Blog 11: Laatste reactie op Checkpoint Charlie, een volle neef van mijn moeder

June 8, 2012 Hilma Bruinsma No comments exist

De laatste Indiëganger die reageerde op de oproep in Checkpoint Charlie, is een volle neef van mijn moeder, B.W.

Hij kwam vroeger nog als kruidenier bij ons aan huis, ik herinner mij een heel andere winkelier maar ga daar nu niet op in. Wij noemden hem B.W, storm de wind draait om, vreemd, wat betekent dat? Ga het navragen aan mijn moeder of broers en zussen. Ik herinner me hem wel. Hij kwam sporadisch bij ons thuis, als familielid, even langs, maar was er nooit op verjaardagen bijvoorbeeld. Hij had veel contact met mijn moeders broer en zijn vrouw, niet zo zeer met ons gezin.

Toen hij belde was hij 84 jaar.

 

Hij belde eerst naar mijn moeder om te praten over de oproep die hij had gezien, hij had mijn vader natuurlijk onmiddellijk herkend van de foto. Zij vroeg hem, wat is dyn boadskip? Wat is je boodschap, alsof hij de winkelman nog is. Hij kreeg geen contact met haar en dat baarde hem zorgen. Daarom belt hij mij. Ik licht hem in, zij is afwisselend helder en niet helder. Twee jaar terugdenkend, ging het in die periode zeker niet goed met haar en lag ze veel in bed, in de war meestal.

 

Hij steekt van wal. Hij en zijn vrouw hebben hun brieven verbrand, daar heeft hij nu spijt van. Hij wilde zich destijds als vrijwilliger opgeven, zag daarvan af en moest toen opkomen voor de dienstplicht. Dat is beter want anders had hij het over zichzelf afgeroepen.

 

Hij zat bij een heel ander onderdeel dan mijn vader. De ervaring viel niet makkelijk. Ze konden hun verhaal niet kwijt. Hij is wel naar Doorn geweest om te praten in gespreksgroepen, maar die mensen zijn veel te jong, het klikte niet.

Soms ligt hij ’s nachts nog achter de mitrailleur te blaffen. Er staan zoveel dingen op het netvlies gebrand.

Allemaal jonge jongens, uit de klei getrokken, die in de oorlog in den vreemde terecht kwamen. Ze moesten zich zien te redden, zich zien te handhaven. Daar is geen oog voor bij terugkomst.

 

Hij wist dat Klaas (mijn vader) het moeilijk had. Hij heeft het er wel met Klaas over gehad, maar niet zo in die zin.

 

Met hem praten, het klinkt allemaal zo vertrouwd. Dan zegt hij, met jou praten klinkt zo vertrouwd. Je doet me denken aan Janke (mijn moeder), zo’n fleurig en moedig mens, altijd fijn om haar op te zoeken. Ik herken je stem, iets in de tongval, net je nicht J, ik herken Wieger en Betsches volk, mijn opa en oma aan moeders kant.

 

Het raakt me linea recta op alle fronten, op de goede manier. Later, wanneer zijn opmerkingen bezonken zijn, op hun plek zijn geschoven, ik dat ook doorheb, blijken dit precies de elementen te zijn, die de sluitsteen vormen waarmee ik Keerkring of rondwaren in tijd, kan afsluiten. En zo gebeurde het ook.

 

 

Mijn ouders briefwisseling uit de Indiëtijd en de reacties op de oproep

B.W. probeer ik zeker nog te bereiken, misschien een keer met hem afspreken. Mij staat bij dat hij vertelde samen met mijn vader in het verzet gezeten te hebben, daar wil ik dan over doorvragen, ik vind er niets van terug in de aantekeningen. Wat wil en kan hij vertellen, hoe zat het met waar ze mee zaten en niet kwijt konden? Wat hij wil vertellen hoor ik graag.

 

Natuurlijk hou ik contact met P.J.

 

En de anderen, hun verhalen zijn waardevolle fragmenten. Wie weet komen er later stukjes van in Taboe in het theemeubel. Ik ben hen dankbaar voor wat de fragmenten toevoegen aan het beeld van de Indiëtijd. Misschien stuur ik deze woorden, een bedankje naar Checkpoint Charlie. Hun verhalen laat ik verder met rust.

 

Alle snippers en reacties tot nu toe hebben een beeld gevormd. Dat het lezen van mijn ouders brieven, en dan ben ik nog niet eens in Indië gearriveerd, het spreken met mensen die hen kenden in die tijd, of die in vergelijkbare omstandigheden verkeerden en er over vertelden, al zoveel brengt. Het is een heel bijzondere, wezenlijke ervaring. Puzzelstukken schuiven op hun plek, vragen zijn voor een deel beantwoord.

 

Secundair oorlogstrauma bestaat niet

 

Zoals mijn oudste zus zei toen ik met de brieven begon, beschouw het als een opdracht van ons (broers en zussen) aan jou. Dat zie ik niet als een last maar als een bevestiging dat deze zoektocht door de vliesdunne brieven zinvol is. Het geeft grond aan het idee dat ik dit altijd al zou doen.

Wij kinderen hebben het nooit gehad over een oorlogstrauma, uit de tweede hand opgepakt. Dat hield ons niet bezig. Wat ons wel bezig hield waren een aantal vragen en één van die vragen was of de Indiëtijd mijn vader heeft beïnvloed in wie hij was, zoals wij kinderen altijd dachten.

Deze vraag, misschien wel voor de hand liggend, kan nu al met ja beantwoord worden. Nu al heeft het antwoord kleur, is het echt, is het dicht bij de dag gekomen, juist in die bijna vanzelfsprekendheid.

Of de kleur met doorlezen levendiger wordt, het daglicht te heet, wie weet. Ik stel me voor dat de dagelijkse berichten alles in ieder geval nog meer zullen doen oplichten.

 

Hoe dan ook, hoogste tijd om de reis na de Tegelberg te vervolgen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *