik had ruzie met de massagezuster, ik heb nu weer last van mijn rug. Ik zei dat ik het langer vertikte, dat ze me flink aanpakt en een beetje pijn doet is niet erg, maar dat het sinds de massages erger wordt, is niet in de haak, het is beter om er eerst met dokter over te spreken.

Verder is het met Klaasje prima, ook de stemming is goed, daar heb jij voor gezorgd. Ik ga weer met nieuwe moed verder, misschien wat meer van me afbijten, misschien helpt dat.

Ontslag

Mijn dierbare vrouw en liefste kinderen. Drie heerlijke brieven die ik vannacht kreeg. Hoe dat was schat schrijf ik straks. Eerst het grote nieuws, ik ga er morgen uit.

Ik zal bij het begin beginnen. Vanmorgen kwam ik weer bij de massagezuster en vroeg haar mij niet te masseren vóór dokter mij onderzocht had. Wij gingen er meteen naar toe maar hij was er niet. Vanmiddag kwam hij op zaal en ik moest bij hem komen in het kantoortje.

Hij vroeg waar mijn onderdeel lag, hij zei die ischias zullen we vergeten, je gaat maar voetballen (dienst doen), morgen ga je er uit. Hij wil het zeker proberen hoe het gaat.

Morgen ga ik nog niet naar Kebalen maar naar het Substitutiekader. Er is geen dagelijkse verbinding en dus kan ik niet zo met m’n boeltje op straat gezet worden.

Ik ben blij dat ik er eindelijk uitga maar zie er ook weer tegenop, want zoals ik de laatste tijd ben, hebben ze nog niet zoveel aan me. Ik zal mijn best doen en ik beloof je dat ik voorzichtig zal zijn. Ik ben de laatste tijd wat zuiniger op mezelf geworden hoor. Ik heb er zin in, ik doe kalm aan en gaat het niet goed dan wacht ik niet zo lang als de eerste keer hoor. Na alles wat ze hier aan me gedaan hebben, ben ik weinig gevorderd. Het moet vanzelf beter worden.

Vanmorgen om half elf kreeg ik mijn ontslagbewijs. Ben eerst mijn spullen gaan halen uit de goedang/magazijn, m’n rommel zoveel mogelijk ingepakt en toen stond ik op straat. Het was een vreemd gevoel om weer in de zware schoenen te lopen. Ik heb m’n zakboekje in laten vullen, het is netjes gedaan met – chronische ischias –  en getekend door dokter B.. Dat is niet slecht want later weten ze er vaak niks meer van en zijn de papieren weg. Zit op het Veldpostkantoor te wachten tot de foeragewagen van Bekassi me afhaalt. t Kan nog wel een paar uur duren.

Dat is alles weer schat. Deze brief laat ik hier achter, morgen schrijf ik het verdere verloop.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *