IJsland!

Land van vuur en water

Wonderbaarlijke reis met de klok mee rond IJsland anno laatste twee weken juni 2017

Klik op foto's voor een grotere versie

Van Keflavik naar Borgarnes, blauwe lupines

Meteen nadat wij in de huurauto zitten, een comfortabele Renault Talisman en de linnenpakketten voor de twee zomerhuisjes opgepikt hebben, rijden wij van het vliegveld Keflavik, Reykjavik voorbij. Wij zijn op weg naar de eerste stop van onze de rondreis, de stad Borgarnes. Wij, gezelschap van drie volwassenen, rijden met de klok mee in het prachtige licht van de voorzomer. Er staan ons zeven overnachtingen in guesthouses te wachten en twee keer een langere stop van vier nachten in vakantiewoningen.

De verbazing begint meteen. Tussen Keflavik en Reykjavik strekken grillige lavavelden zich uit, bezaaid met blauwwitte Lupines, zover het oog reikt.

Om erin te komen.

Weg 1, langs grijsblauw lichtspel

De eerste etappe rijden wij zonder tussenstops, het is al vrij laat, en we kijken al rijdend onze ogen uit. Bergen met sneeuw op de toppen, hellingen van schijnbaar los steenslag, rauwe gekloofde lavaruggen met of zonder snelstromende beek, sappig groene hellingen en weidse vlaktes wisselen elkaar in rap tempo aan onze rechterkant af. Links zien we vanaf hoog tot laag de oceaan of fjordenwater. De lucht is dichtgetrokken grijs in verschillende lagen en tinten. Het blijft droog.

De weg 1 volgt de kustlijn, zo ook wij. Ons Guesthouse Bjarg ligt net buiten Borgarnes aan de rand van een van de vele fjorden, prachtig lichtspel van grijs en blauwe tinten in het water en in de lucht. De dichtstbijzijnde eetgelegenheid op loopafstand blijkt een pizzeria te zijn. Geen voor de hand liggende keuze voor de eerste maaltijd in IJsland misschien maar we eten heerlijk bij La Colina en krijgen een kaart waarop goede tips voor bezienswaardigheden aangekruist worden toe.

Opa’s en de blauwe Lupines

Onze gastvrouw heeft met zorg het ontbijt samengesteld, de verse jus d’ Orange zit bijvoorbeeld in een glazen fles die in een gekoeld jasje is gehuld.

Zij vertelt dat haar opa verantwoordelijk is voor de vele Lupines, hij heeft de eerste hoogstpersoonlijk gepland en zo ontstond de opmars en verdringing van de inheemse planten, net zoals de blauwe Hortensia’s op de Azoren.

De blauw met groene kleurschakeringen zijn weliswaar prachtig maar of het de bedoeling is dat de planten het land overnemen is maar de vraag. Zo komen wij al gauw in aanraking met een van IJslands kenmerkende eigenaardigheden, verhalen en sagen ontstaan net zo snel als een vulkaanuitbarsting bij wijze van spreken. Later horen wij dat de Lupines gezaaid worden na een vulkaanuitbarsting, om zandstormen tegen te gaan en door de snelle verspreiding de grond eerder met organisch materiaal weer geschikt te maken voor kieskeuriger begroeiing. Wij zien de rest van de reis overal onmogelijke plekken waar opa’s ijverig zijn geweest.

 

Snaefellsness via de weg 54, Stykkishólmur

De volgende stop is in Stykkishólmur, Guesthouse Alma. Om er te komen ronden we het schiereiland Snaefellsness via de weg 54. Lieflijk groene stukken doorsneden met kleine stroompjes, net kwelders op de wadden. Zeehondenkolonie op 20 m afstand bij Ytrifunga, vogels met talloze jongen. De zon breekt af en toe door. Het heldere licht spiegelt op het gladde water met daarin natte rotsen waar de zeehonden op liggen te chillen. Het licht doet aan het lage lange waddenlicht denken.

 

 

De oude vulkaan Eldborg omringd door vlak land, lijkt op afstand een vreedzame trollenburcht.

In het midden van het schiereiland ligt de gletsjer Snaefellsjökull die de oude vulkaankrater bedekt. Jules Vernes Reis naar het binnenste van de aarde begint daar. Wij blijven echter de kust volgen, die is al zo mooi.

We zien de eerste watervallen. Een kloof die ontstond door een trollenruzie, een van de vele oude sagen die landskenmerken verklaren. Een alleenstaand kerkje, een enkele boerderij, een enkele rots als de rug van een blauwe vinvis die uit het groen steekt. Een klif met zeilende zeevogels.

In het plaatsje Hellnar eten we een voortreffelijke vissoep. Het mooie pad langs de rotskust naar Arnarstapi slaan we over, het regent pijpenstelen. Wel stoppen we voor de Saxhólar krater en een mooie waterval bij Grundarfjördur.

De zon prikt vaak door het wolkendek en belicht de watervlakten prachtig.

Berghellingen, rotsen en vlaktes zijn bespikkeld met schapen en hun lammetjes.

Juni, lammetjes, veulens, broedende vogels en bloeiende planten

Juni is een geschikte tijd om in IJsland te zijn, het blauw van de Lupines, langste daglicht met prachtig lichtspel verschuivend met de stand van de zon, de wolken, de spiegelingen. IJslandse paarden met hun veulens overal op het land, het broeden van de Papegaaiduikers (Puffins). De geuren, wat is de lucht hier fris. Je ruikt de bloemen en het gras, naast de vele Lupines zijn er veel Boter- en Paardenbloemen, enkele Pinksterbloemen, Tuingeraniums, Kamille, Zuring, Hondsdraf en heel veel soorten die ik niet ken, waaronder veel bijzondere planten lees ik.

 

Breidafjödur, Een vrouw op 1000 °C van de IJslander Hallgrímur Helgason

Onze gastheer kijkt bij aankomst streng toe of wij wel juist parkeren. Hij vertelt een beetje sikkeneurig dat we duizenden eilandjes kunnen zien maar het is regenmistig. Vroeger zwommen hier miljoenen haringen, een eldorado voor de walvissen. De haringen zijn nu ziek, ze hebben een worm. De walvissen zijn al lang zo talrijk niet meer in het fjord aanwezig en die er wel zijn vreten de haring met worm en al op en zodoende zijn er te weinig haringen voor de Puffins maar walvis vangen mag niet meer. Net zoals het verboden is om turbines in de watervallen te hangen. Hang naar verloren glorie en misprijzen voor de nieuwe tijd.

 

Later lees ik in mijn vakantieboek, Een vrouw op 1000 °C van de IJslander Hallgrímur Helgason dat de oma van de hoofdpersoon van de Westlandfjorden komt waar zij lang alleen op Svetnaeilanden woonde, een van de eilanden in de Breidafjödur.

De harde heroïek om het bestaan in het boek spreekt meer aan dan de harde realiteit uit het verhaal van de gastheer.

 

Wij lopen naar de haven. de haringkar is gesloten en wij komen terecht bij Sjávar Pakkhúsid, eten hoe dan ook heerlijk, vis natuurlijk.

Rondje door het dorp, veel verwaarlozing aan panden, mooie beelden, net zo goed ook nette huizen.

De volgende ochtend is het grijzige geheel nog niet weggetrokken. Ik vrees dat de befaamde Breidafjödur met haar 2000 eilandjes ongezien blijft.

Wij slaan de Westfjorden over, het is zo’n uitgestrekt gebied en onze volgende stop Steinstadir bij Varmahlid is ver, zeker doordat wij via de kustroute, weg 54 willen rijden. Zo gaat dat. Het straffe tempo dwingt tot kiezen tussen al het moois.

We ontbijten in een ruimte die gescheiden door een duidelijke grens tot hier en niet verder en vandaar overgaat in de huiskamer. Het voelt alsof wij hier als noodzaak zijn om de vergane glorie qua inkomsten op te krikken. Het voelt bij vertrek min of meer alsof wij hoofdschuddend nagekeken worden als ongeïnteresseerde toeristen, wij moesten eens weten. Het voelt niet als onwil maar als verdriet om verloren tijden.

 

Water, Godafoss, Dettifoss, Gullfoss en kraanwater

Er is overal water, water in de lucht, bevroren water in de gletsjers, stromend smelt- en gletsjerwater in de vele uitgesleten bergkloven, beneden in de dalen meandert snel water in geultjes, beken, rivieren, verzamelt in meren, stroomt naar fjorden en oceaan. Kabbelend, spiegelend, stomend, gierend en vallend. Watervallen. Stomend en spuitend water.

We zien de prachtige watervallen Godafoss, trollen en goden, de Dettifoss, hoog en zo krachtig en de Gulfoss, gloed van zon en goden van de meest bekende watervallen en tussendoor nog talloze andere prachtige watervalpartijen.

Het beroemde stomen en spuiten zien we pas later.

Kraanwater, zulk lekker koud fris water, zo weggetapt uit het land en gratis per kraan of gebotteld voor de toerist die dat niet aandurft. Warmwater uit de kraan smaakt en ruikt naar zwavel, geothermaal zo uit het land in de leiding. Overal hottubs en natuurlijke warmwaterzwembaden.

 

Weg 54 naar Steinstadir bij Varmahlid

We hebben een fantastische rit, zijn nu aan de noordkant, komen redelijk op tijd aan in Guesthouse Steinsstadir bij Varmavlid. Onderweg kwamen een wegcafé voor koffie en wafels, Handverkshusid Langafit. Het is een café, winkel met streekproducten en tweedehandswinkel ineen. Er is een tentoonstelling van talloze kerstmannetjes in een vitrine waar je helaas geen exemplaar van kunt kopen.

Ik koop een kitscherig kerstboomklokje, met kraaltjes nauwgezet beplakt en het geduld maakt het mooi. Een porseleinen kleine kaarsenstandaard met een lieflijk blauw roosje, IJsland, kerstmanland, stukjes ‘s lands wijs ‘s lands eer voor thuis met de kerst.

Er hangt een tweedehands Nord66 lekker vest. Het doet denken aan de prachtige IJslandse truien die ik intussen erg mooi vind maar de prik- en steekwol waar ze van gemaakt zijn weerhoudt mij van een aanschaf van zo’n hand gebreid peperduur kledingstuk. Ben blij met mijn aankopen.

Skagafjördir en de regenboog

Bij Steinsstadir blijkt een hottubzwembadje iets verderop te zijn. Natuurlijk proberen we die uit. Heerlijk in het 40 °C water terwijl een zacht buitje wegtrekt en een zonnetje prijkt.

We hebben een hele etage voor onszelf en een prachtig uitzicht op een kerkje dichtbij. Ik loop ernaartoe en kom uit op een boerenerf waar kerk en hof pal aan of op het boerenerf liggen. Er komen twee jongeren uit de woning van de boerderij, wij groeten elkaar vriendelijk maar zijn verder wat onhandig. Ik weet niet of ik hier mag zijn en zij misschien niet of ze me hier willen hebben maar voor ik een opening vind zijn zij alweer verdwenen door een boerenschuurdeur.

Later in de avond gaan we naar Varmavlid om een hapje te eten. Wij rijden door het dal van de Skagafjördir (fjord) en een heel brede helderkleurige regenboog gaat zij aan zij met ons mee, ik kan hem bijna raken.

 

Lange midzomernachtlicht, elfen, dwergen, trollen en erger

Vanuit ons raam maak ik rond 21.00 uur en 23.00 uur een foto van het kerkje, feeëriek, het licht verschuivend naar middernachtlicht.

Ik hoor door het openstaande raam een meisje hysterisch Nei Nei schreeuwen, ze gaat tekeer, ik buig mij zo ver mogelijk uit het raam en zie wat bewegingen. Het lijkt mij een vader die haar wil kalmeren maar zeker weten doe ik het niet. Het stopt. De vogels nemen de gevallen stilte in en kwinkeleren er tot ver in de nacht op los. Zag zij een trol, een kobold, een enge bekende?

Het valt ons op dat in al onze accommodaties tot nu toe ergens in een hoek een soort bezem zonder steel staat, lange wilgentenen in een bos bijeen. De reisgids meldt dat iedere IJslander minstens iemand kent die een elf, dwerg, trol of erger heeft gezien. Worden de wezens met de bezems weg gezwiept uit de realiteit?

Waar is het feest

Het meisje dat ons bediende tijdens het avondeten in Varmahlid vertelt dat 17 juni, de nationale feestdag, viering van de onafhankelijkheidsverklaring van Denemarken in 1944, vooral een kinderfeest is met een optocht en het zingen van liedjes. Wij hebben het gemist. Geen vlaggetje, ballonnetje of laat staan muziek te bekennen. Nederland zou op zo’n dag oranje zien en bol staan van fanfare en festivals. Alleen in de hoofdstad van het noorden Akureyri en in Reykjavik is het feest uitbundig begrijpen we.

De opmerking van onze allereerste gastvrouw dat het op 17 juni altijd regent maar dat het niet uitmaakt omdat men het feest toch altijd ondersteboven viert ten spijt. Een feest vinden wij niet.

 

Vreemde datum, 17 juni 1944. Komt omdat in de tweede wereldoorlog Engeland uit strategische overwegingen IJsland ‘bezette’ voordat Duitsland dat kon doen of het ‘neutrale’ Denemarken IJsland mee zou slepen in Nazi-Duitsland.

Ai ai, wat een fraaie keus heb ik gemaakt met het boek dat ik lees. De IJslandse vader van de hoofdpersoon Here komt uit een IJslands-Deens mixhuwelijk van hooggeplaatste bestuurders.

Deze zoon maakt de bizarre keuze voor de idealen van Hitler, hij meldt zich aan bij de nazi’s, wordt SS-er en komt aan het front in Rusland terecht. Ziet alle smartelijke wantoestanden inclusief een stapel brandende lijken uit Treblinka en keert uit zelfbehoud aan Russische zijde terug. Onbedoeld sleept hij zijn jonge dochter in de oorlogsellende mee. Hoe zwarter dan een zwart schaap kun je zijn?

Zijn vader, de opa van Here wordt met zijn Deense ega aan zijn zijde de eerste president van onafhankelijk IJsland. Zo apart om te lezen terwijl wij op de 17e 2017 zijn.

 

Siglofjördur, Häls en Hälskirchen in Fnjóskadalur vallei

De volgende dag rijden we verder langs godswonderlijk elfrijke berghellingen, lichtwisselingen waterachtige landverschijnselen. Zien onderweg een plaggen-turfkerkje, Grafarkirkja.

In het mooie stadje Siglofjördur eten we bij Adalbakerinn. Ik kies voor een superhip lekker broodje waar ik een supergezond hip sapje bij neem.

Daarna rijden wij door naar onze eerste langere stop in Häls. De splitsing Häls en Hälskirchen in de Fnjóskadalur vallei stelt ons even voor vraagtekens maar we komen waar we moeten zijn.

Bijna bovenaan een helling met onze langwerpige acht persoons, heel lichte vakantiewoning, naast de boerderij en daarnaast het kleine kerkje met hof, respectievelijk Häls en Hälskirchen.

We zijn eraan toe, rust van al het wisselende moois, in het moois.

 

In deze streek heeft ieder mens gemiddeld een vierkante kilometer aan leefruimte, ruim. De plaatselijke supermarkt verkoopt hele paardrijd uitrustingen, inclusief hoefijzers. Ik had graag een keer een kort tochtje op zo’n mooi IJslands paard gemaakt, mijn kind avonturen op een Fjordenpaard van een boer uit de buurt gedachtig, maar uiteindelijk is het er niet van gekomen.

Het ruime leven en een praatje, het lange licht

We hebben na de escaperoom ervaring van kortgeleden geen enkel probleem met de code van het sleutelkluisje naast de deur van ons huis, trekken de linnenpakketten tevoorschijn en installeren ons met de boodschappen en frutselen iets te eten.

 

De boer rijdt op zijn quad het weggetje af, de hond er blij rennend achteraan.

Een manier van uitlaten. De hond heet Lagby, witpootje. Ze is shy en supposed to be a sheepdog vertelt de boer later. Maar dat is niet zo gelukt.

Iedere keer wanneer wij onze neus laten zien komt de boer om de hoek, Met de buren op kilometers rijden is het zo gek niet om iedere gelegenheid voor een praatje te benutten.

Een jong boerengezin met een kleine baby in een moderne zwarte kinderwagen, wie verzint zo’n zware kleur bij dit voorwerp, buiten bij de achterdeur, helemaal in het gaas. Zoals bij ons vroeger thuis de kinderen in de wagen in de frisse buitenlucht stonden.

Achteraf heb ik spijt dat ik de boer niet om een rondleiding op zijn boerderij heb gevraagd, ask me anything zei hij nog.

De boerderijen zien er allemaal ongeveer hetzelfde uit, gebouwencomplexen van drie tot vier, stal- of loodsachtige gebouwen. Een van de gebouwen is koepelvormig langwerpig. Als ze alleen schapen hebben die in de wei staan, wat doen ze dan met al die gebouwen. Wij zien rond de boerderij ook geen activiteiten. Er staan tracktoren en andere landbouwapparaten van oudst, oud tot fonkelnieuw. Een soort eerbetoon aan verleende diensten of gebrek aan de mogelijkheid om ze af te voeren.

Er is ook gras in de buurt maar er gebeurt hier verder weinig.

 

Ik zit tot ’s avonds 23.30 uur in het zonnetje, achter het raam van de eetkamer, weergaloze lichtverschuiving op de berghellingen tegenover ons. De twee hellingen lijken uiteindelijk net twee pronte borsten. Mijn boek op schoot en een lekker glaasje cognac. Dit is genieten, het lange licht.

De sleutel van de kerk

De volgende ochtend loop ik naar de kleine kerk. Ik loop er omheen. Een van de hekken van de omheining van het hof is open. Het is hier zo stil. Er zijn oude en verse graven. De deur van de kerk is op slot. Ik ben nieuwsgierig en gluur wat door de ramen maar het geeft weinig zicht.

Ik loop de helling weer af richting boerderij en halverwege zie ik de boer met zwarte kinderwagen en hond naar boven lopen. De baby krijst. We ontmoeten elkaar halverwege het weggetje, de hond wil nauwelijks mijn hand besnuffelen en de boer zegt mijn zoon is vandaag ontroostbaar.

Een praatje, hij vraagt of ik de kerk vanbinnen wil zien, hij heeft de sleutel. Graag! Ik kan hem elk moment afhalen, zijn vrouw weet ervan. Hij loopt verder, ik ook.  Ik draai mij om en zie afgetekend tegen het licht op de rand van de helling het silhouet van man met kinderwagen, de hond erachter, richting klein kerkje.

Natuurlijk haal ik de sleutel, ik krijg hem van de boerin.

We betreden het kerkje, het is er helder. Het lijkt op mijn oude terpkerkje van mijn geboortedorp Raard in het noorden van Friesland. Deze is nog zoveel kleiner. Banken, meer comfortabel dan de harde houten banken in ons kerkje. De preekstoel evenzo verheven, hier staat de eerste kerkbank er bijna onder. Gezangboeken gestapeld vooraan in de banken.

Duizend foto’s, de dooie vliegen op de bovengang. Het lichtgroen kazuifelige pak van de voorganger aan een haakje, het kleine sobere mooie licht binnen. Ik ben een gluurder, Halleluja wat is het mooi.

IJslanders, Vikingen, Ieren en bovennatuurlijke wezens in het Lutherse

De IJslanders, een mix van Vikingen en Ieren, zijn in het jaar 1000 tot het Christelijk geloof bekeerd, het is gestold in liberaal Luthers. Strenge kerkgangers zijn het nooit geworden. De ruime parkeerplaats is zeker bestemd voor trouwerijen en begrafenissen. Het kerkhof rond de kerk is bescheiden, goed onderhouden, stille graven.

 

De waterval Godafoss is hier in de buurt, Godenwaterval, een heidense priester gooide als blijk van de bekering zijn beelden hier in het water. Krachtige waterpracht.

Akureyri, grootste stad van het Noorden

In Akureyri halen we een kabeltje, in de hoop dat we daarmee op de tv kunnen netflixen. Het technisch hoogstandje werkt niet, we zullen het met het ene IJslandse net en de natuur en animatie dvd’s moeten doen.

We struinen wat rond in de grootste stad van het noorden. IJsland staat niet bekend om haar mooie steden. Here, de hoofdpersoon in mijn boek noemt de hoofdstad van IJsland ‘het foeilelijke Reykjavik’. Zij vergelijkt de veelal dichtgetrokken lucht met ‘de natte onderbuik van een oude teef’. Heel wat anders dan mooi lichtspel.

 

Op de langste dag bezoeken wij Akureyri voor een verder verkenning. Wij verwachten festiviteiten omdat het midzomernacht is. Maar blijkbaar laat dit de IJsladers koud. Het enig wat wij ontdekken is dat er een boottocht naar het eiland Grimsey gaat waar de zon echt boven de horizon blijft. De Lonely Planet riep in 2015 Akureyri uit tot de nr 1 place to go to in Europe.

Wij zien het er niet zo aan af. Misschien door de aanhoudende regen. Het is een kille dag en ik vraag me af of we de gebruikelijke 12-13 °C halen.

De botanische tuin laten we links liggen. De mooie grote kerk bekijken wij wel. We bezoeken een florerende boekhandel ‘Ikea’ met een uitgebreide boekencollectie, drukke koffiehoek, mooie souvenirs, KEA (door de spijl lijkt het net IKEA). Ernaast de Apóthekerinn.

Kinderen vergapen zich aan trollen, die doen het goed hier.

Het weer nodigt niet uit en we gaan al snel weer naar ons huis.

IMG_9491

Bouw, verbouwen en eten

De huizen worden uit beton opgetrokken en wel of niet met golfplaten, vaak van kunststof bekleed. Er zijn weinig bomen op IJsland, er is weinig hout voor bouwen. We zien wel velden met kerstbomen, kerstplezier in overvloed.

Het gesteente is zo jong dat het nog te poreus is om mee te kunnen bouwen, het verpulvert. Zelfs het zwarte grind voor de wegen wordt uit Noorwegen geïmporteerd.

 

Het eten is net als alles in IJsland duur. Bijna alles is omgerekend ongeveer twee keer zo duur. Je kunt hier wel heerlijk eten. Veel vis en lamsvlees maar ook mooie hamburgers en ander vlees. Weinig groenten. De gids die wij later ontmoeten tijdens de tocht op de Vestmannaeyar, Westmaneilanden waarover later meer, vertelt  ‘zes dagen per week drie keer per dag vis en aardappelen en op zondag lamsvlees met aardappelen. Geen groente en toch zijn de mensen hier sterk en gezond.’  Muziek in de oren van het mannelijke deel van ons reisgezelschap.

 

Tegenwoordig wordt er in het zuiden in geothermaal verwarmde kassen groente en fruit geteeld, zelfs bananen. Bij het ontbijt in de geusthouses is er altijd vers fruit, parten sinaasappel, appel, peer, banaan soms aardbeien. In restaurants wordt meestal sla, soms andere groenten geserveerd.

De bedden zijn overal heerlijk, het brood is lekker en overal is de koffie uitstekend. Waar wij zijn is overal wifi.

 

Tankstations zijn vaak gecombineerd met de plaatselijke supermarkt en een fastfood eetgelegenheid. De supermarkten hebben walkin koelkamers voor diepvriesproducten, vlees, groente en dergelijke.

Er wordt veel koffiegedronken. Het is meteen ook een plek waar mensen elkaar ontmoeten. Hier eet je de populaire hotdogs of natuurlijk toch een hamburger.

 

Eco-friendly Whale Watching van North Sailing in Húsavik

We willen vanuit ons langere verblijf in dit vakantiehuis een Walewatching tocht maken en volgen de tip om dit bij het Eco-friendly Whale Watching van North Sailing in Húsavik te doen en kiezen voor de carbon-neutral silent whale watching trip https://www.northsailing.is.

Wij hijsen ons in het rode wind- en waterdichte pak en varen op de Andvari uit. De Franse gids vertelt honderduit. Ook wat te doen als de deining te veel wordt, het water is onstuimig. Wij genieten van de tocht.

In de verte zien we andere whalewatchers en gaan eropaf.

Mooie bultruggen zien we. Het effect van onze stille boot waar je dichtbij de grote dieren kunt komen wordt overstampt door onze collega boten. Het heeft iets bizars, drie boten proberen zo dicht mogelijk te naderen en het lijkt of twee bultruggen er een show van maken, hoe dan ook redelijk dichtbij.

Op de terugweg hangen divers mensen over de railing, een heel Brits-Indisch gezin is er slecht aan toe, ‘the whorst place for us to be rightnow.’

Wij genieten van het achtbaangevoel. Tot slot eten we smakelijk in Restaurant Gamli Baukur.

 

Midzomernacht, kanoën met bultruggen op armlengte

Ergens heb ik onderweg een folder opgedoken die in mijn hoofd blijft hangen, Capetours, Kayaking adventures. De website https://www.capetours.is

laat kleinschalige hiking en kanotochten zien. Het doet mij denken aan het jonge stel dat in Sesimbra, onder Lissabon http://www.weareportugalska.com

kleinschalige fishinghistory en art wandeltochten organiseert. Erg leuk om te doen. Zij vertelden dat zij beiden op IJsland hadden gewerkt, komt hun idee van local tourism hier vandaan of andersom?

 

Ik ben klaar met relaxen en besluit te bellen. Diezelfde middag gaat Bjarni Arason geen tocht varen omdat het te hard waait. Hij stelt voor om ’s nachts te gaan, de wind gaat rond die tijd meestal liggen en wie weet is het dan droog. Once in a lifetime experience zegt hij.

Het is midzomer op 21 juni, zonnewende in de nacht.

We gaan het fjord op en kunnen dicht bij walvissen komen vervolgt hij. Eerlijk gezegd vind ik diep open water nooit zo fijn, ik kano in het Groene hart bij Wilnis in vaarten, smalle rivieren en weteringen, heel iets anders. Van iedere karperstaartslag schrik ik op en dan nu naast een walvis varen? Ik zie het voor me, glad water in een middernachtzonnetje. Ik aarzel geen moment en spreek af om 23.00 uur in het vissersplaatsje Grenavík aan het Eyafjördur. Ik heb een bijzondere afspraak.

Aan mijn reisgenoten is deze onderneming niet besteed en ik laat mijzelf en hen versteld staan dat ik dit zomaar heb afgesproken. Of het niks is.

Onderweg van Akureyri naar Häls heb ik de afslag naar Grenavík gezien, het ligt aan de tegenover Akureyri liggende fjordkant, makkelijk te vinden.

Ik trek de stoute schoenen aan en stap meteen, voor het eerst hier, in de auto en ga de boel verkennen zodat ik mijn bestemming vannacht makkelijk kan vinden.

Meestal heb ik enkele dagen nodig om te ‘aarden of te landen’, de omgeving voetstaps verkend hebben voordat ik in een auto ga rijden maar hier verkassen we iedere dag en ik sla het voetstaps over. Het is een prachtige tocht langs een karakteristiek smalle weg die af en toe in een grintweg overgaat maar het went snel en ik geniet tussen de buien door van het licht en waterspel langs het fjord. Wat is het hier mooi. Hoe de bewolking een kleurenlichtspel maakt op al het moois, wonderbaarlijk hoe de afwisseling van zon en regen alles nog eens extra laat glimmen.

Ik rijd naar de haven, ik moet bij het huis zijn waar de kano’s voor de deur liggen maar ik heb nog een rondje door het dorp nodig om het te vinden.

Bjarni blijkt een aardige jongeman te zijn. Hij laat mij een filmpje op zijn mobiel zien. Een kano met op een armlengte afstand een Bultrug. De kanoër piept wat en ik hoor een stem op de achtergrond rustig zeggen, just keep peddling. Aaaaaaah! Dit is wel even anders dan een karper rugvin langszij je kano maar ik laat mij niet kennen. We bevestigen de afspraak nog eens, wind en regen dienende, 23.00 uur weer hier.

 

Ik rijd opgewonden terug en doe uitgebreid verslag. Wij doen ons uitstapje naar Akureyri en zijn vrij snel terug.

Hapjes maken, alvast wat pakken en poetsen, morgen vertrekken wij alweer en ik moet de tijd tot vanavond vol zien te maken, zolang ik bezig ben hou ik de spanning onder controle.

 

Mijn reisgezelschap zoekt op de diverse buienapps, het lijkt erop dat het om 23.00 uur droog is. Ik merk dat zij het enerzijds stoer en anderzijds maar niks vinden, deze onderneming. Bjarni en ik hebben telefonisch contact, it wil not be for fun zegt hij wanneer het regent, waait en koud is. Tegen 22.00 uur bellen we weer. Het regent bijna niet meer en de wind is afgenomen, wil ik op tijd daar zijn dan moet ik al bijna weg. Ik zeg dat ik ter plaatse de golfslag wil zien, die paar regendrupjes kunnen mij niet weerhouden maar de waterstatus wil ik zelf beoordelen. Ik pik mijn kanogids voor zijn huis op en rij door naar de haven. Ik zie het meteen, dit wordt niks. Er is een krachtige korte golfslag, mij net iets te hoog. Bjarni zegt dat de wind weer toeneemt, dat het tij opkomt en dat die combinatie een crazy golfslag zal geven. Het begint weer te druppen. Bjarni raadt het af, we besluiten niet te gaan. Hij biedt mij een kort tochtje in de luwte aan, i just want to take you kayaking, maar dat lijkt mij een vorm van droogzwemmen en ik sla het aanbod af.

Het avontuur ging niet door maar wat een spanning en sensatie de hele dag tot het allerlaatste moment! Vond het ook doodeng maar wat een kans!

We rijden een blokje om in het dorp. Het is een rijk dorp vertelt mijn gids, 300 inwoners met een eigen visquotum en meer werk dan er werkers zijn. De visverwerkende industrie is in eigendom van de gemeenschap begrijp ik. Ze maken van visresten gedroogde vis, een goed product met een zelf ontworpen procedé. Verder maken ze visfilets en leer van vissenhuiden. Van bewerkte vissenhuiden heb ik niet eerder gehoord, het wordt gebuikt voor tassen, schoenen en meubels. Nu ik het weet zie ik later hier en daar producten gemaakt van dit leer in winkels uitgestald liggen.

De visfabriek heeft een farmaceutisch bedrijf opgericht, dat draait ook goed. Zijn vrouw is daar manager. Zo proberen ze van alles uit, wat werkt, wat niet.

Iedereen werkt hier en de ouderen worden goed verzorgd. Klinkt goed.

Wat een krachtig dorp.

Ik breng hem weer thuis en hij stelt mij aan zijn vrouw voor geeft mij een verpakt stukje gedroogde vis. Je kunt het zo eten, lekker bij een biertje zegt hij. En een minipotje met een balsem van het farmaceutische bedrijf. Ik smeer het later op mijn lippen maar het blijkt een soort dampo te zijn.

Middernacht in m’n eentje weer van fjord naar huis gesjeesd, van opwinding (of gewoonte) fout gereden, de afslag naar Häls gemist en daar pas in Akureyri achter komen, ik lach. Hier rijd ik over middernachtlicht en regen overgoten bergen, wat een avontuur!

Via Mývatn, het muggenmeer naar Egilstadir

De volgende dag rijden wij via Mývatn, muggenmeer naar de accommodatie Skipalaekur bij Egilstadir, aan de oostkant van IJsland. We hebben verschillende bezienswaardigheden uitgekozen die wij onderweg willen zien. Het meer Mývatn is prachtig en doet de naam eer aan, het stikt er van de vliegjes.

Je kunt in dit gebied eindeloos wandelen maar het trekt ons wegens het zoemende gezelschap niet. De tip om een vliegennetje te gebruiken was toch zo gek nog niet.

Dimmuborgir

We stoppen bij Dimmuborgir, donkere stenen, steden. Het is een lavaveld met bizarre vormen. Het is er niet alleen druk met vliegen maar ook met mensen.

Wat ons opvalt is dat er bijna bij alle mooie plekken mooi uitgevoerde borden staan met informatie over het gebied, over wat je er ziet en over de wel of niet bovennatuurlijke historie. Zijn er trollen of andersoortige wezens in het spel dan staat de saga op het bord. Altijd in het IJslands en in het Engels.

Bij veel ‘grote’ mooie plekken is een Touristinformationcentre waar je ook iets kunt eten en drinken en natuurlijk souvenirs kunt kopen.

Op de veel plekken wordt die voorziening uitgebreid, zowel de parkeergelegenheid als het modern vormgegeven bouwwerk. Over een paar jaar is het zo te zien heel wat drukker in IJsland.

Er komen hier heel veel Aziaten, net zoals overal elders bewegen zij zich per buslading. De meesten kijken alsof ze alleen nog kunnen denken aan volhouden, een lach zie ik nooit. Veel Franse mensen ook en Amerikanen, een internationale mengelmoes in een opkomende natuurcarrousel. Je voelt de rollercoaster langs de 1 aankomen.

 

Reykjahlid, lamsvleessoep

In Reykjahlid eten we bij Gamli Baerinn een heerlijke lamsvleessoep. We treffen een hele mooie dag, een van de weinige zonnige dagen. We hadden buiten kunnen eten ware het niet dat de lamsvleessoep verrijkt zou worden met vliegjes, ze gedijen uitstekend.

Wij gaan snel door naar Hverir of Námascar, een solfatarenveld vlak langs de weg 1. Daarna naar Krafla, een gebied met hete bronnen, kokende modderpoelen en zwavelbronnen. Er is een gelijknamige geothermische krachtcentrale. Het is indrukwekkend hoe de aardkorst actief is, wat een geweld, wat een oerkrachten.

Dettifoss

Vandaar gaan we naar Dettifoss, We rijden door het onwaarschijnlijk maan-mars-landschap op de hoogvlakte. Er staan waarschuwingsborden met overstekende rendieren. Er moet hier een kudde leven maar wij zien er geen. De hele tocht van Mývatn via Dettifoss naar Egilsstadir is een bezienswaardigheid op zichzelf. Onvoorstelbaar.

 

Dettifoss! Waar we eerst versteld stonden van de kracht van de aardwarmte zijn we dat nu door de pure waterkracht. De krachtigste waterval van Europa.

Het werkt hypnotiserend, het geluid, in het vallende water kijken, betoverend.

IMG_9755

We komen aan bij guesthouse Skipaleudkur bij Egilsstadir, weer met een mooi uitzicht.

 

Verzadigd van alle indrukken gaan we eten in Egilsstadir. Bij Niels café staat rendierbiefstuk op de kaart. Het blijkt zeer smakelijk te zijn. We lopen terug naar ons verblijf, in IJsland mag je alleen met 0% alcohol achter het stuur en een smakelijke wijn bij het rendier is toch wel lekker.

Pijpenstelen op IJsland

De volgende ochtend regent het pijpenstelen. De auto staat op drie kwartier lopen geparkeerd. Ik besluit hem alleen op te halen, ik heb wel zin in een wandeling en ach een beetje regen zijn wij in Nederland ook gewend.

Harde wind, ijskoud striemende regen. Gelukkig heb ik beide in de rug. Binnen de kortste keren is mijn ‘water en winddichte’ kanojack doorweekt. Maar ik vind het wel een stoere actie. Ik besluit deze dag de autorit op me te nemen. Doe nog wat boodschappen onderweg terug en ben klaar voor vertrek.

Nog een lekker kopje koffie en dan gaat mijn telefoon. Met de reisorganisatie. You are driving the east coast today, be aware of the hard wind and rain. Hold your car doors tight when opening. Safe travel to all of you.

Dat klinkt heftig onheilspellend, vooral omdat er op mijn mobiele nummer gebeld wordt, ik ben niet de opgegeven ‘hoofdbestuurder’.

Ik ben vastbesloten. Na de kanotocht is niets mij te dol bij wijze van spreken. Ik neem weer plaats achter het stuur in onze, ook elektronisch, luxe vakantieauto. Even wennen aan de startknop en het knopje dat de handrem is.

 

We stoppen onderweg en rennen door de regen naar een wegrestaurant Bókakaffi. Op de bovenverdieping is een winkel met servies, huisraad, speelgoed, ‘trendy’ grijshouten dingen om je huis mee op te vrolijken zoals in ieder tuincentrum in Nederland momenteel ook in de verkoop en een vitrine met reuzegrote glazen hand bewerkte kerstballen. Krijg ik die heel thuis. Mooi, ik kijk en laat ze liggen.

We doen een poging met onze oranje regencapejes om een Puffinrots te bekijken, zien een geweldig mooi zwart strand met een prachtige rotsformatie, Puffins zien wij niet, zitten lekker in hun holletjes zeker, het is goed.

 

Windvlagen, jagende regen, smalle wegen, de enkelbaans smalle bruggen over snelstromende rivieren, eenbaans tunnels met uitwijkplekken, soms grote delen onverhard zwart Noors gravel met gaten in het wegdek en vrachtwagens die grote plenzen over de auto spuiten.

Links de woeste branding van oceaangolven of ruw opgezweept water in fjorden. Rechts het razende regenwater dat nu werkelijk in alle bergkloven aan de rechterkant naar beneden dendert, in een geul terecht komt of onder de weg door weggevoerd wordt. Dat regen en wind zo mooi zijn.

Eng, spannend, spektakel, ik ben geconcentreerd en kan dit.

Grenzen in dit mateloos grenzeloze land voorbij.

Höfn, het kreeftenfestival

Onze volgende stop is in Hotel Jökull, gletsjer vlak bij Höfn, waar precies wanneer wij aankomen het kreeftenfestival begint. Alweer feest?

Vanuit onze ruime, ondanks het donkere weer lichte kamer zien wij boven de daken van een complex voor groepen dat bij het hotel hoort een witblauwe uitloper van de grootste gletsjer van IJsland, de Vatnajökull. Het overvalt, wat is het licht erop en erom heen mooi.

Wij trekken bij en zijn benieuwd naar het kreeftenfeest en rijden naar Höfn om poolshoogte te nemen en om uiteraard kreeft te eten.

Welgeteld zien wij op maar liefst twee plekken enkele mooi oranjegekleurde slingers en wat ballonnetjes. Bij een garage zien we een groepje mensen maar dat ziet er privé uit.

Wij komen terecht in het Pakkhús, vlakbij de haven. Ondanks dat het restaurant afgeladen vol is kunnen wij er na een drankje in de kelder genoten te hebben terecht. Ik eet een heerlijk op drie manieren bereid makreelgerecht vooraf en een voortreffelijke kreeftenstaart als hoofdgerecht. Ook mijn reisgenoten krijgen prachtig verzorgde en heerlijk smakende gerechten voorgeschoteld, waaronder een gerookt wilde gans en lams combinatie op fijn smeulende kooltjes, mooi opgemaakt voorgerecht.

Ook hier is verder, afgezien van de mooie gerechten, geen feestvertoon. Op navraag serveert dit restaurant morgen gratis kreeftensoep in verband met het festival maar wat er verder te doen is? Wij komen er niet achter, niet bij navraag verder dan de gratis kreeftensoep, ook niet bij nazoeken op internet. Toch blij met de wervende tekst in het magazine van WOW, de maatschappij waar wij mee vliegen, https://wowair.nl/magazine/tag/landelijk-ijsland/.

Wij hebben hoe dan ook een heerlijke avond.

Langzaam maar zeker krijgen we het idee dat IJslanders geen uitbundige feestvierders zijn, ondanks de bescheiden oranje versieringen.

 

 

Vatnajökull, gletsjerkracht en pracht

 

De volgende ochtend

staat stil

water in glas

 

bevroren

voor de spiegel

gletsjer blauw

 

witlicht in de verte

begint een dag

zonder dat de vorige stopt

 

heldere dag

begin

 

Wij overwegen om een gletsjertour per gemotoriseerde ijsvreter te boeken, óp de gletsjer zijn. Het is gruwelijk duur, supertouristfake? Natuurlijk zijn er ook prachtige looptochten in warme pakken met ijspikken en touwen, ook voor beginners, aan ons gezelschap niet besteed. Net voordat we de boekingsknop indrukken op de iPad bedenken wij ons. Gelukkig blijkt later op de dag.

 

Wij stippelen aan de hand van de uitgebreide reisinformatie van het reisbureau De IJslandspecialist enkele mooie gezichtspunten uit die wij onderweg naar de volgende stop kunnen aandoen. Gouden greep. https://www.ijslandspecialist.nl/

 

Onze route voert ons langs de uitlopers van de Vatnajökull en de Kviarjökull gletsjers, met een snoeiharde ijswind bij het uitkijkpunt.

Langs Fjarllsárlon, gletsjersmeer en Jökulsávlón, blauwwitte op zwart strand gestrande gletsjerijsformaties omkranst in de witte branding. Bevroren witte lucht in blauwe wolken op een zwarte vlakte.

Je kunt het niet bedenken. Ik kan hierover uitweiden in woorden maar de foto’s spreken beter.

Het is ongelooflijk mooi. Drukbezocht maar nog net te overzien. Er wordt bijgebouwd. Er zijn kano- en andere vaartochtjes op het ijsmeer, hier is toeristenindustrie in opbouw. Wij kunnen net als onze collega toeristen nog net langs elkaar of van elkaar mooie plaatjes schieten en vooral de ongelooflijk mooie beelden absorberen.

We stoppen bij museumrestaurant Thórbergssetur voor een kopje koffie. Het is een centrum met exposities ter nagedachtenis van de romanschrijver Thórbergur Thórdarson. Een aparte bouw, een van de zijkanten is een grote boekenkast. IJsland is doortrokken van sages en verhalen. Zij koestert haar schrijvers en dichters. Er hangen raamgedichten van I. Sudursveit over de stenen gezichten in de omgeving, een berghelling lijkt op het pas geschoren gezicht van zijn vader.

Onderweg onwerkelijke beelden.

In Halldórskaffi in Vik, het zuidelijkste plaatsje van IJsland, strijken wij neer voor de lunch. Broodje lamsfilet, heerlijk. Minimuseum over vulkanen en het snoeiharde leven, eten van vis, Puffins en hun eieren, overleven.

Het leven was hier hard, het leven bijeenschrapen, net zoals in ons platte landje nog niet eens zo heel lang geleden. Ook hier was aangespoeld wrakhout een schat. Een gestrande walvis een zegen voor maanden. Schatten van de zee. Vik is geen vissersdorp meer, de zee is er woest en er is geen veilige haven.

Stel je voor hoe men hier vroeger viste.

Vik was ook de laatste pleisterplaats voor wie de enorme lavavelden waar zandstormen woeden wilde oversteken. Ik begrijp niet waarom je dat zou willen maar mensen zijn overal mensen en doen dingen die niet kunnen.

Tot dat we in Guesthouse Dalfshöfdi in Kálfafell aankomen.

 

Kálfafell

Kálfafell bestaat uit twee boerenbedrijven waarvan een ons Guesthouse erbij heeft. Het ligt in een uitloopgebied van de lavastromen van de vulkaan Katla. In 1782 barstte een lavastroom van 15 miljard kubieke meter uit. Driekwart van het vee gesneuveld.

Het is een bizar landschap overdekt met licht kazuifelig groen, bij aanraken veerkrachtig stugzacht aanvoelend mos. Er zijn 200 jaar verstreken tussen de enorme uitbarstingen en deze liefelijke bedekking zoals die nu is.

Het nodigt eerder uit om erin te gaan liggen dan tot oversteken. Maar mensen zijn mensen.

 

Bij aankomst loop ik in dit onaardse dal vrijwel meteen naar het snelstromende riviertje dat we in de verte als belofte al zagen. Een verrassend prachtige waterval, als je op de brug staat is het of je er middenin zit. Dit is niet te vergelijken met de jökulhlaups, een grote smeltwateroverstroming die altijd met een uitbarsting van de Katla gepaard gaat. De gletsjer Mýrdalsjökull die de Katjal als ijskap bedekt komt mee. In 2011 was er nog een ‘kleine’ uitbarsting waarbij de waterstroom de brug op de weg naar Vik wegspoelde.

De vraag is niet of maar wanneer Katla weer uitbarst of anders Ejafjallajökull iets verderop, die in 2010 het Europese vliegverkeer platlegde met haar aswolken.

Hier voel je je pas echt een verdwaasde toerist die rondbanjert in de harde realiteit van het leven hier. Bevolking in 1782 tot een derde gereduceerd, door de gevolgen van de mega uitbarsting, de geminimaliseerde veestapel, de hongersnood die dat tot gevolg had. Dan moet je wel op zoek naar leven. Kwam het water in 2011 langs deze boerderijen? Wat een land, wat een leven.

 

Dverghamrar op weg naar Laugarvatn

In dit tijdloze woeste land hebben wij nauwelijks tijd om stil te staan, de volgende dag rijden we door naar onze tweede langere stop in de cottage Bláskógur bij Laugarvatn.

We bekijken onderweg het lieflijke Dverghamrar, dwergenklif waar natuurlijk bovennatuurlijke wezens, elven of dwergen in dit geval, leefden. Een van de verhalen is in het boek Islenskar thjódsögur og sagnir opgetekend. Het jonge meisje Olafía liep hier op een zomeravond om de ooien op te drijven. Zij hoorde wonderschoon gezang maar had niemand zien komen en niemand verwacht, het was onwaarschijnlijk dat het iemand was die zij kon kennen.

Ze bleef luisteren, het was het lied Father in heaven. Toen zij naar huis terugkeerde bleef het gezang haar nog lang volgen. Omdat het niet logisch was dat daar iemand was geweest moesten het wel dwergen zijn die zongen en wel van het Christelijke soort, hoogstwaarschijnlijk van het ras Light Elves.

 

Even verderop is een grafheuvel, Hildeshaugur. De eerste inwoners van Kirkjubaer zouden Ierse Christelijke kluizenaars zijn. Zij verboden de heidenen er ook te wonen. Toen de boer Hildir dit toch wilde viel hij ter plekke dood neer. Vikingen, Ieren, IJslanders, hermits, trollen, dwergen elfen. Wat hier verborgen is.

De tegenstellingen, harde IJslandse overleversmentaliteit, de luxe van de IJslandvakantie

Onze vakantiewoning op het kleinschalige park Giljareitir is een oase van stilte en luxe. Weer een verrassing van een heel ander kaliber. Hoog op de helling met uitzicht op het warme meer Laugervatn en heel in de verte de vulkaan Ejafjallajökull, als het helder zou zijn. Prachtig aangelegd terras rondom met een eigen hottub.

Vanbinnen alles zorgvuldig ingericht en versierd met breisels en haakwerk. Een ultramoderne tv met surround geluidssysteem en subwoofer, alle boxen met een op maat gebreid mutsje op. Het grote beeldscherm zakt weg in de behuizing zodat het uitzicht niet wordt verstoord. Wij kijken onze ogen uit. Hier vier dagen!

We doen het rustig aan, proberen alles uit en besluiten om de bezienswaardigheden die vanaf hier bereikbaar zijn vooral ’s avonds te doen, minder druk en grote kans op droog weer en natuurlijk het prachtig langzachte avondlicht.

Zuid IJsland met de Golden Circle

We zijn in het zuiden gearriveerd, het land van de Golden Circle, moois vanuit de hoofdstad Reykjavik bereikbaar. Natuurlijk staan de Gullfoss, Geysir en Thingvallir ook op ons lijstje. Verder willen we nog graag naar een natuurlijk hottub, een geothermaal zwembad. Dat kan in Laugervatn, we kunnen naar de Blue Lagoon bij Reykjavik. Wij kiezen voor de Secret Lagoon. Het blijkt een van de oudste warmwaterbronbaden te zijn, heerlijk 40 °C bad. Het is omringd door bubbelende hete poelen waar je vooral niet in moet gaan en een minigeysir die regelmatig spuit. Heerlijk om in te relaxen.

Er staat een waarschuwingsbord dat uit het oog geraakte kinderen aan trollen worden verkocht (we keep all profits).

Het is de bedoeling dat de Secret Lagoon relatief secret blijft, het is hier aangenaam niet druk. Het schijnt dat je de Blue Lagoon beter vooraf kunt reserveren, blij met onze keus.

Deze dag sluiten wij af in een bijzonder restaurant in de buurt, Estidalur II. Vanuit het restaurant kijk je vanaf één hoog, zo de koeienstal in. Ze serveren heerlijke hamburgers, ook het lamsvlees smaakt hier weer goed.

 

Gullfoss en Geysir

Op een van de avonden gaan we naar zowel de Gullfoss als de Geysir. Voordat we de parkeerplaats bij de Gullfoss oprijden worden wij verrast door het oogstrelende hemellicht op de ijswitte gletsjer Langjökull.

In overtreffende trap. Wanneer wij vol zijn van al het moois rijden wij richting ons huis en doen onderweg de Geysir aan. De geiser die je ziet is niet de Geysir zelf, deze spuit eens in de twee jaar. Je ziet de Strokkur. Om de 10 minuten is er zoveel druk opgebouwd dat het water de aarde uitspuit. Heel mooi om te zien hoe de borrelende plas steeds woeliger wordt en dan, pats! Steeds anders, steeds weer verrassend.

Als we ook hier verzadigd zijn gaan we naar ons huis, afkoelen van alle indrukken in onze eigen hottub, filmpje op netflix pakken.

Thingvellir, Euraziatische en Noord Amerikaanse tektonische platen

Op een andere avond rijden wij de andere kant vanaf ons huis op naar Thingvellir. Een heel bekende plek waar ook IJslanders naar toegaan. Hier kruisen natuur en cultuur elkaar.

In deze valley is het viking parlement opgericht en las de wetslezer bij de Lögberg de wetten voor.

Het is een uitgebreid natuurpark, Unesco World Herritage.

De lange kloof die dit gebied doortrekt, wordt ieder jaar 1-2 cm breder en 0.5 cm dieper. Aan de ene kant de Euraziatische plaat, aan de andere kant de Noord Amerikaanse. Hard.

Als wij naar boven lopen naar het Touristcentre dat waarschijnlijk, het is na 22.00 uur, gesloten zal zijn hoor ik heel aparte muziek. Donderachtig slagwerk met koperen tussentonen. Ik versnel mijn pas, want in tegenstelling tot meisje Olafía wil ik het bovenaardse wezen toch graag met eigen ogen aanschouwen. Is dit een aanstaand befaamd saga?

 

Het blijkt een graafmachine te zijn met metalen knarsen als koperwerk en een stenenschrapende bak als slagwerk. De uitbreiding van het Touristinformationcentre is gaande. De machinist is de enige getuige, het centrum is gesloten.

Puffin and vulcanotour, met de veerboot Herjólfur naar Vestmannaeyar

Een van de must sees is ons nog niet onder ogen gekomen, een Puffinkolonie. We hebben wel een keer enkele Papegaaiduikers gezien maar geen broedkolonie. Niet heel ver hier vandaan kun je met de veerboot Herjólfur van Bakki, Landeyahofn naar Vestmannaeyar, Westmaneilanden, naar Heimaey om precies te zijn, het enige bewoonde eiland van deze vulkanische eilandengroep, thuiseiland.

De eilanden zijn genoemd naar de westmannen, Keltische Ieren uit het westen, die als slaven werden binnengebracht. Deze Kelten vluchten naar de eilanden nadat zijn hun baas hadden vermoord omdat zij gedwongen werden de ploeg te trekken. Natuurlijk is er een saga over. Een kwade trollenvrouw gooide stenen nadat haar uitnodiging aan een mannelijke trol om te komen koffiedrinken werd afgeslagen. Steen en gruisslag werden de eilanden en rotsformaties. Trollen die koffiedrinken? Waarom niet.

Er is een Puffin and vulcanotour, http://eyjatours.com/puffin-and-volcano-tour/. Die willen wij graag maken, kleinschalig. Het lukt op het nippertje om zowel de overtocht als de tour op onze laatste dag voor vertrek te boeken. Er is een jeugdvoetbaltournooi gaande en even leek het dat wij niet met de veerboot over zouden kunnen.

De aanblik vanaf de kust en boot is heel mooi. De gids rijdt een groep van maximaal twintig personen in een busje rond en stopt veelvuldig. Iedereen stapt steeds uit en hij vertelt enthousiast en veel.

Hij wijst een man in een blauwe jas aan, de president van IJsland, hier zeker voor het jeugdtoernooi. De president met de IJslanders trots op IJsland, de gids daarbovenop trots op zijn eiland. Op het ‘vaste land’ noemen ze de bewoners van de Westmaneilanden eilanders, terwijl alle IJslanders natuurlijk eilanders zijn.

De eerste stop is bij een hoge rots met lange bungelende touwen eraan. De kinderen van negen, tien jaar leren zich hier naar steeds hogere punten op de rots te slingeren. Hebben ze het eenmaal onder de knie dan gaan ze naar een van de omliggende eilanden om eieren te zoeken op de rotsen. Iedere familie heeft een vast eiland waar ze eieren rapen en jagen. Het is een wedstrijd welk eiland de beste, mooiste, meest luxe cabin heeft. Het gevolg is dat de ‘hutten’ inmiddels zijn uitgerust met electriciteit, stromend warm en koud water, riolering en alle luxe die je kunt verzinnen.

 

Naast Puffins broeden hier onder andere Sterns en nog een soort die ter bescherming van de eieren met een soort olie naar de eiraper spuugt. Als je dat op je kleren krijgt, 100 wasbeurten is niet genoeg om de stank eruit te krijgen. Het overkomt ieder maar één keer, daarna leer je de spuugballetjes wegvangen voor je geraakt wordt. De Sternen zijn levensgevaarlijk en vallen iedere raper die in de buurt van het nest komt aan. Ook dat leer je te pareren.

Een van de vermaken hier is in de zomer een ijsje halen, zitten om naar de niet-eilandse kinderen te kijken die hier aan de touwen komen slingeren. Sommigen gaan met mooie herinneringen naar huis, anderen met een gebroken arm of been.

 

Puffins

Puffins zijn heel onhandige vogels, ze kunnen nauwelijks vliegen en flapperen met behulp van de wind hun weg. De zachte, schattige tegenpool van al het natuurgeweld.

Op de plek waar wij naar hen kijken graven zij hun eigen diepe holletje op een weilandachtige grashelling. Ze komen steeds naar buiten om te poepen, daar gedijdt het gras op, de schapen komen voor het gras, de papegaaiduikers zijn bang voor de schapen maar blijven natuurlijk toch poepen. Toch zien we er ook nu niet veel. Misschien hebben ze net allemaal gepoept.

We zien op een andere plek enkele zich van de rotsen werpende duikertjes, hopend op een windvlaag.

In augustus verlaten de jongen hun nest en flapperen per ongeluk richting de stad, ze komen op het licht af. De kinderen rapen ze van de straten en uit de tuinen. Er is te weinig wind waar ze op kunnen stijgen. In kartonnen doosjes worden de jongen aan de kust gezet om vandaar uit hun leven tegemoet te flapperen. Jaren geleden was er een jong die het niet lukte uit te vliegen, deze is nu eilands Puffinmascotte.

Opa’s en schapen

Schapen worden hier voornamelijk als hobbydieren gehouden. Om de onaangename smaak te verzachten, want gegeten worden ze wel, voeren de mensen hun schapen bij. De opa van de gids voert bijvoorbeeld donuts bij. De opa van een vriend van hem geeft zijn schapen bananen te eten. Als je per ongeluk met een banaan in de buurt komt krijg je de hele kudde achter je aan.

De opa van de gids scheert zijn schapen maar vaak gebeurt dit ook niet. Je ziet soms schapen lopen met een halve vacht, laat vanzelf uiteindelijk helemaal los.

Zwemmen en Blauwe vinvis

De gids vertelt dat er een tot twee, max drie keer per jaar in zee wordt gezwommen. Het water blijft koud. De eerste twee minuten zijn heel pijnlijk, daarna voel je niets meer.

Samen met een vriend haalt hij het hele jaar door zeewier uit zee en legt het te drogen. Lekker. Nadat wij allang weer thuis zijn zien wij op tv een stukje over zeewier in Nederland. Men is er volop mee bezig, een boer op Terschelling verwerkt het in zijn kaas, een wetenschapper vertelt over zeewier als vlees vervangend product, als grondstof voor plastic, zo te horen is Wageningen er inmiddels op los.

 

In augustus zwemt de Blauwe vinvis rond de eilanden, kun je zo vanaf de kust zien.

 

Vulkaan Helgafell

We rijden de vulkaan Helgafell op. In 1973 was de laatste uitbarsting. De hele bevolking van 4400 man kon op tijd met de grootste IJslandse vissersvloot die hier de thuishaven heeft en toevallig thuis lag geëvacueerd worden. Ook konden alle dieren op tijd gered worden omdat het een trage uitbarsting was. 400 Honderd huizen zijn verwoest. Bij een huis met huisnummer 13 staat de lava tot in de tuin, geluk.

In iedere straat staat een paal die aangeeft tot hoe hoog de as stond. Pas na vijf maanden mochten de inwoners weer naar het eiland. Een ploeg van 200 man werd eerder vooruitgestuurd om de visverwerkende industrie weer op gang te helpen bijvoorbeeld. De bestuurders waren bang dat veel inwoners niet terug zouden keren omdat ze inmiddels werk hadden gevonden op het ‘vaste land’ of omdat ze het voortdurend op de loer liggend verwoestende geweld beu waren.

De gids was een van de eersten die terugkwam. Hij plantte met generatiegenoten op grote schaal gras én Lupines, om zandverstuivingen te voorkomen en het land weer snel vruchtbaar te krijgen.

Een van IJslands bekendste geoloog stelt van zijn levensdagen niet op Heimaey te willen wonen. Het is niet wanneer maar waar en hoe de volgende uitbarsting zal zijn. Of deze weer traag zal zijn of fel explosief?

De bestuurders praten over een evacuatieplan. Praten over wanneer ze een afspraak zullen plannen om te plannen wanneer ze een plan zullen maken.

Als het weer zo ver is handelen wij weer naar wat de situatie verlangt.

 

Reykjavik

Na het boeiende verhaal over het bizar harde leven op de Westmaneilanden, veel ervan ook misschien nostalgisch aangedikt maar wie ben ik om dat te beoordelen en wie wil dit controleren, steken wij weer over en rijden in een ademtocht door naar Reykjavik, onze laatste avond in IJsland breekt aan.

Een van ons gezelschap wil heel graag de Hallgrímskirkja bezichtigen. Wij zijn op tijd om dat te doen. Prachtig strak haast steriel opgebouwde kerk met een serene sfeer binnen. Statig prachtig orgel. Helaas horen wij geen spel.

Vanaf de toren waar je met een lift kunt komen is er een weids overzicht op de stad. Reykjavik lijkt van hieraf zoals de beschrijving van Hallgrímur Helgason, maar wanneer wij eenmaal beneden door de stad lopen zijn er ook heel mooie gerestaureerde huizen en mooie stukjes stadszicht.

Je kunt een ecotour doen zoals wij eerder in Lissabon en Florence deden, met een elektrisch wagentje. Jonge mensen besturen en vertellen korte en krachtige enthousiaste informatieve verhalen over de eigen stad. In vogelvlucht kun je met de gegevens daarna zelf bepalen wat je verder wil bekijken. Geen tijd.

Na de kerk eten we bij Lakjarbrekka, Lekkerbekje noemen wij het na afloop. Een gouden keus. Zo heerlijk gegeten, een beter afsluitend etentje kunnen wij ons niet wensen. Zalm met onder andere knapperige oranje viseitjes gegarneerd. Daarna een mooi dagvisgerechtje. Als hoofdgerecht een sappige lamsfilet, met een subtiele variatie aan bijgerechtjes. Het nagerecht met fijne skyr (IJslandse yoghurt) en verschillende kleine ijshapjes. In een fijn gerestaureerd historisch stadspand. Prachtig.

 

Na afloop lopen wij nog naar het Harpa concert- en evenementengebouw. Het grootfacet glaswerk lijkt op groenblauwe vissenschubben, als bewerkte vissenhuid. Er staan oldtimers geparkeerd op het plein met gierende x-cilinder benzineslurpers met American ronkende dito oldtimer liefhebbers. Het is er, we zijn in de stad.

Nog een blokje omweg voor wij gaan slapen. Wij zijn hier kort maar deze stad voelt OK zoals je dat in een oogopslag weet bij het binnenrijden van een willekeurig dorp of stad.

We slapen verrassend dichtbij het centrum, in Reykjavik Hostel Village.

De volgende ochtend auto poetsen, linnen inleveren, inchecken, vliegen.

 

Verslag van een wonderbare reis om IJsland

Verslag van een wonderbare reis rond de tijd, om IJsland. In IJsland sta je oog in oog met de tijd van het ontstaan en vergaan van de aarde, de nietige mensen in het machtige oergeweld zijn zo heel klein, marginaal onbetekenend klein.

 

Tegelijk met het verslaan van onze wondermooie reis lees ik mijn vakantieboek uit, deze vrouw op 1000 °C van de IJslander Hallgrímur Helgason, Here reist als veertien, vijftienjarig IJslands meisje alleen door Tweede Wereldoorlogs Duitsland en Polen, van ouders en god los tussen 44 en 46. Alles wat je kunt verzinnen maakt zij mee. Alles tot alle uitersten van ons mensdom.

 

De menselijke gruweldaden die het leven van de hoofdpersonen, Here en haar ouders en wie niet uit die tijd vergaand beïnvloeden, overstijgen het enorme IJslandse natuurgeweld ruimschoots. De mens is gruwelijk gewelddadiger dan de oerkracht van de natuur.

Ik heb diverse associaties met mijn Nederlands-Indisch oorlogsverhaal van mijn ouders in Taboe in het theemeubel, http://www.puntaal.nl/blog/.

Keuzes die vaders maken om te vertrekken naar het ongewisse min of meer uit idealistisch oogpunt bekeken, wie zal het zeggen. Gezin achterlaten in een heel ander ongewisse. En de verregaande gevolgen bijvoorbeeld.

IJslands zwijgen. Het zwijgen. Het herkenbare zwijgen.

Voordat Here van god en ouders verlaten is verblijft zij in het Noord-Friese Amrun, een Duits Waddeneiland https://nl.wikipedia.org/wiki/Amrum.

Zij voelt zich er relatief thuis voor zover het kan, ver van haard huis en familie. Helgason laat haar vertellen dat Friezen in feite niet veel anders zijn dan IJslanders, vrij in gedachten en zelfstandig qua mentaliteit. En zich vanuit dat goed bizarre gedachten veroorloven blijkbaar, desastreuze keuzes van de vaders, en er dan na afloop het zwijgen toe doen.

Taboe houd ik verder uit dit reisverslag, het is een ander verhaal. Frappant is dat het er altijd is, uit de meest onverwachte hoeken. Terecht misschien.

 

De mens is een mens en doet het onmogelijke. De natuur kent haar wegen en voltrekt. Ook de mens is onderdeel van de natuur. Tijd dat de elfen, dwergen, trollen en erger de boel weer toebedeeld krijgen? Denk het niet, de sagen gaan net zo goed over haat en nijd en wreedheden en robuuste moorden. Net zo zelfvernietigend afgunstig in onmin levend als wij.

Be happy.

 

Ik neem vooral de tijd om het boven wonderlijke natuurschoon dat op het netvlies blijft verschijnen te laten beklijven.

IJsland, een geschenk, een wonderbaarlijke schoonheidservaring voor het leven.