Blog 83: Bergbeklimmen, patrouilles of wandelingen, Spierdivisie in actie, wanhoop over uitstel demobilisatie (eerste helft oktober 1948 )

January 15, 2019 Hilma Bruinsma No comments exist

Bergbeklimmen, patrouilles

 

Alderleafsteskotten!!!

Vanmorgen om 6.00 uur op stap en vanmiddag om 17.00 uur weer binnen. We hebben met 11 man de Boekit Toenggoel een berg van 2209 m hoog beklommen. Zag er erg tegenop want ik ben een slechte klimmer en heb lang niet de training van iedere dag patrouillelopen zoals de andere jongens. Het is erg meegevallen en ik heb de hele dag genoten van de prachtige bossen, echt oerwoud. Een zware maar geweldige dag om nooit te vergeten. Ik begin van voren af aan om je een indruk te geven van deze tocht. Maar eerst dagsluiting.

 

Goedemorgen schat, een innige morgenzoen en knuffel onze mollen even. Is alles goed? Na de dagsluiting bleef het stel napraten over onze moordzucht en daarna ging ik meteen slapen.

 

Weer verder met mijn verslag. We hadden een paar inlanders mee om te gidsen. Een prachtig frisse ochtend. Eerst door de thee- en kinatuinen. In zigzaglijnen steeds hoger, steeds steiler, steeds moeilijker. De koelies voorop. Hier en daar oude paden vrij kappend.

 

Ik merkte dat ik niet tegen de andere klimmers op kon. Ik kreeg ademnood, hartkloppingen en ik werd duizelig. Toch doortrappen en gelukkig raakte ik er spoedig overheen en had de hele dag nergens last meer van. Ik liep zelfs beter dan verschillende van de lange afstandslopers.

 

Hier en daar schitterende doorkijkjes van het hoge berglandschap met daarachter de laagvlakte.

 

 

Op sommige plaatsen keken we in diepe, begroeide ravijnen. Zoveel diepte en ruimte, je voelt jezelf nietig. Het oerwoud was prachtig, hoe hoger hoe woester. Machtige eeuwenoude bomen begroeid met een moslaag en met lianen en andere planten. Zo dichtbegroeid dat het bijna donker is en plotseling bij een scherpe bocht sta je weer in het felle zonlicht met een schitterend vergezicht.

Ik had een stok gekapt en die was mij de hele dag letterlijk tot steun. Het laatste stuk was zo steil dat we op handen en voeten naar boven moesten. Soms schoot er iemand een eind naar beneden, tot vermaak van de rest.

Om 9.30 uur bereikten we de top. Eerst uitblazen en een hap brood, slok thee, sigaret. Was blij dat we er waren hoor. Van jouw pepermunt hebben we allemaal genoten schat. Jammer dat de top zo dicht begroeid is, aan een kant hadden we pracht mooi uitzicht, ontzaglijk ver.

 

 

We hebben even een groot vuur gestookt om te laten zien dat we er inderdaad waren.

Het was lekker fris boven, eigenlijk te koud voor onze bezwete body’s.

Ik had een klein potje verf en een stuk blik meegenomen en daar een bordje van gemaakt met II-6 RVA 7. D.D.  D.btij. en dat op de stenen paal gespijkerd.

 

 

Er stond ook een bordje van I-6 RVA. Na anderhalf uur rusten, eten, drinken, roken, kletsen weer naar beneden, langs de andere kant. Verdorie wat was dat steil, wat een woestenij. Eeuwenoude bemoste woudreuzen hebben het ergens in de tijd begeven en zijn met donderend geweld omgevallen, alles wat in de buurt stond meesleurend. Stapels halfvergane bomen kriskras over elkaar met daartussen weer nieuwe begroeiing. Machtig mooi maar erg uitkijken en goed vasthouden. De gidsen vonden een oud pad en dat hebben we verder gevolgd.

Hier en daar moest er gekapt worden. De een na de ander maakte een schuiver maar het liep steeds goed af. Eentje rolde dwars door het struikgewas wel 10 m naar beneden. Alleen wat schrammetjes en een verbouwereerd gezicht, schieten jullie nog wat op! riep hij.

 

Na een paar uur glijdend afdalen kwamen we op een afgebrande helling vanwaar we een prachtig uitzicht hadden richting Bandoeng.

De gidsen hadden zich zeker vergist want zij waren totaal de kluts kwijt. Ze wisten niet meer welke richting wij aan moesten houden. Als de gidsen, die hier geboren en getogen zijn, het niet weten dan weten blanda’s er helemaal niets van behalve militairen met hun hulpmiddelen als kaarten en kompas.

Al gauw hadden we uitgekiend dat we ten zuiden van de ’knobbel’ zaten, in andermans gebied. We wisten welke richting Bukanagara was, een gruwelijk eind verderop. De kale helling hoorde bij een kina- en groenteonderneming, hier en daar waren koelies bezig hellingen te ontbossen. Het wordt vooral gedaan door kappen en afbranden. Er wordt ter plaatse houtskool gestookt.

 

Onze gidsen informeerden naar een pad in de goede richting maar ik merkte dat zij zich onzeker voelden. Ten slotte kwamen ze in de achterhoede terecht. Eerst moesten we vijf kale hellingen nemen. Dat ging prachtig maar niet zonder gevaar. De hellingen bestonden hoofdzakelijk uit losse rode droge modder. Het was net skilopen, achter elkaar om de toppen slalommen. De kunst was om van de ene boomstronk naar de ander te rennen zonder weg te glijden. Raakte je je steunpunt kwijt dan werd het rollen, 50, 100, 150 m naar beneden ergens in een ravijn met alle gevolgen van dien. Het ging geweldig, grote rode stofwolken stoven hoog op, jammer dat mijn filmrolletje vol was.

 

Zo hebben we ‘skiënd’ vijf bergruggen genomen. Dan weer langzaam ertegen op zeulen, er half omheen en dan weer met een rotgang naar beneden. Over smalle kalis van de ene kei op de andere springend.

 

 

Ik liep voorop. Aan de stand van de zon en op mijn neus zoveel mogelijk de goede richting houdend. Om een uur om twee kwamen we weer in de prachtige bossen. Een koelie wees me een smal pad, nauwelijks te onderscheiden. Verder maar weer. Grote zwarte apen slingerden door de boomtoppen en bleven nieuwsgierig schreeuwend kijken hoe wij hun rust verstoorden.

Onze gidsen werden moe en sjouwden achteraan, een paar jongens hadden last van hun voeten en knieën. Zelf had ik nergens last van.

 

We kwamen precies uit bij een ander smal pad door de rimboe. Toen nog tot vijf uur een zware maar mooie tocht door de bossen. We lesten onze dorst bij de kalis en puften zo nu en dan uit. Een paar jongens raakten vermoeid. Ook ik kreeg weer een inzinking maar ik raakte er al vrij snel overheen. Ik tippelde zoals ik nog nooit van mijn leven getippeld heb. Het lijkt grootspraak maar dat is het niet hoor. Ik verwonderde me over mijzelf dat ik zo fit bleef en anderen met meer training en ervaring bekaf raakten. Ik moest regelmatig wachten op de rest.

In zo’n dicht woud moet je dicht bij elkaar blijven, je raakt elkaar zo kwijt. Van het pad was vaak niets meer te zien dan een smal slingerspoortje van droge bladeren.

Soms kwam de bergtop die we bestegen hadden in zicht en kon ik mij daarop oriënteren. Verder was het geluk dat we precies in het kamp uitkwamen.

 

Om half vijf stonden we op een steile helling met ons kamp in het zicht, nog 400 m naar beneden, een prachtig uitzicht over onze omgeving. Nog een half uurtje zigzaggend afdalen. Er werd limo, bier, koffie en thee gezopen, eten werd vreten. Daarna mandiën. Wat een fijne dag was het Nan.

 

De gidsen hadden hun best gedaan ondanks dat ze de weg niet meer wisten.

Per man hebben we f 1,00 gegeven zodat ze met f 5,- de man, een witbrood en de buik vol rijst, doodmoe maar zo blij als kinderen naar huis gingen.

 

O ja, op de top van de berg ook nog een vuursalvo gegeven maar noch van het vuur stoken, noch van het schieten hebben ze hier iets gemerkt. Stel je ook voor, 50 x zo hoog als de kerktoren van Raard en 4 km ver weg, dan moet je wel een kanon afschieten wil je het kunnen horen en dan nog.

 

Zware taak thuis drijft tot wanhoop

Jouw barometer stond op z’n hoogst schat, je was oergelukkig, onze kinderen zooo lief. Soms is het zo zwaar dat je de dag vervloekt dat je memmi werd, dat je getrouwd bent. Het klinkt hard maar ik kan het me voorstellen. Ik geloof je deze keer, dat jij mijn schattebout het niet kan. Ze is niet berekend op de grote moeilijke levenstaak en toch?

Kijk mij eens aan meiske. Jij bent in een heel moeilijke situatie. Beppe heeft onze prullen heel lief maar zij is te oud om de hele dag kleine kinderen om zich heen te hebben. En nu moet jij het steeds zo keren en draaien dat het voor jou, voor onze schatten en voor Beppe het beste is. Een heel moeilijke taak die je soms tot wanhoop brengt maar die je zoals je later zult merken, heel goed volbracht hebt. Geloof je mij weer niet? Het is zo hoor!

 

De grootste toer is om ons kereltje in bed te houden., dat doet je groot verdriet. Ik weet niet wat ik je moet aanraden. Hem zijn gang laten gaan gaat ook niet. Ik geloof Nan dat wanneer Pim niet wil luisteren hij van mij zo’n gevoelig pak voor de broek kreeg dat hij zich zou bedenken om weer uit z’n bedje te kruipen. Ik weet ook niet wat ik zou doen.

Kun je hem niet voor de keuze stellen of een uur in bed of een uur in het hok? Denk je dat ons manneke werkelijk meer om mij gaat geven dan om memmi?

Ik moet het nog leren schat. Je zou hem veel beter aan kunnen pakken als je een eigen huis had. Nu moet je steeds rekening met je moeder houden.

Zus heeft dus ook lekkere sopvingertjes? Ik heb ons manneke toen ook vaak met wat suiker zoet gehouden. Zie je wel lieveling dat ik er ook niets van terecht breng?

Heeft die kleine aap ‘de lalio’ kapot gemaakt? Erg stout. Valt het nog een beetje mee? Heeft hij de knop eraf gedraaid zodat alleen de pin nog uitsteekt? Dan is het snel verholpen met een stelschroefje. Is de spandraad van binnen gesprongen? Dan valt het niet mee. Blijft hij er nu af?

 

Wims tweelingbroertje

Ja toen ik in Engeland zat voor de militaire training vertelde je hoe je bijna iedere dag weer wat maakte voor onze twee poppen. Je genoot daarvan en ik niet minder. Onze ene kleine schat [noot: Wims tweelingbroertje overleed vlak na zijn geboorte] had jou met zorg en liefde gemaakte kleertjes niet allemaal nodig.

Het was een mooi fijn popke, net zoals Pimmie. Ik zal dat kleine lieve kopje nooit vergeten vrouwke. Jij hebt ons kindje maar één keer gezien maar dat beeld staat in je hart gegrift memmi.

 

Kans dat een vermiste terugkomt is kleiner dan 1%, er zijn vier verminkt teruggevonden, Spierdivisie in actie

Gevangenen maken de rondzwervende bendes zelden of nooit. Een vermiste heeft een kans van nog geen 1% levend terug te komen. Van de vijf gesneuvelden (Blog 82, onder kopje vijf doden in een week) waren er twee op slag dood. Twee anderen waren door schrik zo verlamd dat zij niet meer wisten wat ze deden. Hoe hun einde is geweest weten alleen die beesten en god. Later zijn ze verminkt teruggevonden.

 

De Spierdivisie (onder kopje Spierdivisie) is direct in actie gekomen, alles platgebrand en de vermisten gevonden. Van de bende geen spoor. De kerels zijn het Tjikampehse weer ingedoken. Nu is het bij I-6 RVA ook weer rustig gelukkig.

 

De radioberichten die jij in Holland hoort kloppen niet altijd

De radioberichten die jij in Holland hoort kloppen niet altijd. Dat de vertraging van de demobilisatie alleen van toepassing is op de OVW is niet het geval. Ook de dienstplichtige EM is het haasje. Denk niet dat ik langer moet dienen omdat ik OVW-er ben. Wij zijn bij de EM (Expeditionaire Macht) ingedeeld en worden gelijktijdig met de troep gedemobiliseerd.

 

Of ze ons in Holland nog een tijdje vasthouden is mogelijk maar die kans is niet groot. Degenen die beroeps willen worden hebben nog een hele toer om in het leger te blijven. Dus zullen ze degenen die er een punt achter willen zetten niet langer vasthouden. Wij worden bij de demobilisatie gelijk behandeld als de dienstplichtigen.

 

Vertrouwen vasthouden, op en neer

Kom even hier. Jij bent niet machteloos, jij kijkt niet lijdzaam toe naar wat er met mij gebeurt. Zolang je zo nu en dan alles toevertrouwt aan god ben je niet machteloos in alles. Ik ben het weer kwijt. Zo gaat het steeds op en neer.

Hou dat vast lieveling, alleen dan kun je het volhouden en blijmoedig en gelukkig zijn. Dan is alles goed Nan.

Iedere brief, hoe ook geschreven, helpt mij veeeeel meer dan jij denkt schat omdat ik in elke regel jouw grote liefde voel. Een dikke tút schat, vanavond verder.

 

Hummelse belevenissen, wat jij allemaal op papier uit kunt drukken

Wat beleef jij veel met onze hummels. Ukki die bijna uit het raam viel, gelukkig kon je haar nog net tegenhouden. Je hart stond van schrik zeker even stil. Heb je er al een goede sluiting op laten maken? Kon ik het maar even doen.

Pim die z’n kopje stootte, gelukkig viel het mee. Die keer dat jij die ingeving had en ons jonkje uit de sloot viste…

 

Heb gelachen om zijn klauterverhalen, straks zit hij nog bovenop het huis. Wat zullen wij straks veel te bespreken hebben maar ook heerlijk samen zitten, dan begrijpen wij elkaar ook.

 

Kostelijk dat verliefde stelletje van ons fijn zo samen in mem’s grote stoel. Ukki begint dus ook al met klimmen. Soms krijg je de stuipen op je lijf. Schatten maar wel ook vaak lastig hè?

 

Natuurlijk zullen wij de eerste tijd wanneer wij weer samen zijn vooral aan onszelf denken. Geen oog voor anderen hebben maar dat komt geleidelijk aan wel weer. Je redeneert niet duister hoor, en van egoïsme weet jij niet wat het is. Wij hebben zoveeeel in te halen waar we anderen niet bij nodig hebben. Dat is niet egoïstisch schat, dat is logisch.

 

Wat jij allemaal op papier uit kunt drukken voel ik heel diep vanbinnen. Ik wou dat ik zo schrijven kon liefste. Het is die grote liefde die niet te beschrijven of te bespreken is, alleen te voelen. Tot een heerlijk weerzien DV.

 

Drank en sokken

Ben met de foeragewagen naar beneden geweest. Heb voor W. twee flessen jenever verkocht, hij zat in geldnood. Zelf drie paar kapotte sokken ingeruild voor drie nieuwe. Ze zijn wel te groot maar dat mag de pret niet drukken. Een paar oude schoenen voor de keuken boeti. Een paar broeken en jasjes gekregen, ook voor de djongossen.

 

Er waren een hoop strafgevangenen in Kasomálang. Ze waren druk bezig het terrein te verharden. Het wordt lux hoor.

De meeste kerels zijn kampongwachten die gesnapt zijn op slapen tijdens de wacht in plaats van dat ze rondjes liepen.

Heb een camouflagenet meegenomen om er een nieuw volleybalnet van te maken.

 

De foerier kwam ook naar boven. Een veel belangrijker bezoek dan dat van de nieuwe generaal omdat hij wat weg te geven had, kleding en schoenen. Sokken en schoenen zijn nog steeds het grootste probleem. De man een pyjama. Lux hè schat?

Heb ook een stel nieuwe etensblikken gekregen. De andere spullen zoals een zakmes, een hemdje wat ik al betaald heb, tida ada, ik hou het te goed.

 

Over alles een oordeel vellen, meestal negatief oervervelend gekanker

Veel jongens hebben hier de gewoonte om domweg over alles een oordeel te vellen, meestal negatief, over alles wat hen niet aanstaat. Een soldaat kijkt niet veder dan z’n neus lang is. Dat stomme gekanker is dan ook vaak oervervelend. Als ze zich eerst eens afvroegen waarom en hoe, vaak gaat het om iets waar ze eigenlijk jaloers op zijn, zouden ze vaker hun koppen dichthouden.

 

De patrouilles die wij nu houden leveren allemaal niks op, is een goed teken.

 

Generaal Engels op bezoek, een kop met een pet met goud

We krijgen hoog bezoek. Generaal Engels die Dürst Britt vervangt komt een kijkje nemen. Had alleen een paar algemene opmerkingen. Hij heeft zich nauwelijks met de jongens bemoeid. Die hadden van Dürst Britt een foto in de cantine hangen. Een bakje koffie en de heren vertrokken weer.

Het enige wat ik ervan zag was een kop met een pet met goud achter het raampje van zijn luxewagen.

 

Burgeroorlog in de Repoeblik en wij kijken toe

Het is een gekke tijd hier. Burgeroorlog in de Repoeblik en wij kijken een beetje toe hoe het afloopt. De communisten hebben Madiun (onder kopje revolutie in Madiun) op moeten geven. Ze hebben zich in de bergen teruggetrokken en voeren nu een guerrillaoorlog tegen Soekarno en dat is niet zomaar de kop in te drukken. De berichten zijn erg verwarrend, het is heel moeilijk om te zeggen wie er nu eigenlijk aan de touwtjes trekt en hoe het zal aflopen.

Wij blijven hier nog een halve maand langer zitten. Wij treffen het bijzonder schat. Nog steeds geen regen, alle dagen volop zon.

 

Huidige situatie, nieuwe actie? 

(kaartje, krantenknipsel van huidige situatie zit niet tussen de brieven)

Ten noorden van Poerwakarta zijn zwervende bendes in het gebied van Tsikampeh, van 3-9 RI.

Oppervlakkig gezien lijkt het of het Nederlandse gebied er vol mee zit maar als je de grote afstanden kent valt het nog genoeg mee.

Ten oosten van Poerwakarta is ons gebied, vrij van bendes en andere haarden van verzet.

Meer naar het westen is nog Repoeblikeins gebied, het Bantamse maar dat heeft niets te betekenen. De grootste infiltratie ligt in de richting van Poerbolinggee Tasikmalaja Boemia. Ook rond Modjoherto, oost, is het rotzooi.

De communisten hebben zich ten noorden van Madiun in de bergen teruggetrokken en voeren van daaruit strijd tegen de Repoeblik.

Rondom Semarang, midden, lijkt het een rothoek maar daar komen weinig berichten van binnen en valt het dus nog mee.

 

Al met al zitten wij er niet slecht voor.

Nu is het afwachten hoe de Repoeblik het fikst.

 

Ik geloof niet dat het tot een nieuwe actie komt. Heb zo’n idee dat het weer confereren wordt en dat de Repoeblik eieren voor z’n geld kiest en het voorlopig zoekt in een vreedzame oplossing.

Op den duur komt het toch niet klaar met de Repoeblik maar dan zijn wij al lang thuis.

Krijgt het communisme toch de overhand zoals in Malakka, dan wordt het hard aanpakken Die kans is niet groot omdat de communisten hier de stommiteit zijn begaan veel te vroeg met hun actie te beginnen.

 

Zopas hier een gegil en gekrijs van de baboes. Ik heb vanaf hier even mijn stem laten horen en stil zijn ze nu weer. Ik heb vaak binnenpret, ze zijn als de dood voor me. Gisteravond wat kleding uitgereikt aan de djongossen, ze waren als kinderen zo blij.

 

Even in huiselijke kring

Ltn M. en ik zijn net terug van een avondpraatje met de fam. Berghuis. Het heeft me goed gedaan Nan, even in huiselijke kring te zitten, van een vrouw een kopje thee en er wat bij aangeboden te krijgen. Het was erg gezellig. Het deed mij denken hoe heerlijk het zal zijn zo weer bij jou te zijn.

Het was een aardige vrouw die ons verkampongde hufters meteen op ons gemak stelde door te zeggen doe maar alsof je thuis bent. We mogen zo vaak we willen aanlopen.

Hoefde niet veel te zeggen daar de heer B. praat als Brugman en aardig kan vertellen over de Jappentijd. Het is met twee kleine meisjes, die al sliepen, wat behelpen maar ik geloof dat ze gelukkig zijn.

 

Vanmiddag gevolleybald, het ging mooi en brak de lange middag. Daarna naar de kerk. Jezus om ons aan vast te houden. Ik ga weer proberen mij vast te houden, ook om de jongens vast te houden. Jij schrijft dat je niet kunt bidden, het geeft niet. Zullen wij toch daar samen om bidden, doe het Nan.

Het was weer een goede week. Hoe kan ik dan zo slap en ondankbaar zijn, alsof ik er recht op heb. Ik mocht horen dat er toch iets is om aan vast te houden. Ik mocht door het geluk van anderen mijn eigen rijkdom weer zien.

Wat goed dat je een groot bed hebt gekocht. Wat zullen wij er heerlijk op slapen.

Ik ga slapen, nu nog alleen maar ik ben gelukkig, ik denk aan jou en ik bid. Nacht mijn lievelingen.

 

Patrouille

Gister ben ik met drie man op patrouille geweest. Moest een kerel ergens in een kampong arresteren. Het ging heel vlot. Het was een aardig tippeltje, steeds maar afdalen.

Ik heb een knaap in de kraag gepikt die de kampong Tjiwangoen en zelfs het huis en de naam van de boef kent. Mooier kon het niet. Toen we in het kampongetje aankwamen wees de gids mij ongemerkt het huis en verdween meteen. De bevolking heeft er niets mee te maken wie ons helpt.

Meteen om het huis gerend en de vogel was gevangen, zat lekker te eten en had pas iets in de gaten toen de honden begonnen te blaffen en z’n tent al omsingeld was.

Hij vertelde zijn naam en toen wist ik dat ik de goeie had. Niet zo’n erge boef, een kippendief en handlanger van een bende die al is opgerold.

We zijn meteen weer teruggegaan maar verdorie wat was dat een klim. Ik hapte soms naar adem en was drijfnat van het zweet. Ik wilde mij natuurlijk niet laten kennen en hield de kop ervoor. Maar was blij dat we tegen schemerdonker weer binnen waren.

 

De gevangene is meteen doorgestuurd naar Klaas D, waar ook de inlichtingen vandaan kwamen. Daar wordt hij aan de tand gevoeld.

De inlichtingendienst werkt nu zo goed dat er bijna niets in ons gebied gebeurt waar wij niets van weten. Het werkt veel efficiënter dan het domweg patrouillelopen en zoeken naar naalden in hooibergen.

 

Een kampongbevolking uitvragen waar woont die of hoe heet deze of gene heeft geen zin. Je krijgt steeds hetzelfde refrein Tida ada Toean.

Na deze patrouille denken zij die blanda’s weten toch meer dan wij denken.

 

Verder kwam Kasomálang ons een lesje leren in volleybal. Ze zijn door ons dik ingemaakt.

 

Liefde wint, woest opstandig over uitstel demobilisatie en nieuwe postregeling

Hoe was jouw dag? Kreeg drie brieven. Heb jouw alles zeggende diepe liefde ingedronken, een innige koes, ik heb genoten van alles wat jij mij schrijft, voel mijn innige dank, ik kan het niet schrijven.

 

Was naar de kerk geweest, een goede preek. Lees 1 Cor 13, het 7e vers. Zij bedekt, gelooft, hoopt en verdraagt alle dingen. Van geloof, hoop en liefde is de laatste het voornaamste.

De aardse liefde wordt er in de eerste plaats niet mee bedoeld maar die van Christus. Toch kunnen wij door onze grote liefde iets van zijn liefde begrijpen. Dat mogen we soms heel even voelen, toch geloven ondanks ongeloof, toch hopen ondanks wanhoop, toch liefhebben ondanks liefdeloosheid.

In deze ontredderde wereld van haat, wanhoop en ongeloof is er nog steeds die grote liefde van Jezus. Het was goed schat.

Had jij een goede preek? Heb jij naast onze liefde iets van die van hem kunnen voelen?

 

Even in je ogen kijken en weer verder met jouw brieven schat. Je was woest opstandig Nan en ik begrijp het volkomen. Eerst het uitstel van de demobilisatie, toen het gezeur over de nieuwe postregeling, zie blog 82 onder kopje Bezuinigen op de post en eerder bij blog 61.

Als je zo’n lor van een postblaadje in handen hebt kan ik mij voorstellen dat je razend wordt en denkt het kan mij niets verd….. myn skot zal er niet onder te leiden hebben.

 

Maar ik kijk alleen naar wat er geschreven staat en niet naar het soort papier. Inderdaad, jouw rokertjes smaakten dubbel lekker maar nu moet je ermee ophouden Nan. Het is hard hè meiske maar gelukkig kunnen we elkaar zo veel we willen schrijven en dat is alles voor ons hè Nan?

 

Een kerel die op de radio ouwehoerde over het sturen van prettige en opgewekte brieven naar Indië, laat ‘m doodvallen. -God waarom dit alles, is dit uw weg voor ons?-

 

Volgens Admiraal Helfrich is het uitstel de schuld van de kwezels in Holland. Ik stuur je zijn mening over het Indische beleid [niet gevonden tussen de brieven]

Toch aan het eind van je brief: -zullen wij ons er weer samen tegen verzetten, samen vechten, samen bidden?-

Dus toch de liefde het voornaamste, de sterkste? Mijn schat snapt me wel!!

Help ons want soms dreigen wij te vergaan. Leer ons die drie dingen vast te houden, geloven, hopen en liefhebben, dan kan niets ons deren.

 

Heerlijk zoals jij je gal uitspuwt schat. Soms raast even de duivel in je. Dan komt er altijd achteraan -zo dat was dat, nu kan ik weer verder, wij kunnen weer verder!! –

Omdat wij er de kracht voor krijgen.

Ja de teleurstelling is ook voor ons hier groot.

 

Toch wordt het veel gemoedelijker opgenomen dan vorig jaar toen bekend gemaakt werd dat de tropendienst met een jaar werd verlengd.

De algemene gedachte is het zal wel wat meevallen, een schrale troost snoes, maar ook de slechte berichten worden met een korreltje zout genomen.

 

Het ergste is dat alles zo doelloos lijkt, we kunnen het nut van langer blijven niet zien. Ik moet mij er niet in geven schat want dan word ook ik razend.

Even jou aankijken, als ik jou niet had!!!!

Wat heb jij mij weer gelukkig gemaakt. Wat heb je mij ook kostelijk laten genieten. Knuffel onze schatten even stevig van mij, dikke túten.

 

Ltn. M. is al dagenlang in Bandoeng, zolang ben ik de baas

Ltn M. was naar Bandoeng. Hij heeft geloof ik ook een hekel aan het soort klusjes zoals patrouillelopen. Hij deelt liever de hele tijd obat (geneesmiddelen) uit. Ook mooi werk maar daarmee herstellen wij de rust en orde niet.

Hij heeft in verschillende kampongs gezegd dat zij voor obat naar ons kamp moeten komen. Maar tot nog toe weinig resultaat. Er zijn nog honderden, vooral kleine kinderen, ziek.

 

Hij komt niet opdagen dus ben ik zolang de baas. Heb de hospik met z’n obat en een paar niet patrouillelopers erop uitgestuurd om ergens in een kampong ziekenrapport te houden. Zelf ben ik met vier goede patrouillelopers aan de tippel gegaan van 13.00 tot 18.30, we waren vlak voor het donker werd weer binnen.

Het was meer een prachtige tocht over bergen, door dalen, bossen, bergen die in cultuur gebracht waren met peultjes, aardappelen, uitjes, mais. We deden kalm aan en genoten. Toch was het een zware tocht.

Ik had een kaart en een kompas mee dan verdwaal je niet zo gauw. We kunnen ons inmiddels ook al wat op de omringende bergtoppen oriënteren. Weinig mensen gezien, kampongs zijn sporadisch. Overal even rustig. We zaten kilometers ver in het gebied van Sembang, valt onder Bandoeng. De dorst gelest met koel, prachtig kristalhelder water in bergbeekjes. Ergens in een kampong theegedronken, betaald met sigaretten.

 

Toen we terugkwamen stond ltn vd B. al uit te kijken. Hij heeft geruild met M. die wel op z’n donder gekregen zal hebben omdat hij zolang is weggebleven. Vind het jammer maar vd B. is ook goed hoor.

Ik weet niet hoeveel thee gedronken, gemandied, je spoelt alle vermoeidheid weg.

 

Ik zou hier best een paar maanden als kampcommandant willen zitten en m’n eigen baas zijn. Wat dat betreft varen we in hetzelfde schuitje jij bent thuis geen baas en ik hier niet, wat een vergelijking.

Afijn, straks zijn wij samen baas. Toch denk ik dat twee kleine kinderen voor mij in het begin moeilijker zijn dan 18 volwassen kerels. Wat denk jij meissie?

 

Vaak vliegt het me even aan, even echt bij jou zijn. Al het opgekropte echt uiten, jij even echt in mijn armen, oe. Toch nog even geduld hè schattebout, hoe lang nog, we weten het niet.

Toch moedig, vaak blijmoedig zelfs verder. Kun jij het nog schat? Hoe heerlijk straks weer bij elkaar, dat blijde vooruitzicht geeft steeds weer nieuwe moed. Kun je het je voorstellen meiske?

Tot dat heerlijk weerzien myn skot! XXX

 

Schurft, heb mij razend gemaakt

Was weer op ziekenpatrouille. Hetzelfde als wat ik eerder schreef. Het ergste zijn de kleine kinderen die ontzettend verwaarloosd worden. Ik heb weer een paar wijven met zo’n etterig mormeltje bij de lurven gepakt voor de schurftbehandeling. De krengen willen niet. Ik heb ze uit hun kamponghuisjes moeten halen. Ik had in de gaten dat de mensen verdwenen toen wij aankwamen. Op de vraag of er nog zieken waren beweerde een kerel dat ze allemaal beter waren. Als ze dan toch niet anders willen mogen ze verrotten.

 

 

Ik ben de kampong ingelopen en heb alleen een paar wijven met baby’s behandeld. De kleine stumpertjes kunnen er per slot van rekening niks aan doen. De hospik behandelde de kleintjes en ik de vrouwen, brrrr. Ik schei ermee uit, ondankbaarder werk is er niet, ik heb me razend gemaakt.

 

Welfare enig nut op de buitenpost?

Toen we weer terug waren kreeg ik hoog bezoek uit Bandoeng. Een majoor met vrouw en zoon en gevolg kwam een kijkje nemen. Het was en Welfare majoor die wilde weten of hun werk nog enig nut had op de buitenposten. Heb hem verteld dat daar vaak weinig van terecht komt en dat we een hele hoop dingen zelf aanschaffen omdat wij ze van de dienst niet krijgen. Heb een verlanglijstje gemaakt met sportartikelen. Ik kreeg vier filmrolletjes en drie doosjes toffees voor onze post. Hij zou z’n best doen de verlangde spullen te sturen. Een aardig stel maar je merkt dat het een Stafmeneer is die wel even komt kijken maar zich nooit in kan denken hoe het buitenleven werkelijk is.

 

Welfarewagen

 

Patrouille

Met drie man een flinke patrouille getippeld door de theetuinen en enkele kampongs. Je kunt het beter een wandeling noemen want het is hier overal rustig. De theetuinen zijn al die jaren verwaarloosd. De theestruiken zijn drie tot vier meter hoog doorgeschoten en in de toppen dicht in elkaar gegroeid. Overdag is het op de paden met felle zon nog halfduister door het dikke theebladerdak. Ondanks de verwaarlozing toch prachtig.

 

Ik ging even op m’n rug liggen en heb in de schemering naar het ragfijne bladerdak gekeken en geluisterd naar de kleine bosgeluiden, een zangvogeltje, getjirp van insecten, de rust en stilte. Dan beginnen gedachten te zweven, heel ver weg en word je door een steek van een muskiet tot de harde werkelijkheid teruggeroepen.

 

Fuifje

Toen we terug waren kwam er een telefoontje van beneden, de maandelijkse bijeenkomst van onderofficieren was ’s avonds bij de C-batterij. Had er weinig puf in, de hele dag in touw en dan nog eens 100 km hobbelen. Toch hadden we een aardige avond. Het fuifje was gezellig en deed me goed, er even tussenuit.

 

Natuurlijk werd er een stevig borreltje gedronken maar het werd geen dronkenmanpartij zoals de vorige keer. Je weet hoe ik dan ben schat, ik praat als Brugman en ik lul niet uit m’n nek zoals ze het hier noemen. Heb gezellig zitten redeneren met deze en gene, vooral over thuis. Daar wordt altijd naar geïnformeerd.

Over dienst, de voor en nadelen ervan en over de demobilisatie tot en met.

 

Ben in Kasomálang gebleven, was daar om drie uur ’s nachts binnen en heb lekker gemaft.  Had in de ochtend koppijn en een kater, ik had te veel hooi op m’n vork genomen, hele dag sjouwen en dan nog zo’n akelige rit.

Jij was zoooo moe, ik ook. Ik ga weer naar boven en ga jou dan werkelijk schrijven.

 

Vorige brief verbrand, bezwijk je toch nog aan heimwee

Voor de tweede keer begin ik met een brief aan jou schat. De eerste heb ik verbrand. Ik weet niet meer wat ik je moet schrijven om je te helpen. O Jank, myn Alles!!!

 

Moet ik je na deze twee marteljaren toch nog missen? Zal mijn enige lieveling toch nog bezwijken aan heimwee? Ik kan je niet meer helpen maar alleen stamelen god geef haar kracht, help haar, ik kan het niet.

 

Ik ben zo bang Jank, bang voor jou. Zo kun je het niet meer volhouden en ik sta machteloos, kan niets doen. Zou ik jouw wanhopige levensschreeuw niet kunnen begrijpen? Jouw liefde is zo diep, zoooo groot. Als man zal ik dat niet/ kan ik dat niet doorgronden, het is onpeilbaar.

Ja ik heb lief, zooo lief dat ik het niet bevatten kan, het niet in woorden of schrijven uitdrukken kan.

Alleen daardoor kan ik voelen, heel diep in mijn harde mannenhart hoe jouw ziel schreeuwt naar ons eigen leven.

 

Dit grote heimwee, dit diepe hunkeren naar liefde, naar alles van ons is niet vol te houden. O Nan, ik weet niet hoe ik alles uit moet drukken. Ik zit te denken en ik kan niet denken., ik weet het niet meer.

Ja, vaak schrijf ik alsof het niet zo erg is, minder prettig maar zou ik niet diep vurig verlangen naar jou, mijn leven? Zou jij het steeds weer kunnen verdragen over mijn heimwee, mijn machtig verlangen naar jou, naar onze kinderen, naar ons leven te lezen?

O Jank, als je eens wist. Nu weet je het. Hoe ik naar huis zou vliegen, al die zinloze rotzooi neergooien. Nee zo mag ik niet doen, zo help ik mijn schat niet. Even mag ze het weten.

 

Ik moet weer vechten, steeds maar schrijven, nog even van het ene, even in het andere. Steeds maar weer uitstel, anderhalf jaar, twee jaar, god komt er nooit een eind aan? Moet ik zo boeten voor mijn schuld, voor mijn vertrek dat mijn liefste bezwijkt?

God gij weet hoe lief ik haar heb, ik sta machteloos, ik geef haar aan u over. Jank, myn skot, je even tegen me aandrukken, je kopje tegen mijn schouder, tranen wegzoenen.

 

Ik zal niet alles vervloeken. Ik zal je weer helpen. Ik wil weer vechten en volhouden voor jou mijn vrouw en onze kinderen. Gelukkig ben ik niet. Ik heb verdriet. Ik ben bang. Ik heb een ontzettend grote schuld tegenover jou door weg te gaan. Ik wil sterk zijn om vol te houden. Ik moet jou weer opbeuren. Goddank dat ik jou nog heb om sterk te zijn. Ik heb zooo’n verlangen. Het doet vaak zo’n pijn, maar stil, ik wil het niet moeilijk maken.

 

Ik ben even buiten geweest in de stille heldere maannacht. Heb staan staren over de bergen. Ik heb stamelend gebeden voor jou.

Nu is het weer goed. Ik wil je zo oneindig veel schrijven maar ik weet niks. Jij begrijpt me wel met jouw ondoorgrondelijke grote liefde. Ik ga verder met je heerlijke brieven. Ik probeer je mijn liefde te laten voelen zodat ik mijn schat er mee helpen kan. Alles, alles krijg jij van mij. Dat wij dat grote weerzien samen mogen beleven.

 

 

Gevoelige tik door stom geouwehoer en geschrijf

Goedemorgen lieveling. Ik heb weer goede moed. Ondanks mijn hevig verlangen ben ik toch weer gelukkig. Hoe is het met jou Nan? Kun jij het ook weer?

Jij hebt over de laatste berichten van vertraging van de demobilisatie op de radio, het stomme geschrijf in de kranten en het nog stommere geschrijf van hak op de tak van sommigen vanuit hier en het vage geschrijf van je man een gevoelige tik gehad. Weer zo’n oppervlakkig woord snoes maar lees tussen de regels de diepe ondergrond.

 

En toch blijf ik optimistisch ondanks al het onzekere, al het geouwehoer van Jan en Alleman. Ik probeer je een verklaring te geven maar ik verkondig geen evangelie hoor.

Eerst een innige koes.

Heb jou even in de bloemetjes gezet, een prachtige heerlijk ruikende roos en een takje groen in een limoflesje bij je foto op mijn kastje gezet.

 

Samen de dingen in groot verband bekijken

Kijk Jank, het oorspronkelijke plan was dat er dit jaar gestart zou worden met onze aflossing, de EM In z’n geheel. Dat is tijdelijk stopgezet door de binnenlandse onlusten in de Repoeblik.

Nu gaan wij samen de dingen in groot verband logisch bekijken.

Is er kans op actie? Ja. Wat kan dat voor gevolgen voor ons hebben? De eerste maanden geen verandering omdat wij een eigen, groot patrouillegebied hebben waar we niet zomaar uit kunnen stappen.

Volgende week komen onze aflossers er in ons gebied bij. Die zullen vrij zeker een paar maanden met ons meelopen. Dan is het al december. Komt er dan nog een actie dan is het nog zeer onwaarschijnlijk dat wij ingeschakeld worden.

 

Gevechtswaarde van de artillerie is afgenomen

Onze gevechtswaarde als artillerie is na twee jaar een stuk achteruitgegaan door het afknappen van vele mensen en materiaal. Wij raken overtollig en zijn een verhipt dure divisie door al het kader, vier officieren en zes onderofficieren met dienstjaren bij ongeveer 45 man waarvan 50% ongeschikt is voor zware dienst.

 

De kans dat wij worden ingezet is zeer gering. Als er maar een klein gaatje is dan wordt de EM zo snel mogelijk gedemobiliseerd. Vergeet niet dat uitstel voor ons ook langere diensttijd inhoudt voor onze opvolgers.

 

Dat moet voorkomen worden omdat het economisch niet uit kan. Holland kan niet hebben dat jaren achtereen de beste kerels drie jaar van hun kostbare tijd moeten geven voor de militaire dienst. De regering heeft ook de zorg dat het leger weer goed in de burgermaatschappij terecht komt en begrijpt heel goed de moeilijkheden kerels van 23 jaar weer herscholing of vakopleiding te geven. Alleen in de hoogste noodzaak zullen ze tot verlenging overgaan.

 

Wordt het geen actie dan zijn wij zodra de nieuwe troepen zijn ingewerkt overtollig en worden we zo snel mogelijk afgevoerd.

 

Er zit natuurlijk een paar maanden verschil tussen de eerste en de laatste groep. Het praatje juni, juli is onlogisch en ik reken nog steeds op het voorjaar 1949. Daar is nog speling van een paar maanden. Nu is alles nog onzeker maar ik ga ervan uit dat wij over anderhalve maand vrij zeker kunnen zeggen welke maand we naar huis gaan.

 

Zelfs wanneer het eerdaags wel tot actie komt dan geloof ik nog dat onze vertraging mee zal vallen.

Dit schrijf ik niet om jouw moed in te spreken schattebout maar omdat ik het meen en het logisch is.

 

Opdonder door geruchten

Altijd heb ik zoveel mogelijk geschreven zonder er doekjes om te winden, jou eerlijk mijn kijk op de zaken en mijn mening geschreven. Vaak heb ik ook een opdonder gekregen van gaande geruchten maar nooit heb ik deze dingen direct geschreven omdat ik eerst beter op de hoogte wil zijn. Daardoor hoorde jij het vaak eerder via anderen waar je niets mee opschoot omdat er geen touw aan vast te knopen is.

Ik wil je graag een algemeen overzicht geven maar ik weet niet hoe ik je alles begrijpelijk inzichtelijk kan maken. Ik ben ook maar een heel klein radartje in het geheel.

 

Sociale voorlichting over na de demobilisatie, werk, huis

Kapitein Plaat is gekomen om een toespraak te houden over de sociale voorlichting. Hij is hier bijna klaar. Alle jongens zijn klaar met hun vragenlijsten.

De toespraken zijn om ons op de hoogte te houden van alle mogelijkheden.

 

Bij de overheidsdiensten van het rijk en de gemeenten zijn er voor de doorsnee militair weinig vooruitzichten omdat er hoge eisen gesteld worden en de loonklasse laag is.

Er zijn betere kansen om bij particuliere bedrijven aan de slag te komen. Vooral in de bouwvakken, timmerlui, metselaars, schilders, smeden, elektriciens, loodgieters, behangers, stoffeerders en welke vakken er allemaal nog meer bij te pas komen.

De mijnen vragen veel werkvolk en hebben uitstekende lonen, sociale voorzieningen en pensioenen.

 

Er wordt sterk aangeraden een vak te leren omdat er een groot gebrek is aan geschoold personeel. De mogelijkheid wordt dan ook geboden om een herscholing of vakopleiding te volgen bij de Rijkswerkplaatsen, ambachtsscholen en grote bedrijven.

Zolang de leerling nog niet in zijn eigen onderhoud kan voorzien geeft het Rijk overbruggingsgeld. Het is niet hoog maar het is voldoende. De kerels moeten niet denken dat ongeschoolden direct volle lonen kunnen verdienen.

De bedoeling is dat ieder die wil met hard werken, zuinig leven, veel leren, in staat is een behoorlijk bestaan te veroveren.

 

De enkelingen die denken dat hun matje wel gespreid is hebben kunnen horen dat dit niet het geval is. Kantoorbanen worden dan ook sterk afgeraden behalve voor degenen die eerder al ervaring opdeden of zeker zijn de vereiste diploma’s te kunnen halen.

 

Als al die distributieambtenaren ontslagen worden is het aanbod groter dan de vraag.

Voor de boerenjongens is er heel weinig kans op een eigen bedrijf in Holland. Het is mogelijk om na een paar jaar als grondwerker in de Noordpolder een eigen bedrijf te verschaffen maar dan nog blijft er een overschot van duizenden kerels met dezelfde wensen.

Daarom wordt flinke kerels aangeraden te emigreren naar Canada, momenteel het beste land daarvoor. Ik geloof dat velen daar gebruik van zullen maken, het geldt alleen voor de landbouwers.

Voor niet-landbouwers zijn de grenzen praktisch gesloten tenzij er goede connecties zijn en aangetoond wordt dat slagen mogelijk is.

 

Huisvesting na de demobilisatie

De huisvestingskwestie die voor ons van belang is. De burgemeesters hebben opdracht gekregen gehuwde militairen alle mogelijke hulp en voorrang te verlenen. Ook de jongens die binnen het jaar in ondertrouw gaan genieten dezelfde voorrechten.

 

Natuurlijk staat er niet voor iedereen een huis klaar, de ene streek heeft een veel groter woning tekort dan andere, denk aan de geteisterde oorlogsgebieden.

 

Er worden ook geen mensen voor op straat gezet maar de militairen die zolang van huis en haard moesten missen komen bij verhuizingen en sterfgevallen het eerst aan de beurt. Dat is fijn schat.

 

Hoe kunnen wij geholpen worden

Verder is er nog een demobilisatieraad die een vertegenwoordiger heeft op alle gewestelijke arbeidsbureaus om plaatselijk alle hulp en informatie te verstrekken.

De kapitein heeft ons niets wijs gemaakt maar eerlijk de voor- en nadelen genoemd.

 

Hoe kunnen wij nu geholpen worden? In de eerste plaats een huis, ons huis.

Wat de rest betreft heb ik een groot voordeel omdat ik vakman ben en overal aan de slag kan.

Wil ik toch iets anders beginnen dan sta ik praktisch gelijk aan alle anderen die van begin af aan alles moeten leren. Daarom wil ik me eerst op de hoogte brengen van de schilderswereld. Dank liefste dat je het zo prachtig voor elkaar gekregen hebt dat ik de vakbladen hier krijg.

 

Ik kan meteen aan de slag, allemaal heel aardig maar ik wil niet langer door een ander gebruikt worden maar zelf verantwoording hebben en samen met jou iets opbouwen.

 

Ik heb er niets op tegen om een tijdlang knecht te zijn maar ik wil zelfstandig zijn om niet in slappe tijden meteen op straat geschopt te kunnen worden.

Als ik schilder blijf, dan als baas. Wordt het iets anders, idem.

 

Dat is nu nog niet te overzien maar wat het ook wordt, ik zal samen met jou werken, met plezier voor ons huisgezin.

 

Het doet soms zo’n pijn. Hoe heerlijk zal het straks zijn samen met jou en de kinderen aan tafel te zitten, samen alles te doen, samen een kindje verwachten, samen werken, samen gelukkig te zijn, echt tastbaar, echt zien en beleven. Dan barst ik bijna wanneer ik dat allemaal bedenk.

 

Zat toekomstplannen te maken snoes maar verdom…. Ik kan je nog zo weinig zekerheid geven. Maar één zekerheid krijg je, wij zullen gelukkig zijn, heel gelukkig.

 

Schurftige kinderen tussendoor

Verhip daar komen weer een paar schurftige kinderen, twee meisjes van 14, 15 jaar met half verrotte benen. Ze stinken een uur in de wind. Wat moet ik doen?

Ik heb hen netjes op hun hurkjes gezet, wachten tot ik klaar ben. Dan toch maar weer even helpen.

 

Op m’n donder, liefde dwars door de onmogelijke moeilijkheden heen

Wat is het leven moeilijk, wat heb ik het moeilijk gemaakt. Jij gaf mij op m’n donder en ik had het verdiend. Soms kun je me wel vermoorden. Ik begrijp het. Van jou kan ik alles verdragen. Alles wat jij schrijft komt uit het diepst van je ziel, uit je diepe liefhebbende hart.

 

Hoe groot moet jouw liefde zijn dwars door alles heen. Vaak kun jij mijn vurige, sterke liefde niet in mijn harde brieven lezen.

Vaak zak ik af en is het of ik alles van jou niet kan begrijpen. Dan schrijf ik houd moed schat, die laatste maandjes komen wij ook nog wel door, het valt wat mee….

Maar god wat is het moeilijk juist ook omdat we zo liefhebben.

 

Ik jou iets verwijten? Nooit, ik kan het niet en er is niets. Goddank mag ik straks D.V. veel goed maken. Al zou jij mij verstoten dan nog zou ik jou blijven liefhebben, ik kan niet anders.

Het waarom van onze liefde is niet te begrijpen. Het is diep en dwars door de onmogelijke moeilijkheden heen, we kunnen niet anders.

 

Al moet ik hier nog twee jaar zitten dan zou ik nog vechten door de kracht van die liefde én overwinnen. Ik ben oergelukkig, zomaar omdat ik lief mag hebben, omdat ik jou heb en onze kinderen.

 

De bijbel is een raar boek, toch heeft Paulus gelijk. De liefde hoopt, gelooft en verdraagt alle dingen. Schat ik hou op, ik heb je zo allemachtig veel te vertellen maar ik weet niet hoe.

 

Morgen gaan we weer terug naar beneden naar Kasomálang . We hebben er allen geen puf in maar de anderen zijn nu aan de beurt. De knyntsje dagen binne wér oer (vrije en zorgeloze dagen zijn voorbij).

Daaag schatten, XXX.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *