Blog 30: Van Oedjoeng Mentang naar Kebalen, ze willen ons artilleristen op patrouille hebben

March 19, 2013 Hilma Bruinsma No comments exist

Janus, hij roept ons met genever in het leger en flutterende kanonnen

Gister heb ik niet veel uitgespookt, wat op het kampwerk toegezien en even met de stukken aan het prutsen geweest. Toen ik gistermiddag m’n brieven zat te lezen, lekker in m’n stoel met de benen op de tafel, kwam er, schrik niet, een slang op de leuning van mijn stoel kruipen. We sprongen tegelijk van de stoel, de slang en ik. ’t Beestje was me te vlug af. Toen ik naar mijn bajonet greep nam hij de benen. We hebben alles afgezocht, zagen hem even later in onze slaapkamer onder LH z’n kastje. Ik heel voorzichtig er op los maar weer mis hoor. Hij was een meter lang en heel dun. Later was hij spoorloos verdwenen. Toch snapte ik er nog eentje onder de planken, die tussen onze bedden liggen. Het was een gewone onschadelijke sawaslang. Heb hem netjes de kop afgeslagen. Wees maar niet bang dat die slangen me kwaad doen. Zo lang ze niet in gevaar zijn, doen ze niets, maar als je eentje te pakken kan krijgen is het beter om ze af te maken.

Vanochtend hadden we schietoefening met de kanonnen, met losse flodders, geladen hulzen zonder granaten. De ladingen waren strontnat. De kanonnen flutterden net of ze diarree hadden. Sommige ladingen waren goed en gaven een behoorlijke knal. Ik heb toegekeken en gelachen met m’n poot in de doek, zie blog 28.

LH vuurde er eentje af, de brandende zakjes vlogen hem om de oren. De helft bleef in het kanon zitten en brandde verder in de loop, net een kachelpijp die uitgebrand wordt. De hele bediening smeerde hem. Nog nooit zo’n mooie schietpartij meegemaakt. We moeten toch wat doen, vind je ook niet schat? De jongens amuseren zich nog best en zingen:

Janus, hij roept ons met genever in het leger

Janus hij roept ons bij de veldartillerie

Trek een blik op het stuk, ‘t is het symbool van ons geluk

Ja Janus hij roept op bij de velddivisie van fini!!!

Ja pa! kom nu maar boven, het is fini

(Noot: het laatste zinnetje is moeilijk te lezen. Op internet gaan de meeste treffers over dat Janus oproept voor het leger des Heils. Maar ook andere legeronderdelen hebben het lied, met hun eigen variatie, ingelijfd.)

En tussendoor wordt er gekankerd op de commissie, de slechte sigaretten die we deze week kregen en de nasi goreng, die zo gepeperd is dat je het gevoel krijgt alsof je van binnen in brand staat. Naar men zegt brandt het alle ziektekiemen dood en is het goed voor de stoelgang.

 

7 December Divisie voor de kerst 1947 weer terug?

Vanmiddag werd er verteld dat Prins Bernhard een radiorede heeft gehouden waar hij ondermeer in gezegd heeft dat de 7 December Divisie voor de kerst 1947 weer terug zou zijn en dan nog een half jaar naar Duitsland moet. Het eerste lijkt me best pop maar voor het tweede voel ik weinig. Zou het waar zijn liefste? Heb jij er iets over gehoord?

Even naar de exercitie gekeken. Het moet allemaal eerst weer even wennen.

 

Het inschieten van de stukken

We zijn gistermorgen om 5.30 uur opgestaan, vlug wassen en eten en gewapend met een veldfles thee zijn we naar Priok gehobbeld. De stukken hadden er zeker ook plezier in, ze dansten achter de wagens aan door de diepe kuilen en gaten. De weg van hier naar Batavia is sinds wij hier zijn veel slechter geworden, door de regen en door het zware militaire verkeer. We hebben de kanonnen vlak aan zee naast elkaar opgesteld.

‘t Was er heerlijk. Voor de haven lagen een paar zeeschepen, ook kwamen er enkele binnenvaren. Dat geeft te denken schat, hoe lang duurt het nog voor ik weer op de boot stap en naar mijn lievelingen terug ga? Ik kreeg heimwee. Gelukkig donderde al gauw het eerste schot en werd m’n aandacht weer naar de stukken getrokken.

We schoten gewoon recht in zee. De kanonnen werden ingeschoten en de afstand waar het projectiel  terecht kwam werd opgemeten door twee waarnemingsposten. ‘t Was een mooi gezicht wanneer de granaten in zee sprongen, een hoge waterzuil schoot de lucht in. We schoten op 5 km en op 8 km. Onze horloges kwamen goed van pas, precies om de 30 sec viel er een schot uit de 7 kanonnen.

Toen we klaar waren hebben we heerlijk gezwommen, in onderbroek. Het water was lauw, maar toch was het lekker. Daarna aten we, brood, kaas en jam. Om 14.00 uur zijn we weer terug gegaan. In Batavia hebben we nog even in ons oude koffiehuis gezeten. De jongens vlogen erop af of ze het bestormen wilden. De mensen schrokken zich een hoedje maar merkten al gauw dat we niet bloeddorstig waren maar op een andere manier onze dorst wilden lessen. De kanonnen trokken grote belangstelling van de Batavianen. De meesten keken er een beetje benauwd naar en bleven op een afstand staan kijken. Je kunt nooit weten!

Na aankomst in het kamp hebben we de poffers weer op hun plaats gezet en daarna ben ik gaan slapen. Vanmorgen hebben we de stukken schoon gemaakt. We hebben samen (mijn schutsbediening en ik) hard gewerkt en waren het eerste klaar. Vandaar dat ik nu aan jou zit te schrijven.

 

Laatste dagen in Oedjoeng Mentang, wonder dat er niet meer sneuvelen

Ja het is de laatste tijd erg roerig hier en daar, wij hebben het heel rustig en voelen ons net zo veilig als thuis. Maar op andere plaatsen worden onze jongens overvallen door sluipschutters en patrouilles. Vandaag ook weer een verslag in het Dagblad van Batavia over ongeregeldheden en gevechten, allemaal extremistische bendes, het is een wonder dat er niet nog veel meer van ons sneuvelen.

 

Ik zit steeds maar naar je foto te kijken, zo veilig als hier zal het daar niet zijn

Het schrijven wil niet meer, ik zit steeds maar naar je foto te kijken. Ik ga weer verder liefste. Ik heb god gedankt voor wat hij mij in jou geschonken heeft en gebeden dat hij jou wil sparen voor mij en dat hij mij wil laten zien wat ik zelf ben. Het was even moeilijk, nu is het weer goed.

MG gaat weer vooruit kwartiermaken. Hoe of wat precies weet ik nog niet. Dat hoor je wel weer van me. We komen geloof ik in een oude fabriek te liggen. Het begint hier ook te vervelen, maar we hadden het zo langzamerhand goed voor elkaar, we zaten hier goed. Alle verandering is nog geen verbetering, ook is er daar geen dagelijkse verbinding met Batavia. Er wordt daar alleen in konvooi gereden. Dus met de post wordt het ook minder, maar het zal altijd nog wel 2 x per week zijn. Het brood moet toch ook aangevoerd worden. Zo veilig als hier zal het daar niet zijn. Meer weet ik er nu niet over.

Dikke brief van jou bij terugkomst, fijn voor de zondag. Ben om 22.00 uur naar bed gegaan en heb lekker geslapen tot drie uur vanochtend, toen werd ik weer wakker door pijn in mijn rug. Dat komt geloof ik door die brancard waar ik op slaap, die is te veel doorgezakt. Ik heb er de laatste dagen last van en dan wordt ik vroeg wakker en weet niet hoe ik moet liggen om weer in slaap te komen. Zodra  ik er ‘s ochtends uitkom, is het over.

 

Klaas op brancard-bed

 

Maak je geen zorgen, geloof niet alles wat er op de radio gezegd wordt

Maak je maar geen zorgen schat dat we niet afgelost worden. Natuurlijk zullen ze hier geen troepen heen sturen behalve wanneer het hoogst noodzakelijk is. Wanneer het hier rustig is weten wij ook niet schat. Het is de laatste tijd verre van rustig maar over een jaartje kan het er heel anders uitzien. Niet zo somber vrouwke, je moet niet alles geloven wat ze op de radio zeggen. Dat er op de weg naar B. drie jongens zijn gesneuveld is ook niets van waar.

 

Wij halen onze stukken pas wanneer de infanterie zeker is van de zaak

Bij Bekassi liggen twee spoorbruggen over de kali en een verkeersbrug. Daar zijn de meeste aanvallen op gericht. Wordt dat genomen dan zijn wij in Kebalen meteen afgesloten. Onze kapitein is voorzichtig en wil het risico, dat wel gering is, toch niet dragen. Wanneer de infanterie overtuigd is, dat zij een geconcentreerde aanval zeker kunnen afslaan, dan pas halen wij onze stukken op.

Kebalen ligt tegenover vijandelijk gebied. De infanterie heeft vorige week vanuit Kebalen opruiming gehouden in de kampongs van waaruit ze regelmatig beschoten werden. Doordat ik bij de artillerie ben, blijven wij binnen en gaan niet mee op de acties. Onze taak is de infanterie steunen met artillerievuur als ze knijp komen te zitten. Wat we nu niet kunnen doen, dus hebben ze niks aan ons. Ik geloof ook niet dat we hier lang zitten. We hebben nog steeds geen wacht.

 

Er komt heel wat kijken bij zo’n verhuizing

Vandaag weer geen brief schat. Ik heb niet veel te schrijven maar wil toch nog even met je praten. We hebben een drukke dag. Vanmorgen hebben we met een paar jongens de cantine afgebroken en op auto’s geladen. Er komt heel wat kijken bij zo’n verhuizing. Alles wat we gemaakt hebben gaat weer mee. Het was weer een warm werkje, we hebben behoorlijk gezweet. Vanmiddag voorraden levensmiddelen inpakken en weer sjouwen en laden. We hebben tot acht uur gewerkt vanavond. De jongens hebben alleen hun eigen spullen nog bij zich. Ons tentje staat er nog, die wordt morgenochtend afgebroken.

Heb tussendoor mijn spulletjes gepakt. Morgen om half vier reveil. De auto’s moeten twee maal rijden en de weg is daar ontzettend slecht, dan is die naar B. nog heilig. Het is 12-13 km van hier naar Kebalen.

 

Ik weet niet wat ik nog meer moet schrijven

Ik weet niet wat ik meer schrijven moet. Ik ben kiplekker. Hoe is het met mijn lieveling? De post is hopeloos in de war door de feestdagen. Heb me zopas weer lekker afgespoeld. Vanmiddag weer lekker gegeten. Maak je maar niet ongerust hoor.

Een stevige koes van je man, die je zo lief heeft en gauw weer een brief moet hebben.

 

Reis in konvooi van Oedjoeng naar Kebalen

Mijn dierbare lievelingen, liefste schat van mij, daar ben ik weer. ‘t Is avond en we zitten weer in ons tentje. Nog steeds geen brief van jou. Wel kreeg ik vandaag een krant. Gister heb ik niet geschreven. Gistermorgen om vijf uur uit de kooi. We kregen lekkere pap. De laatste spullen pakken en de tenten afbreken. Om zeven uur was alles opgeladen. De afstand was 15 à 16 km en we hebben er 9,5 uur over gedaan. We hadden weer een flink grote colonne. De misère begon in Krandji al. Banden pompen, benzine tanken enz. toen verder op naar Bekassi.

 

Geen weg maar modderpad, tot de assen in de drek

De verharde weg loopt tot Bekassi en je weet dat die slecht is pop. Maar toen we de weg naar Kebalen in draaiden kregen we in de gaten dat het geen weg was maar een modderpad. We konden niet harder rijden dan zeven km per uur en om de paar honderd meter wachten want dan zat er weer een wagen vast.

In het kamp Toeloekpoetjereng hebben we een tijd staan wachten, er zat een auto vast, die moest eerst losgelierd worden. Om half elf weer verderop door de diepe sporen en kuilen, tot de assen in de drek. Het ging steeds met horten en stoten, op elkaar wachten, opduwen, slepen.

Twee km voor Kebalen kwamen we voor een gedeelte dat we onmogelijk konden passeren. Het was een laag gedeelte dat door de regen steeds volliep en nu een grote blubberput is. Toen we stopten zat er al weer een wagen vast die we met onze brencarrier losgetrokken hebben. Het was een klein wagentje zonder lading.

We probeerden om het weggedeelte te vullen met palen van een afrastering, die eenvoudig uit de grond gehaald werden en in de diepste kuilen gegooid. Alles wat we maar konden vinden zoals dakpannen, grote stenen enz. werd in de weg gestopt. Na ongeveer 2 uur hard werken probeerden we de eerste wagen, ho maar. De wagen zakte zo diep weg dat hij op de assen bleef hangen, hopeloos vast, de wielen draaiden door. Met veel moeite hebben we het zaakje er weer uitgelierd. We konden er niet door en moesten keren en dat op een weg waar twee wagens elkaar niet kunnen passeren.

 

Rechtsomkeert langs de extremisten, alles ging goed

Na veel gesjouw met stenen, trekken en duwen kregen we het zwikje toch rechtsomkeert en toen langs de Oostweg die nog regelmatig onder vuur van de extremisten ligt, we hadden geen keus. Die weg was stukken beter maar nog smaller en liep vlak langs de kali. Het was hier en daar afgebrokkeld zodat we nog maar net met de zware drietonners konden passeren. Alles ging goed totdat er een wagen met de achterwielen door een duiker zakte. Weer bijna twee uur oponthoud. De auto moest uitgegraven worden en het gat weer dichtgestopt, gelukkig kwamen alle wagens er over.

Om plus minus half vijf kwamen we in Kebalen aan en hadden vanaf ’s morgens vroeg niet meer gegeten. We hadden alleen een veldfles thee meegenomen. De jongens rammelden van de honger. De thee was om elf uur al op. Gelukkig konden we drinken van jonge kokosnoten, die zitten vol vruchtwater. Zo’n kleine bruine aap klom voor ons tot boven in de boom en kapte met een hakmes de noten naar beneden. Het was een interessante reis schat. Van honger had ik geen last. Ik kan wel 14 dagen vasten. We zijn gelukkig zonder kleerscheuren overgekomen. ‘k Heb nog kans gezien om te slapen onderweg.

 

Op tijd voor de regen

Bij aankomst de wagens lossen. Onze tenten stonden al dankzij de kwartiermakers. We hadden op tijd onze spullen binnen toen het begon te regenen. Later brood en thee en tot slot van de dag hebben we MG’s fles Friesche jenever opgemaakt. We waren allemaal doodmoe en hebben heerlijk geslapen. Liefste vrouwke, ik schei er mee uit hoor.

 

Er is hier ontzettend veel op te knappen

Om 7.00 uur eruit. Na het appel werden de werkzaamheden verdeeld. Er is hier ontzettend veel op te knappen. De jongens liggen in de oude fabriek, die erg verwaarloosd en kapot is. ‘t Is een rijstpellerij maar van de machinerieën is weinig overgebleven.

 

Rijstpellerij bij Kebalen

De extremisten hebben hier danig huisgehouden, het bruikbare werd gestolen en de rest, zoals zware machines, vernield. Het geheel heeft geen waarde meer om later hersteld te worden. De daken zijn stuk geschoten door mortierbommen en het lekt overal. We zijn hard aan de slag om allereerst een droog onderkomen te krijgen. De genie is ook gearriveerd en lapt het ene dak met het andere op.

Er lag hier een compagnie infanterie, die hebben het huis van de vroegere fabrieksdirecteur in gebruik genomen en hebben dat opgekalefaterd met materialen uit de fabriek. Nu breken wij de boel verder af om andere gedeelten bewoonbaar te maken, dus je begrijpt schat dat het gebouw als fabriek helemaal waardeloos wordt. Afijn, dat is van later zorg.

 

Gillende stoomfluit en takelen over de kali

 

 

Gillende stoomfluit
Takelen over kali

 

Onder luid gejuich op stoom, schuddend op de wielen

Twee jongens zijn machinist en die zagen kans om een oude stoommachine aan de praat te krijgen. De beide knapen hadden reuze plezier in hun werk, zagen zwart als de nacht en prutsen met bouten, stangen, moertjes, leidingen en pakkingen. Ook die machine was half gesloopt door de inlanders. Gister zijn we begonnen met het stoken van de ketel en gisteravond, toen het al donker was, kregen ze het oude beestje onder luid gejuich van de toeschouwers aan het draaien. ‘t Was een vermakelijk gezicht.

De brandende palen waren te lang om helemaal in de oven te passen en staken er een stuk uit. De beide machinisten zag je overal, boven en onder de machine en braken de benen over elkaar. Ze waren nog druk bezig met kranen en handels. De stoommachine stond aan alle kanten te sputteren en te lekken maar hij draaide als een razende. Het hele geval stond te schudden op z’n wielen. De stoomfluit gilde als een locomotief.

 

Schreeuwen om een kaartje Amsterdam

De jongens schreeuwden om een kaartje naar Amsterdam, er hing een zinken plaat aan met Amsterdam en Rotterdam er op. Ze willen de machine gebruiken om water mee te pompen. Het water is hier nog hopeloos, we moeten ons wassen bij de infanterie en die hebben ook al niet veel.

Gister ben ik begonnen met tenten opzetten voor de officieren en onderofficieren, die blijven voorlopig in tenten. De jongens zijn ondergebracht in een grote galerij van de fabriek. Voor de koks hebben we ook nog een tent gespannen. De cantine wordt in de fabriek gemaakt.

Onze tenten staan op het grasveld voor de fabriek, ik heb een mooi uitzicht op een groepje geweldig hoge bomen, zoals je bij ons nergens ziet. Ik maak nog wel eens een foto.

 

Zware stukken via omweg pas na zekerheid, zijn de stukken belangrijker?

Het kamp is veel groter dan in Oedjoeng. De kali loopt vlak langs het kamp en is hier behoorlijk breed. We zitten aan de oostkant van de kali. Tanks kunnen hier alleen langs de Oostweg komen. Het is een heel eind om. De kortste weg is over de kali, maar we hebben geen brug. We kunnen er met een kleine ponton over. Ook loopt er een kabelbaan, aan beide kanten staat een hoge ijzeren stellage met een staalkabel ertussen, een grote bak kan er op katrollen langs getrokken worden.

De eerste wagens hebben de kortste weg genomen, bij de kali hebben ze hun spullen uitgeladen en die zijn overgetakeld. Dat gaat langzaam en moeilijk. De ponton kan alleen voor het overzetten van manschappen en lichte materialen gebruikt worden, de oevers zijn stijl en diep. We kunnen onmogelijk de zware stukken bij de oevers omhoog sjouwen. Dus moeten de kanonnen ook langs de Oostweg gehaald worden.

Dat mag niet eerder dan dat we hier de zaak op orde hebben en zeker zijn dat we iedere aanval af kunnen slaan. Anders lopen we kans dat we terug moeten trekken en dan de kanonnen kunnen verliezen omdat de wegen afgesneden worden. We kunnen de stukken onmogelijk over de kali halen, ze lijken belangrijker te zijn dan wij. Afijn, het zal wel los lopen.

 

Lijk in de kali

MG was gister bezig met het overbrengen van onze rommel met het kabelspoortje, dat met de hand gedraaid moet worden. Hij ontdekte dat er een lijk van een inlander de kali af kwam drijven. Vlug in het bootje, maar ze konden het niet te pakken krijgen. Het was een man, helemaal naakt, vermoord of verdronken. MG kon niet zien of hij gewond was. De kali stroomt snel.

Een tijdje geleden was er ook en lijk opgevist en dat bleek een inlandse spion van ons te zijn. Hij was vermoord door de extremisten en doodgewoon in de kali gesmeten.

‘t Komt vanzelf in zee en die kan heel wat hebben. Straks verder hoor, het is bijna twee uur, appel.

Goedenavond schat, daar ben ik weer. Hoera, eindelijk post, vier brieven van jou 62, 63, 64 en 65, bovendien nog kranten, een brief van thuis 2 en een nieuwjaarskaart van MG’s verloofde.

 

We zijn artilleristen of niet, ze willen ons op patrouille hebben

Het valt allemaal weer erg mee, want ondanks dat we nu in de voorste post zitten, met TRI en extremisten op een halve km afstand, is het volkomen rustig. ‘k Heb een voorgevoel dat hier op het gebied van gevechten weinig te beleven valt. Wel heeft zich hier heel wat afgespeeld. Je herinnert je nog de krantenberichten van de Bekassi sector, daar zitten we nu midden in.

Maar ik heb het gevoel dat het de heren te link wordt nu er zoveel blanda’s op komen dagen en temeer wanneer we straks de kanonnen hier hebben. Dan blijven ze wel op afstand.

De wachten worden voorlopig nog geleverd door de infanterie. Zolang we nog zoveel werk hebben zijn we vrij van wacht. Ook willen ze ons later op patrouille hebben maar daar is het laatste woord nog niet over gesproken, we zijn artilleristen of niet.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *