Blog 43: Mijn vader is geen nette fotoplakker en foto’s pletten, mijn moeder bijt van zich af (eerste helft mei 47)

November 3, 2013 Hilma Bruinsma No comments exist

 

 

Mijn vader heeft sinds mei ‘47 een eigen fototoestel en maakt regelmatig foto’s. De kwaliteit van de rolletjes of van de afdrukken laat vaak te wensen over. Toch zijn er mooie foto’s bij en ook als ze van slechte kwaliteit zijn, tekenen ze ook daardoor het tijdsbeeld. Soms mislukken rolletjes helemaal, soms stuurt mijn vader de negatieven naar mijn moeder om afdrukken te laten maken in Dokkum, dat is goedkoper, soms laat hij ze in Batavia afdrukken. Altijd alles dubbel, één voor haar, één voor hem én voor maten die bijbestellen.

Er zijn twee fotoboeken: het rode fotoboek en het boek met de aquarel aan de voorkant. Er is een groen doosje met losse foto’s, op sommige staat achterop een enkel zinnetje of woord, soms een nummer. Waar dat nummer op slaat heb ik nog niet kunnen ontdekken. .

De fotoboeken lijken wel een dubbele boekhouding, er is erg veel overlap. Ik denk dat mijn vader het boek met de aquarel in Indië maakte en bijhield. Daarin zitten op de eerste bladzijden foto’s van het thuisfront. Het rode boek plakte hij denk ik achteraf, thuis in. Hij schrijft in beide boeken soms iets bij de foto’s. Beide boeken zijn niet chronologisch en daar kom ik nu pas achter. Foto’s van de kampen in Meester Cornelis, Oedjongmentang, Kebalen en Tangeran lopen door elkaar. De Tegelberg komt er ineens weer midden in terug.

Je kunt de foto’s pas goed interpreteren wanneer je de bijbehorende brieven leest, dan pas kun je ze echt plaatsen. Soms lijkt een foto bij een passage te passen maar als je dan maanden verder bent met lezen, blijkt die foto veel naadlozer bij een eerdere of latere passage en locatie aan te sluiten.

Mijn vader was óf geen nette plakker óf hij plakte de foto’s in de volgorde waarin hij ze kreeg. Hij kreeg ook van anderen foto’s, zo kan het ook door elkaar geraakt zijn. Maar dat geldt dan niet voor het rode boek, toch een lukrake plakker denk ik. Het rode boek is volgeplakt, behalve ergens twee pagina’s die per ongeluk zijn overgeslagen. Het aquarelboek is lang niet vol.

De losse foto’s uit het groene doosje pasten er ook niet allemaal in denk ik. Deze foto’s zijn omgekruld. Ik heb ze op onderwerp proberen in te delen. Zag nog geen foto’s die bij de tekst horen die ik tot nu toe gelezen heb. Ik ben ze aan het pletten.

foto’s uit het groene doosje pletten

 

Brieven van de eerste helft van mei ’47

Donderbrief, ongezouten, mijn moeders tanden

Zopas jouw brief gekregen waarin je mij ongenadig op mijn kop geeft. En met recht. Ik weet dat ik verkeerd gedaan heb door zoveel geld aan Engelse sigaretten uit te geven toen ik in het hospitaal lag. Maar dat is, zoals je nu al weet, niet geweest van het geld dat voor Pim bestemd is. Jij moet dat nog met terugwerkende kracht ontvangen en het duurt zo lang omdat de papieren met de zeepost gegaan zijn. Ik heb me zelf toen al verweten, dit is niet goed Klaas, je weet hoe moeilijk je vrouw het heeft. Ik heb me gesust met de gedachte dat het maar voor één keer was. Ik ben van mijn voetstuk gevallen, kun je me er op dezelfde hoogte weer op zetten?

Ik zal je heel eerlijk schrijven wat ik van je brief vind. Eerst deed het pijn maar nu vind ik het heerlijk Jank. Je hebt me de les geleerd die ik nooit meer vergeet, dappere lieveling. Je hebt voor jouw geluk en voor onze kinderen gevochten. Ik weet hoe zwaar het voor je was én dat je me van harte vergeven hebt.

Ik ben dankbaar voor deze brief, nu weet ik hoe je bent. Mijn vrouw die vecht en mij laat zien hoe het wezen moet, mijn vrouw waar ik niet zonder kan, die ik nodig heb om mij steeds weer terecht te wijzen. Ik dank jou voor dit schrijven, niks vergoelijken hoor, ik heb het verdiend en ik bid god dat hij me wil vergeven en bewaren voor die verzoeking.

Ik laat je niet alleen. Kan ik je weer geven schat? Je schrijft  ‘maar och, dat begrijp je toch niet.’ Maar dat heb je mis, als er iemand is die je begrijpt, ben ik het. Ik weet hoe zwaar je het hebt en al die andere dingen schrijven kan ik niet, maar voelen wel. Jouw brief is scherp Jank, heerlijk echt. Ik heb de waarheid over mezelf gehoord en toch staat er tussen de regels nog zoveel liefde. Natuurlijk ben ik geschrokken en erg ook, dat je zo van je af kon bijten wist ik niet. Het heeft me goed gedaan en het brengt ons eerder nog dichter bij elkaar.

Nu leg ik de films klaar, dan appèl. V zit foto’s te plakken, een serie van de Tegelberg. Ik hoop er ook een paar van te krijgen.

Foto’s Tegelberg

Heb je me vergeven? Is alles weer goed zonder dat er iets van over gebleven is? Koes onze twee schatten, waar heiti ook weer voor werken zal. Nacht mem, ik wou dat je deze brief morgen had en ik overmorgen weer antwoord van jou.

 

Betsche niet alleen ten doop houden

Natuurlijk laat mijn vrouw zusje niet alleen dopen, ik ben de getuige mem, wij doen het samen. Het wordt moeilijk voor je maar ik weet dat je het kunt. Beloof me dat je na het dopen direct met zusje naar huis gaat.

Dat veel grootvaders hun kleinkinderen ten doop houden, nu veel vaders er niet zijn, heb ik in gedachten schat en ik maak me er niet vanaf. Je vraagt mijn oordeel, je weet het al van te voren. Denk je dat ik niet begrijp wat dat weer voor je is, dat jij straks alleen staat, nee toch niet, al ben ik dan ver weg, toch dopen wij ons kindje samen en dan vragen we samen, jij en ik gods kracht en zegen. Wat zou dat voor moeder betekenen, die werkelijk alleen stond toen ze jullie liet dopen? Nee lieveling, dit doen wij samen, jij thuis en ik hier. Ik kan het niet anders zien. Laat ons anders dan anderen wezen. Jij gaat niet alleen het leven door dappere schat, ik ben er nog.

Zou ik er a.s. zondag, hier zondagavond, niet bij zijn, niet naast jou staan en samen je ’t jawoord uitspreken? Dan zit ik niet op mijn kamer of in de cantine of ergens anders, maar dan ben ik buiten, alleen met jou en ons kindje. Tracht dat ook te doen schat. Misschien komt mijn brief niet meer op tijd, maar ik moet het je toch schrijven, je weet het van mijn vorige brieven ook wel. Kon ik maar even bij je zijn, je even alles zeggen wat ik niet schrijven kan.

Morgen over een week dopen we onze lieveling waarmee we haar weer teruggeven aan god en beloven dat wij zijn kind naar zijn gebod zullen opvoeden. Dat is heerlijk Jank dat we dat mogen doen. Laten we samen bidden dat we het echt mogen doen, beseffende wat grote en heerlijk verantwoordelijke taak we daarmee op ons nemen. Ik hoop liefste dat je deze brief nog voor die zondag hebt. Wees sterk lieveling, ik bid voor jou om kracht. Heit is dicht bij mem en zusje.

 

Slobberbroeken en Chinese kleermaker

Ontvang een dikke zoen van mij, je man. Ik heb even pauze van het najagen van djongos en kamerwachten. Het gaat allemaal best. Zopas even naar de staf in Tangeran geweest, we liggen er drie km buiten. Bracht het bijzonderheden-cahier, daar staat in wie met verlof is, wie in het hospitaal, wie er op wacht staan, gestraften etc. Dat moet iedere ochtend naar de staf voor controle en inschrijving. Ben met de waterwagen meegereden.

Gister ging ik naar een Chinese kleermaker met een broek en twee jassen, ik wil die slobberdingen zo niet dragen. Alles moet korter en kleiner. De broeken krijgen steek- en kontzakken en de grote zakken op de jasjes worden kleiner en er komt een ceintuur om. Dan loop ik straks als heer vermomd rond. Het kost f 16,- en dat valt me mee.

 

Karbouwen in de kali

Toen ik langs de kali naar T reed zag ik op verschillende plekken karbouwen in het water, die beesten kunnen daar uren in rondploeteren, net met de neus boven water, vaak steken ze hun kop ook nog onder en zie je niks, dat ze niet verzuipen is me een raadsel. Hier en daar zit een kleine hoeder op zo’n beest. Ze zijn niet geschikt voor Holland. Ik zie ze al de helft van de dag op een rijtje in de sloot, en dan aan de verkeerde kant er weer uit, zodat ze in de wei van buurman lopen. Ik zal eens een foto nemen, als het toestel het goed blijft doen, wil ik je meer foto’s over het leven hier sturen.

Het is bijna half tien, zo meteen moet ik zien dat ik 120 man naar bed krijg, dat is wat anders dan twee kleine hummels, maar toch denk ik dat jij er meer werk van hebt. Ik moet appèl houden.

Alles van mij is voor jou. Samen vragen we gods zegen voor alles. Nacht mem, Pim en zusje. Ik moet je even in de ogen zien, het is weer goed schat.

 

Karbouwen

 

Zaterdagse schoonmaakbeurt en de baboewasplaats

Vandaag weer een goede dag, heb de weekdienst erop zitten. Geen brief van jou, ik had er wel een verwacht, je weet wel. Ik wil je even koesen, even mijn kinderen in de armen, ik ben een beetje onwennig. Ik moet eerst weer alles weten schat, of het alles, alles weer goed is. Ik weet wel dat het zo is maar ik moet het weer lezen. O wat wou ik graag even thuis kijken bij jullie. Ik verlang erg naar je maar dat moet ook en kan niet anders.

Vanmorgen heb ik alles een zaterdagse beurt laten geven. Onze kamer helemaal leeg gesjouwd en de tegelvloer uit laten schrobben, de dekens in de zon en uitkloppen. Het was alles weer lekker fris. Ook de kamer van de manschappen. Stond de heren eerst niet aan maar later waren ze er tevreden mee, toen ze zagen hoe het opknapte.

Het begint nu weer warm te worden maar ik wen er al weer aan. De eerste dagen liep ik steeds met een zonnebril, nu niet meer, en heb nergens last meer van. Ik begin weer lekker bruin te worden.

Vanmorgen een foto van een baboewasplaats genomen. Ze waren druk bezig onze spullen weer uit te spoelen. Morgen eens zien of ik mooie natuurfoto’s kan maken. Ik hoop dat de brieven met mijn films doorgerold zijn. Het is een hele partij en ik ben benieuwd of je wel zoveel afdrukken kunt krijgen.

 

Zeven jaar geleden kwamen de moffen

Vandaag 10 mei, zeven jaar geleden kwamen de moffen. Het enige wat we ervan gemerkt hebben is dat vandaag de vlag halfstok hing. Waar is de tijd gebleven en wat is er ontzettend veel gebeurd, ook voor ons lieveling. Wij zijn al die jaren gespaard gebleven terwijl er miljarden vermoord en verhongerd zijn. Wat zijn wij gelukkig liefste dat wij elkaar en onze kinderen nog bezitten. Ik wou Jank dat ik daar dankbaarder voor was, dat ben ik ook maar het is vaak zo moeilijk. Moest ik god niet met hart en ziel dienen voor al die zegeningen en geluk, en ik doe het niet. Ik probeer het wel maar het loopt vaak op niets uit.

 

Weer een zondag, vreemde kwast en Pim de zwemmer

Vanmorgen om 8 uur eruit, een paar sneden brood met muisjes, wassen, razendsnel wat opruimen. Ik heb bloemen van een prachtig bloeiende struik gehaald en die staan nu op tafel, echt op z’n zondags. Een goede preek gehad, Heb goede moed. Dat is alleen mogelijk in Christus. Ds schetste hoe moeilijk het was nu alles van god afwijkt. Ik was wel zo nu en dan elders met mijn denken. Het was in een pracht kerkje met houten banken en een orgeltje.

Het wil niet. J. zit hier te ouwehoeren, dat is de vreemdste kwast van het Nederlandse leger. Een jongen die wel geleerd heeft maar voor militair totaal ongeschikt is. Hij is met ons naar Engeland gegaan en tot nog toe steeds bluddy soldaat. Nu is hij bevorderd tot korporaal. Hij zit auto’s, vliegtuigen en Hitler te imiteren, ik wou dat hij weer opdon….

Vanmiddag rijst gegeten, het was gewone rijst met sambal. Ik heb het met suiker, boter en pruimen gegeten, lekker gesmaakt hoor. Heerlijk soepje nog en na een pisang en mandarijntjes.

Morgen hebben we een uitrukoefening met de stukken, net als in Wezep weet je nog, jij stond me dan uit te zwaaien met Pim op de arm. Heerlijke tijd was dat memmi. Ik moet ook mee. Ga vandaag nog even naar de kapitein om te horen hoe of wat, want het stuk telkens omzetten doe ik niet.

Weer gegeten gebakken aardappelen, heerlijk. Na het eten hebben V. en saja genoten van de heerlijke avond. In de kali plassen en zwemmen kinderen, ze maken net zoveel herrie als bij ons. De karbouwen met hun neuzen boven water werden gewassen.  Een heerlijk bad. Het is bijna de enige hygiëne van de inlanders, hun kleren wassen ze ook meestal zonder zeep in de kali. Lands wijs lands eer, maar geef mij maar een lekker sopje, wat jij.

Heeft die kleine schat het niet op de tobbe? Ik zag zopas een moeder haar kind wassen in de kali, het schreeuwde als een varken, toch een mooi gezicht. ‘k Wou wel schat dat jij dat ook allemaal kon zien Jank. Zusje went er wel aan en vindt het over een tijdje net zo lekker als Pim, die wordt vast een goeie zwemmer.

 

Op oefening met kanonnen

Gister niet geschreven, ze hebben ons te pakken gehad. Om half zes op, om zeven uur moesten we klaar staan voor de oefening. Heb mijn stuks korporaal gewekt en die zorgde ervoor dat iedereen uit bed kwam. Om zeven uur zaten we allemaal gewapend met geweer, sten en veldfles thee in de trekker, dus op tijd.

Het is een prachtige ochtend geweest en ik heb genoten van de heerlijke natuur. We reden langs kronkelende landweggetje, over smalle houten bruggen waaronder de bruisende kali. Langs rijstvelden waar druk werd geoogst, door uitgestrekte rubberplantages, over hoogten en door laagten met prachtig natuurschoon en vergezichten. Ik zat bovenop het dak van de wagen, Het was bewolkt, dus geen hete zon, Indie op zijn mooist. Tot nu toe zag ik niets anders dan wat op de weg tussen Batavia en Kebalen passeerde, ook mooi maar eentonig, verwaarloosd en kapot. Hier zie je weinig vernielde kampongs en de bevolking ziet er beter gekleed en gezonder uit.

We zijn hier en daar in dekking gekomen en dat ging allemaal best. De korporaal zorgde dat de staart steeds omgezet werd. En ik had verder niks te doen dan de vuurbevelen doorgeven en deze te controleren. Eerst moest ik mij weer even alles te binnen brengen, het was al lang geleden dat ik meegedaan heb. Na Wezep praktisch niet meer. Maar ik zat er al gauw weer een beetje in.

Ik heb het goed getroffen met mijn stuksbediening en zal best met de jongens op kunnen schieten. Ik heb mijn voorgangers mannen niet overgekregen. Dat heeft de kapitein zo geregeld. J. was woest toen hij overgeplaatst werd en heeft zitten stoken. Niet dat ik bang ben voor zijn onderkruiperij, ik had het ook wel klaargespeeld, maar toch is het beter zo.

 

Troepleider en een grote bok geschoten

Bij de laatste stelling schoot ik een grote bok. Lt. de J. dacht nu zullen we Bruinsma eens te pakken nemen. We stonden ergens midden in de rimboe en moesten weer op huis aan. Hij gaf me een kaart en wees aan, hier staan we en daar moet je ons naar toe brengen. Ik zat wel een beetje met de handen in het haar want ik had nog nooit een Indische kaart gezien en wist van al die lijntjes, tekens en kriebels de betekenis niet. Afijn, ik liet me niet kennen en stapte in de voorste wagen en was troepleider in een mij totaal onbekende wereld.

Toen haalde ik de stommiteit uit om mijn sten te laten staan, waar we het laatst in stelling gekomen waren. Ik had genoeg andere dingen aan mijn hoofd. Ik volgde de weg op de kaart en na veel kronkels, rechts en links bracht ik de hele colonne precies langs de kortste weg naar de plaats die me op de kaart was aangewezen. ’t Viel de heren officieren en mijzelf mee. Toen ik weer terugkwam in mijn eigen trekker miste ik mijn sten. Ik wist dat ik hem tegen een boom had gezet en toen ik in een andere wagen ging vergat ik mijn paffer. Ik heb de hele zaak laten stoppen en meldde het. We spraken af dat ik met de radiowagen terug zou rijden en dat de rest doorging naar het kamp.

Net toen we wegreden dook de sten op. Een jongen van het derde stuk had hem zien staan en had hem meegepikt. Ze waren van plan nergens over te kikken tot we terug waren in het kamp. Gelukkig was het zaakje daarmee opgelost.

Ik had hem hoogstwaarschijnlijk niet teruggevonden, wel de plaats en misschien zelfs de boom maar het is de gewoonte van de bevolking om zodra de blanda’s vertrekken, een kijkje te nemen of we ook wat achterlaten. Lege hulzen, sigarettenpeukjes, etensresten, en dan was mijn stennetje verdwenen.

We hadden al afgesproken in dat geval een razzia te houden en huiszoeking te doen. In elk geval had ik er veel last mee gekregen en had het ding moeten betalen als we hem niet terugvonden.

Om half twee waren we weer terug, onder het stof, met lege veldflessen en honger in de rats. Maar met een prima stemming. De jongens zongen het hoogste lied van Soldaatje jij moet sterven, soldaatje jij moet dood. ’t Was prachtig en ik heb nergens last van gehad. Vanmiddag moeten we de stukken die onder het stof zitten schoonmaken.

Na thuiskomst eten, nasi en ik kreeg een dubbele portie lekkere dikke soep, even uitpuffen en daarna het vuil van de reis weggespoeld in de mandikamer. Toen heb ik mijn koper gepoetst, ik word nog modelsoldaat.

We hebben het poffertje naar de kali gebracht en het ergste vuil er met water afgespoeld. Een paar kleine jongens hebben we eronder gestopt om daar schoon te maken, ze kunnen in alle bochten en doen het met plezier. Toen met wasbenzine na, invetten. ’t Is een heel karwei, overal haken en ogen en honderden hoekjes en gaten.

Na een paar uurtjes heerlijk maffen ging ik weer koper poetsen, ik had er sinds Wezep niets meer aan gedaan. Ik moet de djongos leren koperpoetsen.

 

Amerika ruimt de brokken op en laat de rotzooi liggen

Ik verwachtte een rustige avond maar een majoor hield een uitleg over de Pacific oorlog, de strijd van Amerika tegen Japan en die moesten de heren onderofficieren verplicht bijwonen. Ik had het smoor in, het is niet aardig maar daar is al zoveel in kranten, tijdschriften en boeken over geschreven, net zoals de slag in de Javazee van Doorman, dat je de buik er vol van hebt.

Het was nog wel aardig maar oud nieuws. De bespreking en vragen leverde nog wat op. De grote rijkdom van Borneo en Nieuw Guinea wachten op exploitatie en daar zit toekomst in. Oorspronkelijk zouden de Amerikanen, na de capitulatie van Japan, die niet  is veroorzaakt door de atoombom maar door de slechte economie met gebrek aan alles, Nederlands Indië bezetten. Maar ze hebben het overgelaten aan de Engelsen, die daar toch bezittingen in de buurt hadden zoals Malakka en Brits Indië. Het gevolg daarvan weten we. Amerika heeft de grote brokken opgeruimd en ons met de rotzooi laten zitten.

 

Passend pakje en rampokken voor een sarong

Eerst een stevige koes. Gisteravond een brief van jou, je schreef weer aan mijn allerliefste, heerlijk, alles is nu weer goed. Je moet me beloven dat jij je weer in de kleren steekt als je het krijgen kunt.

Heerlijk dat je schoenen naar je zin kon krijgen, nu nog jurken en nog meer. En wat fijn dat je er nog zes luiers bij kon krijgen. Natuurlijk is het goed dat je Beppe een bloem kocht, ik vind dat fijn van je.

Fijn dat alles in de pakjes nog goed was. Ik hoop je nog eens wat te sturen, voorlopig niet hoor, ik moet eerst weer wat sparen. Ik wil graag wat mooie, echt Indische dingen kopen, als latere herinnering. Een echte handbewerkte doek of sarong. ‘k Zal nog wel eens moeten rampokken.

Weet je wel schat hoe heerlijk jij over onze kleine schatten schrijft. Ik geniet daar volop van en wou zo graag even zien hoe Pim in zijn box rolt en heiti roept en hoe zusje bij mem drinkt. En hoe diep gelukkig mem zich met onze hummels voelt. Betsche wordt vast net zo’n dikzak als jij! Pas maar op dat Pim zusje niet aan haar oren trekt, wat zullen die later heerlijk spelen en tieren.

Ik geniet van je beschrijvingen van de dagelijkse dingen en vooral van onze kinderen. Schrijf me alles, ik geniet volop en probeer me voor te stellen hoe alles is en zie je dan in gedachten met die twee hummels voor me. Weet je nog hoe vroeg Pim lachte?

Ik heb mijn jasjes weer terug, lekker zo’n passend pakje, loop ik ook eens netjes. Het bevalt me hier uitstekend. Ik voel jouw grote liefde en dat maakt mij gelukkig en geeft mij ook een diep verlangen, weer terug naar huis.

 

Hemelvaart, vage dominee en vervelende schone, vreemde tegenstrijdige man

Hemelvaartsdag, de meeste protestanten zijn naar de kerk, ik had ook wel mee gewild maar wist er niets van. Natuurlijk had ik me verslapen en waren ze al weg toen ik onder de klamboe vandaan kwam. Op het laatste moment kon ik nog een wagen opscharrelen en zijn we naar Tangeran gegaan.

Ik zat nog maar net toen er een inlands meisje naast me kwam zitten, van om en de bij 20 lentes. Ze zag er keurig uit maar stonk een uur in de wind naar parfum. De baboes smeren klapperolie in hun haar, dat ruikt ook een beetje, weet niet wat beter is. Ze had een gezangboekje bij zich maar kon de verzen niet vinden. Ik, altijd een heer, heb haar toen mee laten zingen uit mijn boekje, wat in goede aarde viel. Ik heb weinig aan de preek gehad. Ds. was vaag en de schone vervelend, ze zat de hele tijd te draaien en met haar zakdoek te wapperen tegen de warmte.

Het zingen deed me goed en het slot van de preek was ook mooi. Christus was opgevaren om ons op te trekken naar zijn koninkrijk en heeft ons zijn Heilige Geest gezonden tot troost. Was hij op aarde blijven verschijnen, zoals na de opstanding, dan waren wij aards gebleven. Christus is god, daarom moest hij weer, na al zijn lijden, opvaren ten hemel en voorbede zijn bij ús heit.

Ik sta er nog zover vanaf liefste maar toch hoop ik er ook bij te horen. Bid voor mij Jank dat god mij bekeren wil en mij het eenvoudig, kinderlijk geloof in Jezus wil geven. Hij heeft ons zo ontzaglijk rijk gemaakt en wij doen vaak alsof we daar recht op hebben en zijn ondankbaar en ontevreden.

Gek toch, bij ons thuis worden de Christelijke feestdagen als uitgaansdagen gebruikt, zelf zaten we altijd op de fiets om lol te hebben en hier kom ik er niet toe om een bios te pikken of voor het plezier naar Batavia te gaan. ’t Is een dag des heren, ook al is het bij mij niet zoals het wezen moet. Je hebt een vreemde, tegenstrijdige man schat.

Ik had het fototoestel mee en heb op de terugreis een paar foto’s genomen van een watersluis.

 

Watersluis

 

Over en weer helpen

Ik weet schat dat ik je de laatste tijd niet zo geholpen heb als anders. Ik kon het niet zo best schat, alles was zo donker en ik zat in de put, leefde alleen voor mezelf en in sleur. Hoe kon ik moedeloze jou helpen schat, jij moest het mij doen en dat heb je gedaan ook. Ik zat te veel over mijzelf in Nan. Dat is nu voorbij en jouw man zal jou weer helpen met alles. Jij hebt me weer wakker geschud en me weer nieuwe levensmoed gegeven, ik zal me weer schrap zetten en vecht weer. Dat moet Jank, anders haal ik het niet, het duurt nog zo lang.

Is het werkelijk zo goed met je als je schrijft? Ik voel hoe je naar me verlangt, hoe moeilijk je strijd vaak is. Ik wil je zo graag helpen memmi maar weet vaak niet hoe. Je staat niet alleen hoor, al schrijf ik dan niet altijd zo dat jij daar weer gelukkig van wordt en nieuwe kracht krijgt. Toch denk ik aan je, weet je moeilijkheden en verdriet beter dan je denkt. Ik kan mijn gedachten niet beter in woorden weergeven, ik weet niet hoe dat komt, ’t komt er niet uit.

 

Ik hou je zo goed mogelijk op de hoogte en schrijf je alles

Nee schat ik heb geen idee wanneer ik terug kom. Ik wil je niets wijs maken met geruchten, ik reken nog steeds op twee jaar diensttijd.

De toestand is hier rustig, maar er moet verandering komen.

En van beide samen…… ophouden met blokkades van levensmiddelen en met schendingen van de demarcatielijn en met klappen uitdelen. Zo kan het niet doorgaan. Ik geloof niet dat het zonder klappen gaat. Laat dit je niet verontrusten, god zorgt ook voor mij. Volg zoveel mogelijk de kranten en radioberichten, ik zal proberen je zo goed mogelijk op de hoogte te houden van de toestand. Het is zo moeilijk om een overzicht te krijgen.

Ik maak je niks wijs pop, vaak schrijf ik misschien onduidelijk, maar ik schrijf je alles. Ik begreep alles, al je moeilijkheden, maar je helpen kon ik niet. Ik had je noodkreet verstaan Jank, maar kon je geen moed geven, je moest me eerst op de kop geven. Lees tussen de regels schat!! Ik hoop dat ik je weer geholpen heb, je weet hoe diep lief ik je heb, al kun je dat dan niet altijd merken.

 

Wat is de taak, het gaat niet zonder klappen

De stille hoop afgekeurd te worden in het hospitaal heb ik ook gehad. Ik weet dat het niet goed was en dat we daar zonde aan gedaan hebben. God heeft het anders gewild en ons laten zien dat we wel degelijk rekening met hem moeten houden. Als ik hier moet blijven, hoop ik dat god mijn taak laat zien, want die ben ik kwijt. Bid daarvoor Jank.

 

Geen nieuws, vredig intermezzo

‘k Heb geen nieuws en weet ook niet wat ik schrijven moet, maar je weet wel Nan, toch even met je praten. Heb al je brieven al beantwoord en er is geen nieuwe gekomen.

Na het eten een wandeling gemaakt. Heb eerst een kijkje op de rijstvelden genomen. Er wordt druk geoogst, niet met machines maar alles gebeurt met de hand, op de eeuwenoude, primitieve manier. Iedereen helpt mee, tot de kleine kinderen toe, die vaak spiernaakt rondspringen. Een Indische boer was met z’n pikhol, een soort hakstok bezig om zijn stukje bouw, dat onder water stond, om te hakken.

Dat schijnt hier gewoonte te zijn, onder water ploegen, hakken, zaaien. Het water wordt tegengehouden door lange, smalle dijkjes. Daarna weer een kijkje op de brug genomen en genoten van het vergezicht.

Brug bij Tangeran

Kinderen stoeiden en smeten elkaar met water, doken van de ruggen van de karbouwen die met hun neus boven water rustig lagen te herkauwen.

Een visser was met een werpnet bezig om een visje te verschalken. Hij gebruikte een rond net, het leek wel een sprei, met aan de rand allemaal loodjes en in het midden een touw. Hij gooide het met een handige zwaai plat op het water, de randen zinken door het gewicht snel naar beneden en wat in de cirkel zit, is gevangen. Met het touw trekt hij het net langzaam omhoog, de zware randen komen steeds dichter bij elkaar en de visjes raken verstrikt in de mazen. Veel succes had hij niet, ik heb hem maar eentje zien vangen die verdween in een tasje op zijn rug.

Er zitten hier ook schildpadden in de kali. De opper schoot vanochtend op één maar heeft niets geraakt. De schildmiddellijn is soms 50 cm en meer. Een schildpadsoepje moet heerlijk zijn. Verderop moeten er kaaimannen zijn. De bevolking maakt er geen jacht op, want het zijn geloof ik heilige beesten en al wat in het water én op het land leeft, zoals schildpadden en krokodillen, wordt niet door hen gegeten. Het was het mooiste uurtje van de dag.

Dikke túten voor mem, Pim en zusje.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *