Blog 62: Liefde, god en guerrilla, meteen de schrik erin brengen (tweede helft november 1947)

August 10, 2016 Hilma Bruinsma No comments exist

 

Liefde, god en guerrilla, tweede helft november 1947

Goede morgen liefste vrouwke en mijn kleine schatten. De patrouille nam op de terugweg de post mee dus heb ik een dag eerder post. De post gaat hier altijd voor. Als er post uitgedeeld is zie je overal lezende jongens.

Van de liefde en van god

Jij had geen post in vijf dagen en mijn schat kon geen kant op, zonder hoop, kon niet meer leven en mij niet meer schrijven. In de volgende brief doe je het dan toch weer en had je weer nieuwe levenslust en moed. Moest je eerst weer een brief hebben om te kunnen geloven dat god toch voor mij zorgt? Kom eens dicht tegen mij aan staan, luister. Ik heb je zo lief, en heb je zo nodig, met al je zwakheden, met al je dapperheid, met alles zoals je bent heb ik je nodig. Zo moet je volhouden Jank. Jij valt mij niet tegen, ook deze brief was heerlijk voor mij. God houdt jou toch vast, hij laat je wel zakken maar houdt je hand vast en trekt je dan op en dan heb jij weer geloof en vertrouwen. Zo komt het altijd goed schat, vallen en opstaan.

Ik wou dat ik zo was. Dat ik die strijd had met god. Ik heb gedankt dat jij zo bent. Hou goede moed Jank want hij hoort je toch wel.

Dominee had het over weest niet bevreesd. Hoe vaak vergeet ik hem niet en ben ik bang. Dan zie ik mijn taak niet meer en bekijk alles van de menselijke kant en staat alles mij tegen en komt alles op mij af en ben ik bang voor het leven. Een enkele keer voel ik dat god mij lief heeft en mij bemoedigt.

Echt bidden kan ik maar zelden. Jij dacht dat je god haatte maar gelukkig kwam je tot een andere slotsom en voelde je weer zijn nabijheid en werd het weer lichter. Het is wonderlijk en onbegrijpelijk dat hij ons nog steeds vasthoudt. Wij willen graag zelf alles doen maar kunnen niets zonder hem. Zullen wij weer samen bidden?

Kun je alleen aan mijn vragen merken dat ik je nodig heb? Ik stel weinig vragen aan jou, ik ben een stommerd schat dat ik niet meer vragen voor je weet. Jij helpt nooit indirect schrijf je, maar helpen doe je wel, jouw grote liefde is mijn grootste hulp. Jij schrijft alles zo fijn dat er voor mij weinig meer overblijft om te vragen. Ja lieveling, je moet mij alles schrijven wat je denkt, het is nooit te veel pop.

 

Boompje planten op het grafje

Als je hebt afgesproken dat er een boompje op het grafje van ús jonkje, Pims twillingbroerke, wordt gepland is het goed mem, we doen het in gedachten dan toch samen. Wat kan Pim nu allemaal zeggen mem?

Volg jij je eigen mode maar Jank, zo’n lange mantel lijkt mij ook niks.

Ik weet dat je het niet altijd in mijn brieven lezen kunt maar voel het dan aan mijn diepe grote liefde en denk aan de brieven die je wél helpen. Blijf dicht bij god en vecht tegen de satan die je tracht te verstikken. Als ik DV weer thuis kom hoop ik je alle verdriet dat ik je heb aangedaan te vergoeden en te laten vergeten.

 

Spelenderwijs leren autorijden, soms voel ik mij een klootzak

Vanochtend is er weer een patrouille weggegaan. Ik zou de mannen op een afgesproken plek ophalen. Ze kwamen drie uur later uitgeput en doorweekt van zweet en vuil aan. Ik was samen met de chauffeur en heb wat in de wagen heen en weer gereden. Zo spelenderwijs leer ik nog wel eens autorijden. Dan gaan wij later samen nog eens een toertje maken. Hou je daarvan snoes?

Vannacht gaat er weer een sterke patrouille op pad naar Tjikampeh. Ik blijf binnen. Soms voel ik mij de klootzak vrouwke maar ik heb er al weer vrede mee. Er wordt mij niet gevraagd of ik mee wil en ik bied mij niet aan.

 

Petje af voor snelle Javaan, levende dode door heimwee

Er was grote opschudding. Onze Javaanse spion had een knaap in de kraag gepikt waar wij al heel lang achteraan zaten, een van de vele brandstichters en saboteurs. Toen de wachten zaten te eten sprong die knaap ineens het wachtlokaal uit, rende de brug over en verdween in de kampong. Ze schoten als gekken maar hij had een flinke voorsprong en heeft z’n hachje gered. M’n petje af voor hem. Een wonder dat er niemand op de sawa’s is geraakt, daar zeilde hij tussendoor. Ze hebben hem nog een paar km het veld in gevolgd maar de Javaan op blote voeten loopt sneller dan een soldaat op schoenen en met een geweer.

Een van de twee dagwachten, onze kantinepik, heeft een tik gehad, een soort heimwee of zo. Ik heb nog nooit zo’n vreemd figuur meegemaakt. Als hij tien woorden zegt op een dag is het veel. Hij is zo traag dat de meest trage Javaan niet aan hem kan tippen. Hij is totaal ongeschikt voor de dienst. Je ziet hem nooit, zit de hele dag in zijn hokje en verkoopt ’s avonds zonder een stom woord te zeggen limonade en andere spullen in de kantine.

De laatste tijd klopt hij om de drie dagen een dagwacht. Dat hebben we gedaan om hem uit zijn dode leven te krijgen maar zonder succes. Patronen wilde hij eerst niet aannemen, ik schiet toch niet zei hij. Hij loopt zo traag als en slak naar het wachtlokaal, zet z’n spuit in de hoek en blijft de hele dag rustig op zijn stoel zitten en bekommert zich nergens om.

De jongens zeggen dat zijn geest zwevende is en dat zijn stomme trage lichaam hier is. Toch is hij niet dom, hij schijnt een goed seiner te zijn geweest. Simuleren is onmogelijk, dat hou je niet zolang vol. Je krijgt geen hoogte van hem. De kantinekas klopt altijd tot op de cent. Hij laat zich niet door de jongens bedonderen en komt een enkele keer raak uit de hoek.

Dokter haalt zijn schouders op, laat hem maar. Wat een orang! Een levende dode zoals hij heb ik nog nooit eerder gezien. Ik zal de dominee eens in de arm nemen, misschien kan hij er wat leven in krijgen.

Deze orang zat vandaag op wacht en die Javaanse knaap heeft er gebruik van gemaakt.

 

Trage Javaan, bloedrode sirih, rust, eeuwenoude Adat

Nog even over traagheid. De Indiërs werken allemaal traag. Toch is het geen luiheid maar een oude gewoonte. Het westerse arbeidstempo is in dit klimaat niet vol te houden. Ze werken niet hard maar gestaag door. Ik geef het ieder Friese boer te doen om in deze hitte te staan hakken. De doorsnee Javaan doet niet meer dan waar hij zijn gezin mee kan onderhouden. Dan zijn ze tevreden.

Hun kinderen doen precies zo en daarom is het leven nog hetzelfde als eeuwen geleden. De westerse invloed heeft een klein deel van de bevolking meer vooruitstrevend gemaakt, zoals Soekarno. Ook door rassenmenging is er een andere kijk op de eeuwenoude gewoonten gekomen. Een halfbloed voelt zich mijlen ver boven z’n volbloed broeder. Toch komen ook zij uit de kampong en hebben het aan de vroegere Jan Knilsoldaat (het uitschot van de Hollandse maatschappij) te danken dat zij het zover geschopt hebben.

Nee hoor tabak pruimen doen Javaanse mannen niet. Ze rollen van een soort gedroogd blad twee keer zo lange sigaretten als die van ons. Met kruiden erin, kretteks, net zoals ze knetteren. Het stinkt als onze surrogaat sigaretten, zij zijn er verzot op.

De vrouwen pruimen veel sirih. Het geeft een bloedrood sap dat in de tanden trekt. Een ontzettend vies gezicht wanneer je een vrouw met half afgebroken zwarte tanden ziet pruimen en spuwen, net alsof ze de mond vol bloed heeft. Harrebarrebarrejasses.

De meesten zijn tevreden wanneer ze hun hap rijst op tijd krijgen en trekken zich verder nergens iets van aan. Dom zijn ze zeker niet maar ze zijn niet ontwikkeld. Ik geloof ook niet dat hun levenswijze verandert. Wat is het beste. De westerse ‘beschaving’ brengen? Dan is hun rust weg en hebben ze ook nooit genoeg, net zoals  wij. Wel moet er veel verbeterd worden zoals medische hulp en kleding maar laat ze verder met rust en kom niet aan de eeuwenoude Adat.

Gister kreeg ik weer een brief van vader en van moeder maar ik schrijf pas terug wanneer ik voldoende postvellen heb gespaard.

 

Gunfitters, vijf pakketten onderweg

Ben de hele dag bezig geweest en heb het gevoel dat ik niks gedaan heb. Er kwamen een kapitein, een sergeant en vier soldaten in ons kamp. De gunfitters controleerden de kanonnen, doormeten en bijstellen. Ik was er een tijdje bij. De kapitein was heel tevreden over de toestand van de stukken. Daarna de suikerblikken opengemaakt en er zoveel uitgehaald dat ieder blik als pakket precies 5 kg woog. En weer dicht gesoldeerd. Ik heb nu vijf pakketten voor je onderweg. Niet slecht hè?

Wij hebben lijm genoeg. Ik maak het van rubber en benzine, dus solution. Het plakt als de pest en is watervast. Is dat bij jullie nog krap? Dan stuur ik je een blik en kun jij het verpatsen. Ik krijg Chinese allures, die kloppen ook overal geld uit. Een paar dagen geleden vond ik een geschikte kist op het terrein en ik heb hem ingepikt. Ik heb er een deksel bij gemaakt en bij de Chinees twee scharnieren gestunt. Nu nog een slot en dan heb ik weer een knappe kist. Als ik er mee thuis kom niet mopperen hoor.

 

Bombardement op kampong, voor Jan lul door sawa’s, bossen en kali’s, helpen bij Tjikampeh

De patrouille moest 130 km rijden en de hele stunt is weer op niets uitgelopen. Volgens de inlichtingen moest een 1000 man sterke TNI-groep ergens in een kampong zitten. De kampong is eerst gebombardeerd door twee vliegtuigen, de patrouille was toen op 4 km afstand.

Wat er nog in de kampong was is er natuurlijk tussenuit geknepen. Bij de omsingeling waren er alleen nog kippen. Er zijn in verschillende huizen patronen gevonden en een oud geweer. Het grootste deel van de kampong is afgebrand. De bende kan daar niet meer terug komen. Ze zullen hun heil wel ergens anders zoeken.

De jongens hadden het smoor in dat zij daarvoor die lange tocht moesten maken. Als er zo’n grote patrouille op stap is kun je er donder op zeggen dat je voor Jan lul door de sawa’s, bossen en kali’s loopt. Ook waren er deze keer troepen bij die nog maar twee maanden in Indië zijn, die hielden om de paar km rust. Op de terugweg weer hetzelfde liedje. Onze jongens moesten nog zo ver rijden en tippelden, zij zijn in een keer teruggelopen naar de wagens. Er was amper thee, laat staan iets te eten. Ze hebben in 18 uur niks anders gekregen dan een noodrantsoen, een zakje met limonadepoeder, wat biscuitjes, kauwgum en sigaretten en een blikje kaas. Het leven is geen lolletje en het soldatenleven al helemaal niet.

Het is eigenlijk niet in de haak dat wij naar Tjikampeh moesten om te helpen. Als ze daar eens wat minder veel zouden voetballen en meer patrouille lopen en zichzelf hadden laten zien, dan was het niet nodig geweest. Het is logisch dat de bendes opnieuw beginnen zodra zij de kans ruiken. Nu is het een hele toer om ze weer weg te krijgen.

 

Gevangenen poot aan poot en kippen aan een touwtje

Ik zit op wacht en ga weer heerlijk met jou praten.  Eerst weer een dikke tút memmi en koeskes voor onze kleine schatten. Ik heb vier gevangenen waaronder twee rampokkers. Wat de andere twee uitspookten weet ik niet. Ze hebben de buik vol met nasi en ik heb ze poot aan poot laten binden zodat ze genoeg ruimte hebben om te slapen maar er niet tussenuit kunnen knijpen. Nu kan ik rustig schrijven en hoef niet op de sprong te zitten om achter een gevangene aan te rennen. ’t Wisse voor het onwisse sei de boer en bûn de deade hûn de bek ticht. (Het zekere voor het onzekere zei de boer en bond de dode hond de bek dicht.)

De genie is bijna klaar, dan kunnen we het bos weer in. Ze zijn allemaal chocolade mens (Javanen) en ze hokken hier met hun vrouwen. Dat is ’s avonds een gezellige boel, die wijven hinniken tot 22.00 uur en dan is er rust. Dan komt zo nu en dan zo’n knaap air the minoem, thee drinken en kruipt daarna weer bij zijn vrouw onder de klamboe.

Die knapen verdienen goed en werken hard. Zij slepen overal hun vrouwen mee en als ze ’s avonds binnen komen zijn ze meteen thuis. Niet gek bekeken hè schat? Die mensen leven zo gemakkelijk. De vrouwen wassen ’s ochtends een beetje, vegen de loods met de sapoe (veger) uit en doen verder niets dan ginnegappen en elkaar de luizen afvangen. Ze hebben een stel kippen met een touwtje aan de poten waar ze zo nu en dan eentje van opeten. De mannen zorgen dat de voorraad op peil blijft. Er zijn geen kinderen. Hoe ze dat fiksen weet ik niet. Wat een land, wat een zeden.

 

Cabaret

We hadden weer cabaret. We hebben een toneel gemaakt van balen rijst met planken erop. Ook de banken hebben we van balen rijst met planken gemaakt. Schone lege rijstzakken erop. Het toneel behangen met dekens. Het ziet er voor ons doen weer keurig uit.

 

Bloedjelink in djati-bos

Het is gelukt om het djati-bos (teak-bos) in te gaan. Met een colonne van elf auto’s gingen we het bos in. Bij Therisie kwam er nog een brencarrier bij die op kop ging rijden. Een prachtige ochtend met een hele mooie zonsopgang. De weg er naar toe was veel beter dan de vorige keer.

Door de schemering zag de chauffeur van de brencarrier de kapotte brug niet, het was maar een smal bruggetje van 1,5 m breed. De chauffeur was er goed met z’n hersens bij en gaf extra gas zodat hij met z’n rupsbanden er nog net overheen schoof. Hij stond een moment rechtovereind toen hij tegen de overkant van de brug botste maar kwam gelukkig goed terecht op de overkant. Een bloedjelinke stunt hoor. Hadden ze langzamer gereden dan waren ze voorover naar beneden geduveld. Gelukkig reed er geen auto voor hen. De genie die met drie wagens met materiaal meereed had de brug gauw gefikst.

Verder tot de volgende brug, een grote waarvan de zware ijzeren onderbouw nog intact was, het houten dek was eraf gebrand. Een half uur later was de hele colonne erover. Een km of 5 verder weer hetzelfde. De Genisten werkten hard.

 

Actie in Djati-bos, genie mee voor de bruggen

 

 

Breakfast, supper of dinner, rammelen doen we wel vaker

Intussen snoepten de jongens van hun noodrantsoen. Er was haast ook niet af te blijven als je tijdenlang alleen blikvoer of nasi vreet. Het rantsoen bestond uit breakfast, supper of uit dinner. Blikje ham met eieren, beschuitjes, zakje koffie met melk en suiker, snoepjes en kauwgum en vier sigaretten. Blikje kaas en de rest hetzelfde als breakfast. Dinner een blikje vlees met ikweetnietwaterdoor, een stuk chocola en een pakje bouillonpoeder, kauwgum en vier sigaretten. De pakketten zijn waterdicht verpakt en blijven jaren goed. Als je pech hebt zijn de sigaretten muf.

Bij mij waren de sigaretten en de kauwgum het eerst aan de beurt. Ik had een dinnerpakket en nog een blikje kaas uit een supper dat ik een keer eerder op de kop had getikt. Ik had ‘s ochtends niets gegeten en deed me te goed aan het blikje kaas. De meeste jongens hadden om 9.00 uur niks meer over en moesten de zak dichtbinden. Rammelen doen ze wel vaker, ook dat went.

 

Gouden schat van Soekarno, Dodge onder de bomen

De Chinees die de materialen wist te vinden was mee (blog 61). Toen we voor de vierde brug stonden ontdekte een jongen een wagentje, onder takken verstopt. Zelfs de Chinees wist niets van deze vondst. Het was een klein vrachtwagentje, een afgezaagde luxewagen met een houten laadbakje eraan vastgemaakt. Alles wat eraf kon was verdwenen, geen kabels, banden of zittingen meer. Volgens de chauffeurs was het nog wel op te knappen. We reden door tot de Chinees het stopteken gaf bij enkele huisjes. Ze werden snel doorzocht maar tida nada, geen kip letterlijk. En als er geen kippen zijn kun je er donder op zeggen dat er geen mens meer in de buurt is.

Wij achter de Chinees aan het bos in, zo’n 50 m verderop stond een luxe wagen, een moordslee, een Dodge, onder de bomen verscholen. De jongens er met gejuich op af alsof ze de gouden schat van Soekarno hadden ontdekt. Grijsblauw en totaal verwaarloosd. Er zaten nog drie banden op en de bekleding was volledig gesloopt, waarschijnlijk voor kleding gebruikt. De vulling die door de hele auto verspreid lag zat hartstikke vol met mieren. Ook nog op te knappen.

Ik kreeg opdracht om met de vijftien koelies die we hadden meegenomen de wagen op onze drietonner te poten. Sneller gezegd dan gedaan. Wij hadden een hele hijs aan onze luxewagen, eerst met alle macht door de slappe grond duwen tot de drietonner erbij kon om hem naar de weg te slepen. Toen met veel blokken, tillen, dommekracht duwen, voorzichtig, geen krassen, trekken, drukken, zweten en schreeuwen, een stukje op de wagen. Hoera de buit geborgen met mieren en al.

 

 

 

 

 

 

Dodge met man en macht geladen, uit het Djati-bos geplukt

Van apothekersinventaris tot sleutels, bijlen en trekzagen

Volgens de Chinees moest er verderop nog een vrachtwagen staan maar die bleek verdwenen. De anderen gingen met de Chinees verder op pad en kwamen met een motorlorrie terug, er loopt een spoorlijntje door het bos, afgeladen met van alles en nog wat. Autobanden, dynamo’s, sleutels, bijlen, trekzagen, nieuwe hakmessen zonder handvatten, boormachines, een bankschroef. Er was zelfs een mand met glaswerk, reageerbuisjes, trechters, maatbekers, het leek wel een apothekers inventaris. De monteurs begonnen meteen aan de motor van de lorrie te prutsen en kregen er sputtergeluiden uit maar meer niet.

 

Prachtdag, TNI-villa brandt als een geweerschot

Toen nog wat gegeten van wat er nog over was, gerookt en als laatste de TNI-villa’s in de fik gestoken. De bamboe brandde als een geweerschot. Het is hol en door de tussenschotjes kan de lucht die erin zit nergens heen. Door de hitte loopt de druk zo op dat de bamboe met een knal uit elkaar vliegt. Na een kwartiertje was alles weg. Daar kan geen brandhaard meer ontstaan.

Daarna wachten tot de anderen terug kwamen, dat duurde heel lang. De enige kerel die daar rondliep is meegenomen en is ter plaatse op een niet zachtzinnige manier onder handen genomen door onze Javaanse spion. Hij heeft er niets meer uit kunnen schoppen.

Eindelijk kwamen de anderen terug. Ze waren voor een kapotte brug komen te staan. Die niet zo snel gerepareerd kon worden. Ze hebben nog een patrouille uit gedaan maar zonder succes.

Actie in Djati-bos, glad en modderig

De motorlorrie hebben we ook nog op een auto gezet en toen langzaam terug. Na iedere brug stoppen om het geniemateriaal weer mee te nemen. Er was geen tijd en ruimte meer om het kleine wagentje mee te nemen. De bruggen die daarna kwamen hebben we laten liggen om het karretje nog op te kunnen halen. Wat ook gelukt is maar niet door ons. Ik geloof dat Therisie het gekregen heeft. De motorlorrie gaat naar de C-batterij. Allemaal wat van de stokvis.

We hebben in Therisie nasi gegeten en om 18.00 uur waren we zonder ongelukken weer binnen. Een prachtdag was het. Alle moeite van de afgelopen weken was eindelijk beloond.

 

Verhuizing van Soekamelang naar Soekamandie en Paboearang

Mijn allerliefste schatten. Daar zitten we dan in onze nieuwe villa schat. Om 5.00 uur op, om 6.00 uur appel en daarna alles naar buiten slepen en opladen. En toen was er nog post met brieven van jou! Heerlijk! Ik zit nu lekker van jouw sigaretjes te roken. Een batterij heeft heel wat spullen mee te slepen. Inmiddels hebben we een hele meubelverzameling, zelfs een ijskast. Een hele toer om dat zware kreng op de wagen te hijsen.

Ik heb in een oude fabrieksloods zes ramen met glas erin ontdekt en die gestunt want er zit hier nergens meer glas in, alles is met gevlochten bamboe dichtgespijkerd. Om 10.00 uur waren wij gepakt. Enkele van onze opvolgers waren gister al gekomen. Ze waren niet te spreken over hun toekomstige kamp. Door de vele regen is het ook wel een modderboel geworden. Wij zijn wat blij dat we er uit zijn.

Jammer genoeg mogen wij ons inlands personeel niet meenemen. Ik heb nog moeite voor T gedaan. Hij mag wel uit eigen beweging ons nakomen en zich aanmelden zodat wij hem opnieuw aan kunnen nemen.

Eindelijk kwamen we met een wagen of tien in beweging. Sommige puilden uit van de meubels waarvan er geen enkel stuk gelijk aan een ander is. Zo’n 80 km rijden, zonder pech.

Het lijkt me hier heel wat beter dan in het Soekamelangse. Vooral de jongens gaan er op vooruit. Mooie ligging, geen blubber en mooie villa’s, zonder ramen, met fris witgekalkte muren, gladde vloeren en banjak ruimte.

 

Ieder z’n eigen stoeltje, van de hel in de hemel

Het lossen werd een grote chaos want ieder zocht z’n eigen stoeltje. Ik ben meteen aan de lichtleidingen begonnen samen met een Javaanse elektricien. Alle binnenleidingen waren gesloopt. Het was mijn hulpje niet naar de zin, hij wilde het op zijn manier en ik wilde ’s avonds gewoon licht hebben. Hij was stom verbaasd toen hij de stop erin draaide en alles het bleek te doen. Alle vijf kamers hebben licht en ook in de wacht is nog een lichtpunt gemaakt.

De opper heeft een eigen kamer en wij hebben een onderofficiersmess, op z’n Engels en een gemeenschappelijke slaapkamer. Alle leidingen lopen open en bloot, later worden de kabels  wel door de buizen getrokken.

Om 18.00 uur klaar en appel met een praatje van de kapitein dat we van de hel in de hemel zijn gekomen en zo ook moeten leven, alles zo netjes mogelijk houden.

Er zijn hier ook Hollandse burgers, hoeveel weet ik nog niet. We komen dus weer een beetje in de bewoonde wereld. Het schrijven wil niet best schat. Het loopt de hele avond in en uit, waar en hoe moet dit en dat. Praten met de anderen.

De batterij wordt weer opgesplitst. 25 Man gaan naar een dorpje aan de spoorlijn, Paboearang. Om de maand worden ze afgelost. Saja (ik) en K. gaan de volgende ronde.

Ik ben moe en ga nu slapen, je moet even geduld met mij hebben schat.

 

Hoe aan spijkers te komen, de grote vraag. Kleine klusjes, je mag komen kijken

Lieve lievelingen. Voel m’n warme túten. Het was een drukke dag met allerlei kleine klusjes. Eerst hebben we met een paar jongens een zware ijzeren vlaggenmast geplant, banjak zweetdruppels. We hebben een spiksplinternieuwe vlag dus dat is weer in orde.

Met de elektricien op pad om nog wat lichtpunten te maken. De grote kast onder handen genomen want de achterwand zat helemaal los. Hoe aan spijkers te komen was de grote vraag want die kun je ook hier nergens krijgen. Ik vond een stuk ijzerdraad waar ik spijkers van knipte, het ging best. Heb m’n spullen netjes in de kast gestapeld. Mijn hoekje is weer in orde, camouflagenet met jullie foto’s, twee planken aan de muur met m’n spullen. Je mag komen kijken hoor.

We hebben een nieuwe radio voor de kantine, nu kunnen we weer een behoorlijk stukje muziek luisteren.

 

Zak rijst cadeau van de Chinees, niemand is besodemieterd en een extraatje kunnen wij wel gebruiken

Toen wij uit Soekamelang vertrokken kregen K. en ik ieder een zak rijst cadeau van de Chinese bedrijfsleider. Hij was zeker blij dat we ophoepelden. Ook anderen hadden rijst meegekregen. De kapitein kreeg er lucht van en zei dat alle rijst ingeleverd moest worden. Wat moesten we er anders mee doen dan verkopen? En dat mag natuurlijk niet. De zakken lagen in de weg.

Vanmiddag was de Toean basar (grote mijnheer de kapitein) weg. Ik heb M. in de kraag gepikt en gezegd zorg als de bliksem dat die rijst wegkomt. Hoe je het doet mag je zelf weten, 10% van de opbrengst is voor jou. Geen dovemans oren. Hij pikte een fiets en nam een paar koelies mee en een half uurtje later was hij met geld terug. Hij had het voor de gangbare prijs verkocht.

Ik word er fl 60,- beter van. Ik weet het schat dat het in principe fout is maar de verleiding was te groot en wij kunnen een extraatje best gebruiken en niemand is besodemieterd. Hoe vind je dat schat? Eerlijk zeggen hoor.

 

Geen kaart en weinig informatie, toch op patrouille

Het stel van 25 man is met het treintje van de touwfabriek naar Paboearang gegaan. Een mooi stel, het leek wel of ze naar huis gingen, zo’n plezier.

Heb de nieuwe baboe in haar nekvel gegrepen want ik was een onderbroek kwijt. Saja tida ada broek toean. Het is al weer opgelost. Ik kreeg een paar kapotte en die heb ik voor een nieuwe met een band geruild, past altijd. T. is nog niet komen opdagen. Als hij niet komt leid ik de meest pientere van de rondspringende jongens van hier op.

Vandaag gaat de eerste patrouille op pad. We hebben geen enkele kaart van dit gebied en weinig informatie van de vorige bezetting. Dat is wel vervelend. We hebben drie spionnen zitten die al hebben uitgekiend waar nog verkeerde elementen zitten. Ik hoor het klikken van de grendels, de kogels worden in de loop geschoven. Goede vangst en wel thuis. Morgen ben ik aan de beurt.

Soekamelang ligt aan hetzelfde spoorlijntje als Paboearang, zo’n 15 km uit elkaar. Met de auto kom je er haast niet door. De foerage gaat ook over het spoorlijntje. Heb vandaag een paar soldaten met de motorlorrie overgebracht. Er zit een automotor op en het ding rammelde als een brencarrier.

 

De wereld als een doedelzak, het lammetje of de duivel

Laat mij nou een fijne, moedige brief van jou krijgen schat. Ik heb weer heerlijk genoten en geniet nu nog. Vrouwke, ik zal je eerst even geruststellen, alles is heerlijk goed. Ik heb jou niets te vergeven. Ik zou je alleen zo graag even echt willen koesen en je laten voelen hoe lief ik je heb.

Hoe ik dat bedoel schat, veranderen? Bij ons thuis is ’t leven zo heel anders dan hier en ik weet niet of ik wanneer ik thuis kom nog precies hetzelfde denk als vroeger. Het heeft niks met ons te maken snoes maar veel dingen zie ik straks misschien anders. Thuis is alles vaak zo bekrompen, zitten ze elkaar op de vingers te kijken, maken van een mug een olifant. Hier zijn de opvattingen veel ruimer en hier is geen kleinzielig gedoe zoals in Holland.

Je weet niet hoe de meeste jongens hier zijn veranderd. Als ik hen vergelijk met toen ze in opleiding in Wezep kwamen met nu, is het een verschil als tussen het lammetje en de duivel. Het zijn nu kerels geworden die later hun weg in het leven wel vinden. Er zijn er ook die niet veranderen, die de wereld voor een doedelzak aanzien. Afijn, sommige boomstammen leren het nooit. Wees maar niet bang hoor skottie.

 

Als het hier niet wat rustiger wordt, houden de jongens het niet vol, meteen de zaak afgebrand, soeda

De eerste patrouille is terug, de eerste stunt. Zij weten dat wij er zijn en flink van ons afbijten. Het eerste huis leverde niks op, die kerel die ze moesten hebben kneep er nog net tussenuit. Ze schoten nog wel maar zijn er niet zeker van of hij geraakt is.

In het tweede huis hing een portret van Soekarno aan de wand en werden steekwapens gevonden, waaronder een speer. Geen bewoners, dat zegt genoeg. Het derde idem. Meteen de zaak afgebrand. Soeda, het zij zo.

K. nam nog een goede wekker mee maar liet hem donderen, kapot. Ze hebben wel wat stoelen meegenomen, die kunnen wij goed gebruiken. Stoelen horen niet in de kampongs thuis en zijn 99 van de 100 gevallen gerampokt.

De hoofdadministrateur, een Hollander vond dat de patrouille wat al te kras had opgetreden. De kapitein heeft hem duidelijk gemaakt dat dit nog maar het begin is en de moeite niet waard. In ons vorige gebied hebben we geleerd hoe het moet. Meteen de schrik erin brengen om erger te voorkomen. We hopen het hier wat rustiger te krijgen. Anders houden de jongens het niet vol en krijgen we banjak zieken.

 

Hoelang blijven we? Ik ben de kluts een beetje kwijt

Als ze ons hier langer willen houden wordt het een zware morele slag voor de troepen en is het de plicht van het kader om op hun post te blijven en de troepen er zo goed mogelijk doorheen te helpen. Alles goed en wel maar houdt er ook rekening mee dat het niet alleen voor het leger een klap zal zijn maar ook voor de onzen in Holland. Ik heb nog een andere plicht en verantwoordelijkheid en die weegt mij heel wat zwaarder.

Dat begrijp ik zei de overste, daar kan ik niets van zeggen, we zullen hopen dat het nog meevalt. Nou schat, wij hopen het ook.

Als jij het niet vol kunt houden, ben ik hier niet te houden, maar hoe kom ik dan thuis? Wist ik maar waar ik op kan rekenen. Zoals jij schrijft, wij staan vaak zo machteloos tegenover alles en moeten toezien. Ik kan het ook niet meer aan god toevertrouwen.

 

Strijden om het vol te houden

Janki schrijf me gauw dat wat er ook gebeurt, jij op mij blijft wachten, van jou diepe liefde ben ik zeker maar je moet het vol kunnen houden. Ik kan je niet missen en je moet mij helpen. Ik reken nog op een zware tijd. Niet wat vechten betreft maar een morele strijd. Strijden om het vol te houden en daarmee moeten wij elkaar helpen. Laten we god vragen om uitkomst. Tot nu toe heeft hij heerlijk voor ons gezorgd.

Jij moet mij vasthouden vrouwke anders zak ik af en zie geen toekomst meer. Help mij lieveling en blijf voor ons bidden. Niet dat jij mij niet helpt of in de steek laat, zo bedoel ik het niet schat dat weet je. Ik ben de kluts een beetje kwijt. Jouw heerlijke brieven helpen mij door alles heen meiske en ik heb je zooo diep lief!!!!

 

Daar wordt geschoten

Daar wordt geschoten, even het licht uit en kijken wat er is. Het was zeker de veldpolitie, morgen hoor ik wel wat het was. De patrouille is terug. Zij hebben diverse kampongs doorzocht, en niets gevonden. Ik geloof niet dat wij het hier moeilijk krijgen. Ik zal proberen wat over vandaag te schrijven.

De baboe is niet meer teruggekomen. Er kwamen vier baboes van Soekamelang naar hier, ze hebben het hele eind van 70 km gelopen. Van de kapitein mogen wij geen oud personeel of privé baboes aannemen. Dan moeten die stakkers maar weer zien hoe zij terugkomen. Er is wel wat voor te zeggen want als de jongens zelf personeel aannemen krijgen wij veel te veel mensen en wij moeten bovendien zorgen dat ze regelmatig naar huis kunnen.

Vanavond in de kantine gekruisjast, dat was lang geleden. Voor de jongens heb ik een grote tafel geplaatst waar ze aan kunnen schrijven en dat gebeurt ook al. Het was gezellig. Wat een machtig verschil wanneer de ligplaats goed is, alles wordt er veel beter door. Het midden in de rimboegevoel is weg.

Ik heb vanavond slecht geschreven en je niet geholpen met m’n klaagzangen maar ik moest jou even alles vertellen. Nog even naar de wacht om koffie te drinken en dan slapen. Nacht dierbare en onmisbare lievelingen.

Alles is goed hoor, ik ben alleen onwennig van mijn eigen lief meisje. Warme túten voor Pim en zusje. Voor alles Kanne, ik steek de kop weer op hoor, alles voor jou van je eigen man, die dicht bij je is en vol zal houden. Gods zegen, XXX

 

Guerrilla, ook weer niet te rustig, TNI op terugtocht uit Tjikampeh

Twee heerlijke brieven van jou! De kapitein kwam langs, oei er moet over een half uur een patrouille uit, het is bijna middernacht. Er kwam bericht dat er waarschijnlijk TNI op terugtocht is uit het gebied rond Tjakampeh. Er wordt in de sisalvelden een hinderlaag gelegd. Ten noorden van Tjikampeh zat een groep van 1000 goed bewapende mannen. Er is daar de laatste tijd behoorlijk gevochten met als gevolg dat ze er tussenuit proberen te knijpen. Ze zitten opgesloten en kunnen alleen langs deze weg komen. Ons leger had makkelijk dat gebied af kunnen sluiten en oprollen maar wij hebben nog altijd met het staakt het vuren te maken. Die kerels kunnen ons niks schelen maar de wapens moeten we hebben.

De jongens worden al gewekt, de meesten sliepen natuurlijk al. Even mijn magazijn bijladen misschien moeten ze mijn sten mee. Ik heb er nu vijf stuks, in ieder magazijn kunnen 28 patronen dus kan ik een behoorlijk roffeltje weggeven.

III-9 R.I. heeft daar steeds last gehad en zelfs een gebied moeten prijsgeven omdat een detachement volkomen was afgesneden nadat de TNI de wegen had versperd en de bruggen had vernield. Onze troep werd door de foerage vanuit de lucht met parachutes van voorraad voorzien. Het is niet gelukt om de tegenstand te breken. Onze troepen werden teruggetrokken en het gebied werd tot Repoeblikeins uitgeroepen.

Door voedselgebrek moeten zij nu het gebied weer ontruimen en ze trekken s’nachts door de bergen. De patrouille heeft tot 3.30 uur in hinderlaag gelegen maar het enige wat ze zagen waren wilde varkens waar ze natuurlijk niet op konden schieten.

In Paboearang hebben onze maten ook al een paar stevige patrouilles gelopen, ze hebben nog niets gevangen. Het moet hier ook niet te rustig worden want dan zitten we hier niet lang en proppen ze ons weer ergens anders tussen waar het onrustig is.

 

Hoeveel kinderen krijgen niet een knak

Nu weer je brieven. Heb je weer niks van de preek gehoord vrouwke? Ik heb vaak hetzelfde schat, de helft van een mooie preek dringt vaak niet tot me door omdat mijn hart er niet bij is. Het is toch zo moeilijk om dat ene uurtje per week aan god te wijden terwijl hij ons de hele week geeft wat wij nodig hebben en meer. Hoe moet dat later, soms zie ik het donker in. Ik ben nog net zoals eerst en blij wanneer dominee amen zegt. Moeten wij later ook naar het Bijbellezen? Ik voel er niks voor en geloof dat het weinig nut heeft.

Heerlijk Nanni zoals je met de kinderen speelt, geniet er volop van en zo helpen onze kleine hummels memmi erdoor. Koes de kleine schatten van heiti en vertel ze hoe lief ik ze heb. Leer je Pim al versjes? Wat zing je voor hem?

Ja liefste, als kind geloof je het mooiste, dan is alles even mooi en fijn. Dan geloof je niet alleen in god maar ook alles wat je vader en moeder zeggen. Later komt de twijfel, eerst merk je dat niet alles wat je vader en moeder tegen je zeggen waar is. De mensen beginnen soms tegen te vallen. Alles leek zo mooi en rein en dan komt de twijfel aan god, het wordt zo moeilijk om in alles te geloven.

Kinderen beleven alles echt, ze zijn consequent en daarom is het vaak zo moeilijk met kinderen, je moet zo voorzichtig zijn. Hoeveel kinderen krijgen niet een knak Janneke. Wij hebben een grote verantwoording en als ik bidden kan bid ik altijd voor wijsheid voor jou. Praktisch moet jij het nu alleen doen en kunnen wij elkaar alleen met onze brieven helpen. Ik moet later nog veel van je leren snoes!

Wij moeten nog aan ons leven als man en vrouw met onze kinderen beginnen. Ik verlang daar steeds meer naar. Wij gaan DV een heerlijke tijd tegemoet. Wij samen met onze kinderen alles beleven, lief en leed, vreugde en zorgen. Het doet er niet toe wat onze kinderen later doen als ze het maar goed en met plezier doen. Wat loop ik ver vooruit hè.

Daar is de foeragewagen. Ik geef deze brief meteen mee en begin meteen aan een nieuwe.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *